Afbeelding met tekening

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

© Laurentii.be

 

Genealogie Laurentii

Numquam solus incedes

 

Inhoud

Blog

Documenten

Foto's

Gezinnen

Stamboom

Startpagina

Thematisch

Verhalen

Verwante families

 

Voetnoten

 

1 Hij werd geboren op 16 juli 1832 te Leest als zoon van Jan Steemans (74, wonend te Heffen) en Jeanne Marie De Kock (overleden op 3 juli 1851 te Leest).

2 De opera van Daniel François Esprit Auber (1782-1871) gaat over een opstand in Portici bij Napels in de 17de eeuw tegen de Spaanse overheersing. De componist schreef het stuk in 1828. Het is een voorstelling in 5 bedrijven naar de traditie van de 'Grand Opera': groot orkest, stoere aria’s, balletten, duetten en grote ensembles voor koor en solisten. De hoofdpersoon in het stuk is doofstom (La Muette). Zij bemint een Spaanse prins. De opstand in de Italiaanse stad Portici in 1647 is verweven met het liefdesverhaal van de prins en het meisje. Het hoofdpersonage gaat ten onder in de opera.

3 Een naaiwerk van Marie Abt-Ermens van de dag na de voorstelling.

4 Bij de groep Luikse vrijwilligers was Jean-Joseph Charlier (1794-1886) die tot de verbeelding zou spreken bij de latere opstand. Hij had als soldaat van Napoleon een stuk van zijn rechterbeen verloren en had daardoor de bijnaam "La Jambe-de-Bois" (houten been).

5  De tekst was van Hippolyte Louis Alexandre Dechet. Hij sneuvelde op 18 oktober 1830 toen hij tegen de Nederlanders vocht in Lier. De muziek kwam van violist François Van Campenhout, van het orkest van de Munt.

6 Zie ook verhaal over het orangistisch complot waarin Antoon Lauwens  getuigde, in 1841.

 

image007.jpg

Schilderijen Charles Soubre, 1878 en Gustave Wappers, 1834, onder Public Domain (Bron: Wikipedia).

 

Hombeeks-Leestse stamlijn  - 1821 Jozef Lauwens, Brussel-Mechelen 

 

Jozef Lauwens  werd geboren op 2 september 1794 te Leest als zoon van Jan Baptist Lauwens  en Marie Anne Blommaerts.

 

Ouderlijk gezin:  Gezin Lauwens-Blommaerts, Leest  

 

We vermoeden dat Jozef naar Brussel trok. Jozef Lauwens, een 30-jarige vleeshouwer in Brussel, trad samen met Jan Baptist Lauwens , 25-jarige kleermaker in Brussel, op als getuige bij het huwelijk op 19 juli 1826 in Brussel van Jeanne Prieur (geboren op 12 november 1803 in Brussel, naaister wonende in de 5e wijk 1130) met Frans Vleminckx (geboren op 20 oktober 1796 in Brussel, schoenmaker in Sint-Joost-ten-Node).

 

Hij huwde op 29 augustus 1821 in Brussel Sint-Niklaas met Thérèse Lesavers. Het gezin woonde nadien in de Sint-Annastraat in Mechelen. Jozef (Winandus) Lauwens overleed te Brussel op 26 mei 1842. Thérèse Lesavers overleed in 1849 te Sint-Joost-Ten-Node.

 

Kinderen van dit gezin:

 

·         Jeanne Lauwens  werd geboren op 3 augustus 1835 te Brussel.  Zij huwde op 29 april 1857 in Mechelen met Jozef Engelbert Steemans1. Zij was naaister en Engelbert was smid en briefdrager. Het gezin woonde in Sint-Amands, Puurs.

o   Een dochter, Jeanne Pauline Sidonie Steemans, werd geboren op 1 september 1863 te Puurs. Zij was arbeidster en huwde op 12 maart 1885 te Antwerpen met August Schelfout, arbeider, geboren op 21 april 1853 te Stekene als zoon van Vital Schelfout Vitalis en Colette De Vliegher.

