Afbeelding met tekening

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

(c) laurentii.be

 

Genealogie Laurentii

Numquam solus incedes

Inhoud

Blog

Documenten

Foto's

Gezinnen

Stamboom

Startpagina

Thematisch

Verhalen

Verwante families

 

Voetnoten

1 ook “Livina Van Boxlaer

2 Zie de verwantschap van de familie Diddens met gezinnen Lauwens   te Leest.

3 Het "Grande Armée" of het Grote Leger van Napoleon leed in 1812 een eerste zware nederlaag in Rusland.

4 In de volksmond werd hij "de Bloedhond" genoemd. De bevolking zag in Napoleon de man die hun zonen voor het slagveld opeiste.

5 Een loflied "Heer, bescherm onze keizer Napoleon".

6 De jonge “ingeschreven” mannen die een oproepingsbrief hadden ontvangen voor dienst in het Franse leger.

7 Dienstweigeraars hadden in oktober 1798 nog de hand in het verzet van de plattelandsbevolking tegen de verplichte legerdienst. Die opstand werd in Klein-Brabant al begin november door de Franse militairen onder de leiding van C.S. Colaud in de kiem gesmoord. – Bronnen: Hendrik Diddens, "Deserteur onder Napoleon", uitgegeven door De Sikkel Antwerpen in 1974 in de reeks "Historische verhalen". ISBN 90 260 4425 9; 'Leest geweest' van Georges Herregods, 1978; Archief van Antoon Lauwens, Leest; Klappers / parochieregisters van Leest, bewerking van Marc Alcide.

 

image010.jpg

(c) Scan uit private collectie, Frans liniesoldaat naar oude prent, 19e eeuw - prentbriefkaart Leest 1910 - schilderij "Terugtocht van Napoleon" van Illarion Prjanisjnikov, 1874 (onder Public Domain) - Foto pastorij Leest (c) Patrik Lauwens, 2007 - (c) Foto Diddens-Steenmans uit familiearchief, 1916.

 

 Verhalen – 1813 - Pieter Jan Diddens, deserteur onder Napoleon

 

Het verhaal van "de deserteur" van Leest fascineerde mij al jaren, en het was bekend in de familie. Zowel langs moeders als langs vaders zijde is de familie Diddens verwant. De broer van Pieter-Jan, Jan Baptist, was de grootvader van Melanie Diddens, mijn overgrootmoeder langs moeders zijde (de moeder van Van Praet Gerard, vader van mijn moeder). Een voorouder langs vaders zijde, Petrus Lauwens , huwde te Leest op 6 november 1781 met Maria Diddens, een dochter van Joannes Diddens en Anna Ditens, geboren te Leest op 8 april 1754. Deze Joannes Diddens was een zoon van Joannes Diddens en Livia Boeckselaers1, en stamde af van dezelfde stamouder als die van Pieter-Jan.

Afbeelding: een infanterist van het Grande Armée

Met dank aan Greta De Nul en de Gooikse bibliothecaris Jean-Paul De Loecker, die mij enige documentatie wisten te bezorgen om een beter licht te kunnen werpen op de gebeurtenissen!

Pieter Jan Diddens (1794-1863)2 werd in 1812 opgeroepen om te gaan dienen in het Grande Armée3 van Napoleon4. Ingelijfd op 18-jarige leeftijd, deserteerde hij tijdens de veldtocht in Polen of Rusland en keerde terug naar zijn geboortedorp Leest. Hij deed er zowat een jaar over om met kerstmis 1813 zijn bestemming te bereiken en moest enige tijd onderduiken. In Leest kreeg hij de bijnaam "de deserteur". Omdat hij een dagboek bijhield, is toch één en ander van zijn wedervaren bewaard gebleven. Auteur Hendrik Diddens heeft de belevenissen rond zijn betovergrootvader geromantiseerd, en onder meer een fictieve vriend en mededeserteur Jomme Serneels in het leven geroepen. In het boek gaat hij er ook van uit dat Pieter-Jans vader op het moment van de terugkeer nog in leven zou zijn geweest.

 

Het gezin Diddens - Van Gijsel te Leest

Pieter-Jan Diddens werd te Leest gedoopt op 7 mei 1794 als zoon van Joannes Diddens en Elisabeth Van Gijsel. Zijn ouders waren gehuwd op 16 januari 1779 te Leest, toen België al enkele jaren was ingelijfd bij Frankrijk. 

