(c) laurentii.be Genealogie Laurentii Numquam solus incedes Inhoud Voetnoten 1 De etymologisch correcte Nederlandse naam zou
"Krankenboshoeve" moeten zijn. Het gaat immers niet over "het
zieke bos" dan wel over het bos waar de zieken van het hospitaal van de
Mechelse Begijnen van het convent van Leliëndaal van de gezonde buitenlucht
konden genieten. 2 In notariële akten werd de
naam soms foutief geschreven als "Frankebossen". 3 Er wordt vermeld dat zij “toevallig” in de stad was.
Het was dus niet haar vaste verblijfplaats op dat moment. Historische kaarten onder Public
Domain: Allard, 1688 - Fricx, 1712 - Ferraris, 1778 - Popp 1842-1879 -
Luchtfoto 1971 onder Public Domain - Kaartbewerkingen van (c) Google maps,
2018 onder gebruikslicentie. (c) P. Lauwens, 2016. - Kadaster: fragmenten
kadaster 1830-1834 (Public Domain) - (c) Foto's laurentii.be 2002-2018 en (c)
Inventaris Onroerend erfgoed, Maryline Verhulst, 2010. |
|
Blog - De Krankenboshoeve in
Beerzel, een stukje geschiedenis
De Kranke(n)boshoeve1 De hoeve bevindt zich
nabij de zogenaamde "Krankebossen"2, momenteel een natuurgebied vernoemd naar haar historische eigenaar,
de instelling van de Mechelse begijnen van het convent Leliëndaal die
instonden voor de verzorging en opvang van zieken en gekwetsten. De
Krankebossen liggen ten noorden van de Beerzelberg, een 51 meter hoge
getuigenheuvel, die pal op de waterscheiding tussen het Dijle- en Netebekken
ligt. Ze vormen het kwelgebied van deze berg. De Krankenboshoeve ligt aan de
Bosstraat, terwijl het natuurgebied "de Krankebossen" toegankelijk
is via de aanpalende Berkenstraat.
Vergelijking met de kaart van Allard van 1688 De "Krankenbossen" maakten deel uit van
een toen nog omvangrijk bosgebied bij Beerzel. De begijnen van Mechelen
gingen er naar verluid op uitstap met de zieken ("kranken"). Vergelijking met de
Fricx-kaart van 1712 In 1712 maakte de omgeving
van de Bosstraat (zie markering "1") nog deel uit van een bos, ook
al werd de omgeving op dat moment steeds meer ontgind voor landbouw. Die situatie zag er al
beduidend anders uit in 1778 (Ferraris kaart, zie markering "2"): En bleek nauwelijks
gewijzigd tussen 1842 en 1879 (Popp-kaart, markering "2): Een ander ijkpunt is een
luchtfoto van 1971 (zie markering "2") waarop de hoeve duidelijk is
te zien, en een begin van woningbouw rondom die inmiddels nog is uitgebreid. Vergelijking met de
Ferrariskaart van 1778 en hedendaags plan van 2016 Uit een vergelijking blijkt
dat er in 1778 geen gebouwen op deze plek aanwezig waren. In het geel bij
benadering het (toekomstig) tracé van de Mechelbaan. Bij benadering de situering
van het domein op de oude Ferrariskaart (1778), en de situering van het
domein op Google maps (2016). |
|
De Krankebossen in Beerzel In Putte beheert de Natuurpunt afdeling De Putter dit
natuurgebied, net als de Peulisbossen, De Hoge Beemortel en de Grote Vijver
van 'Klein Boom'. In de Krankebossen wisselen natte en drogere delen
elkaar af. Vroeger deden de droge delen dienst als akker. Vochtigere
terreinen werden ingenomen door bosjes en natte hooilanden. Ook vandaag is
deze structuur nog grotendeels aanwezig en deze is ook herkenbaar in de
grondverdeling van het domein van de Krankenboshoeve in bouw- of akkerland en
hooi- of weideland. Het eigenlijke natuurgebied is gelegen in de brongebied
van de Itterbeek. In deze bossen ontspringt
de Itterbeek. Het bos is speciaal vanwege het 'kwelwater'. Dat is
grondwater vooral afkomstig van Beerzelberg dat onder druk naar de
oppervlakte komt. Kwelwater bevat mineralen uit de bodem, zodat er heel wat
bijzondere planten groeien die in een gewoon bos niet voorkomen. In de
Krankebossen herken je het kwelwater aan de roestige kleur in bepaalde beken.