 

 

De Belgische revolutie

 

Het gezin maakte de teloorgang van het Koninkrijk der Nederlanden mee, ontstaan na de val van Napoleon, en het ontstaan van de Belgische staat. Tijdens de revolutiedagen woonde de familie in Mechelen en bleven zij gespaard van de schermutselingen rond Brussel. De 'gewone man' was in zeker zin altijd het voorwerp van een politieke ambitie: of de zonen werden opgeëist op de slagvelden van Napoleon (die in de volksmond niet zonder reden "de bloedhond" werd genoemd), of men werd economisch en sociaal benadeeld tijdens de heerschappij van de noordelijke Nederlanders, of onder de Franstalige bourgeoisie in het prille België. Het is telkens het verhaal van een gezin als deel van een gemeenschap, en hun vermogen spel te maken met de toebedeelde kaarten door een "overheid".

 

image005.jpg 

Afbeelding: Charles Rogier4 verlaat Luik aan het hoofd van de vrijwilligers - schilderij van Charles Soubre uit 1878. Het was geen zwart/wit verhaal. Na de revolutie bleef bij een deel van de Belgische bevolking een 'orangistisch' sentiment leven6.

 

1830 - La Muette de Portici, de opera waarmee "de Belgische revolutie" begon

image006.jpg

Een revolutie wordt soms door een enkel voorval in gang gezet. Volgens de overlevering sloeg in België de vlam in de pan toen de tenor en de bariton in de opera "De Stomme van Portici"2 het lied "Heilige liefde voor het vaderland" ("Amour Sacré de la Patrie") aanhieven op 25 augustus 1830 in de Koninklijke Muntschouwburg van Brussel. De tenor Jean-François Lafeuillade voegde na het duet de kreet “Aux Armes” toe. De zaal reageerde naar verluid enthousiast. Veelal jonge studenten uit het publiek stormden naar buiten waar een opgewonden menigte op het plein voor de schouwburg stond. Er braken rellen en plunderingen uit. De volgende dag sloegen de vonk over naar steden als Leuven, Luik, Namen, Brugge, Gent en Antwerpen. Ironisch genoeg was de opera opgevoerd om de 58e verjaardag van koning Willem I te vieren.

 

Intussen weten we beter. De opstand werd al weken tevoren beraamd. Oproermakers waren betaald om in verzet te komen tegen Koning Willem I. Algauw wapperde de Belgische driekleur op het stadhuis van Brussel3. Er werd een burgerwacht ingesteld en op 30 en 31 augustus trokken enkele citoyens (burgers) naar De Haag om te negotiëren. Koning Willem I riep de Staten-Generaal bijeen op 13 september 1830.  De idee van een opdeling in een noordelijk en een zuidelijk deel, waarbij de latere Nederlandse koning Willem II, toen nog kroonprins, zou regeren als een onderkoning in het zuiden.

 

Op 2 september trok een gewapende groep van 300 man onder leiding van de Luikse advocaat Charles Rogier van Luik naar Brussel om de opstandelingen bij te staan4. Ze hadden zich wapens verschaft in de Luikse wapenmagazijnen. 7 september trok de groep Brussel binnen. De opstand breidde intussen steeds verder uit over het zuiden. De Nederlandse koning liet troepen verzamelen in Vilvoorde. De kroonprins voerde die aan met zijn broer prins Frederik. Heel wat soldaten uit het toenmalige België deserteerden. Op 12 september heropende de Munt in Brussel met een nieuwe voorstelling van De Stomme van Portici. Tenor Lafeuillade zong toen voor het eerst de "Brabançonne"5. De dag daarop besliste een nipte meerderheid van de Staten-Generaal tot een scheiding van noord en zuid, maar tot een uitvoering kwam het niet. Op 22 september viel de burgerwacht uiteen, en het leger van prins Frederik trok Brussel binnen, wat leidde tot een stadsguerrilla. Het leger raakte omsingeld in het Warandepark en werd beschoten door drie kanonnen die de opstandelingen in stelling hadden gebracht. Eén van de activisten was Jean-Joseph Charlier4. Na 4 dagen verliet het Nederlandse leger noodgedwongen het park en keerde terug naar de stelling in Vilvoorde.

 

Een groep van notabelen die zich het "Voorlopig Bewind" noemden proclameerde op 29 september 1830 dat zij het gezag over de Belgische provinciën overnamen van Willem I.