De natte stukken van het gebied zijn begroeid met bos of hooilanden en worden
afgewisseld met droge plaatsen, vroegere akkers. Bijzondere planten zijn dotterbloem, holpijp,
egelboterbloem, wilde bertram, watermunt, scherpe zegge, valse voszegge en
moeraszegge. Bijzondere diersoorten zijn ree, steenuil, bosrietzanger,
roodborsttapuit, roerdomp, oranjetipje, koevinkje, glimworm en
grootoorvleermuis. De Krankebossen liggen ten noorden van de Beerzelberg
en zijn bereikbaar langs een pad vertrekkend vanuit de Berkenstraat (ter
hoogte van huisnummer 34). Vanop het pad zijn de hooilanden mooi te overzien,
inclusief de zone met dotterbloemen. Bezittingen van de Mechelse
Begijnen in Putte en Bonheiden Van de Krankenboshoeve kunnen we er van uitgaan deze op
de gronden ligt die tot het bezit van de Mechelse Begijnen behoorden, net
zoals de nabij gelegen Krankebossen. Maar de hoeve is niet van deze periode
en blijkt pas eeuwen later te zijn gebouwd dan de naamverwante hoeven die in
het bezit waren van de Begijnen, zoals de geklasseerde Grote, Kleine en
Nieuwe Krankhoeve. De Krankebossen strekten zich met omliggende weiden in
vorige eeuwen uit tot een ruimere omgeving dan het thans bekende
natuurgebied. Tot de bezittingen van de Mechelse begijnen van het
Convent 'Godshuis van Leliëndaal' behoorden onder meer ook het land
Plettenbroek in Putte [Verkocht door Jan Wijts in 1509 blijkens een
Schepenbrief van Antwerpen], het Groot
Heiveld in Putte [Schepenbrief
van Befferen: de Infirmerie van het Klein Begijnhof geeft in 1685 procuratie
aan Peter Van den Eynde om een erfelijke rente in ontvangst te nemen: 400
gulden kapitaal op Het Groot Heiveld onder Putte, naast het goed van
Pitsemburg]. De Grote Krankhoeve in Peulis De hoeve mag
niet worden verward met de Grote Krankhoeve aan de Krankhoevelei 2 in Putte.
Die hoeve is geklasseerd en bevindt zich in de omgeving van de Peultenbossen
in deelgemeente Peulis. De Grote Krankhoeve is gelegen
op de hoek met de Mechelbaan en heete in de 14de eeuw ook "Hof ter
Paelt" en in de 15de eeuw ook "Ter Beke" naar de nabij gelegen
Paeltbeek of Zennekensbeek. Evenals de "Kleine Krankhoeve" en de
"Nieuwe Krankhoeve" in
Bonheiden, was de hoeve een bezit van het Krankenhuis van de Mechelse
begijnen en omwille van de uitgestrekte landbouwgronden te Peulis, Bonheiden
en Onze-Lieve-Vrouwe-Waver, werd deze hoeve de "Grote Krankhoeve"
genoemd. Het is niet duidelijk wanneer deze hoeve in het bezit kwam van de
Mechelse begijnen, maar de hoeve werd al vermeld in hun oudst bewaarde
cijnsboeken van 1340. In een huurcontract van 1549 is sprake van een
woonhuis, " 't cleyn huyske",
een wagenhuis en een schaapskooi; in
1578 worden tevens een schuur, een varkenskot en een veulenstal vermeld en in
1653 nog een kaashuis. In 1661 werd een, blijkbaar losstaande, stal herbouwd
in steen door metser Antoon Stessens. In 1714 bouwden Peter en Jan Stessens,
samen met Jasper van Biscom, de huidige hoeve; als steenhouwer van de gekapte
zandsteen wordt Jacobus De la Hey vermeld. De Grote Krankhoeve omvat een woonstalhuis met parallel
een wagenhuis die zich ten noorden en ten zuiden van een aarden erf bevinden,
ingeplant op een gedeeltelijk omhaagd domein op de hoek van de Krankhoevelei
en de Mechelbaan met grote, deels met gras begroeide siertuin ten noorden en
rest van een boomgaard ten noordoosten. Er is ook een waterput bewaard. Het
gaat om een verankerd bakstenen woonstalhuis van zeven traveeën en één
bouwlaag onder een afgewolfd zadeldak (nok evenwijdig aan straat, Vlaamse
pannen) dat slechts deels zichtbaar is omwille van een later aanbouwsel. In
de zuidelijke achtergevel prijkt het
jaartal "1714" in gesinterde steen. De hoeve is geklasseerd
en bevat aangepaste, rechthoekige, deels getraliede en beluikte,
muuropeningen onder houten lateien en rondboogdeurtjes, de laatste aan
achtergevel met imposten en sluitsteen van zandsteen. Aan de noordzijde
bevindt zich nagenoeg centraal een latere schoorsteen. Er zijn verspringende,
onder meer latere aanbouwsels links, terwijl de zuidelijke achtergevel
gekalkte steigergaten heeft, een rondboognisje onder een bekronend kruis en
sporen van een vroegere korfboogpoort. Aan de oostgevel van vier traveeën
zijn duidelijke sporen van verbouwingen met voormalig witgekalkte hoekblokken,
terwijl de noordelijke travee een opkamer heeft die getralied en beluikt is.
Er is een witgekalkt kruiskozijn van zandsteen boven een rechthoekig
keldervenster. Het wagenhuis of "karrenkot" is verankerd in
bakstenen en heeft drie traveeën en één bouwlaag onder een zadeldak (nok
evenwijdig aan straat, Vlaamse pannen), en rondboogpoorten. De hoeve kwam in 2007 in het bezit van de Mechelaar
Alexander Laquiere en werd in 2010 opnieuw verkocht en beheerd door de vzw Kempens
Landschap samen met het gemeentebestuur van Putte.
|
||||||
|
|
|||||||||
|
|
|||||||||
|
|