 

Het gezin telde meerdere kinderen. Een eerstgeboren zoon Franciscus, werd geboren in 1779 en overleed op 19 september 1781. Pieter-Jan heeft deze broer nooit gekend. Pieter-Jans oudste broer Jan Baptist werd geboren op 6 januari 1782 te Leest en was twaalf jaar ouder.  Een dochter Anna, geboren op 29 april 1783, overleed op 7 februari 1791, enkele jaren vóór zijn geboorte. Pieter-Jan had twee oudere zussen: Dorothea, geboren op 11 april 1786, en Anna Maria, geboren op 1 januari 1789. Na de geboorte van Pieter-Jan volgde Anna Monica, geboren op 23 mei 1798.

 

1812 - Ingelijfd in het leger van Napoleon

Voor de veldtocht naar Rusland trof Napoleon meer voorbereidingen dan ooit tevoren. De voorbereidingen verliepen in het geheim, opdat Rusland geen onraad zou ruiken. Het Franse leger legde grote voorraden proviand, medicijnen, kleding en bouwmaterialen aan en verzamelde zo veel mogelijk troepen. De Grande Armée bestond uit verschillende nationaliteiten. Er zaten o.a. Duitsers, Pruisen, Polen, Nederlanders, Belgen, Italianen, Oostenrijkers en Spanjaarden bij.

Op 24 juni 1812 trok de Grande Armée bestaande uit 691.500 man, het grootste leger tot dan toe in de Europese geschiedenis, de rivier Memel (of Niemen of Nemunas) over in de richting van Moskou.

 

Pieter-Jan moest zich in mei 1812, naar aanleiding van zijn 18e verjaardag, aanbieden op de 'municipaliteit', het gemeentehuis van Leest, bij de 'maire', burgemeester Jacques Somers. Hij kreeg er een oproepingsbrief van de prefectuur.

In 1812 riep het Franse regime nieuwe jaarklassen van jongere rekruten op. Voorheen lag de leeftijd van de miliciens nog tussen 20 en 25 jaar. Omdat Pieter-Jans vader Jan Diddens op 6 december 1803 was overleden, was hij eigenlijk onmisbaar op de boerderij die door zijn oudste broer Jan Baptist werd beheerd. De oudste broer van Pieter-Jan was op 19 mei 1811 te Breendonk gehuwd met Liesbeth Guuns. De kinderen van Jan Baptist werden geboren in Leest. Vermoedelijk was hij als kostwinner vrijgesteld van legerdienst. Een eerste kind, Guilielmus, was geboren op 21 maart 1812, enkele maanden vóór het vertrek van 'nonkel' Pieter-Jan. Een tweede kind, Anna Maria, werd geboren op 27 november 1813, nog geen maand voor de terugkeer van Pieter-Jan. 

Toen Pieter-Jan de oproepingsbrief aan pastoor Van Heuck liet zien, had die hem nog verzekerd dat een pastoor of zelfs een bisschop een jongeman niet konden verplichten om voor een indringer op vreemde bodem te gaan vechten. Maar de pastoor had hem toch aangeraden zich aan te melden bij het Franse leger, omdat anders Pieter-Jans familie het zou moeten ontgelden. Pastoor Van Heuck was gekend als een tegenstander van de Franse keizer. Zo weigerde hij na de hoogmis het "Domine salvum fac imperatorem nostrum Napoleonem"5  te zingen, of van zijn kansel de conscrits6 op hun plicht te wijzen in het Franse leger. Pastoor Simon De Heuck negeerde de bevelbrieven van de vicarissen, verzette zich tegen de keizerlijke catechismus en het zingen van het Te Deum bij elke overwinning van Napoleon. Hij genoot heel wat aanzien in Leest en de maire hield hem ongetwijfeld een hand boven het hoofd. Kort nadat Pieter-Jan Leest verliet, overleed pastoor De Heuck. Hij werd te Leest begraven op 28 mei 1812.  

Pieter-Jan kreeg een opleiding van zes weken in de buurt van Dijon bij de infanterie van het Grande Armée. Daarna trok het leger waar hij deel van uitmaakte door Duitsland en Polen richting Rusland. Het leger was al op de terugtocht toen Pieter-Jans troep contact maakte.

1812 - De vlucht uit Rusland

Het Franse leger liet na de veldtocht in 1813 al vrij snel de bevoorradingswagens achter, en dit vormde een enorm probleem voor het verdere verloop van de oorlog. De honger dreef de soldaten er verder toe om alles te eten wat maar voorhanden was, paarden en zelfs honden en katten. Toen honger en ziektes hun tol begonnen te eisen en de koude herfstregens overgingen in de ijskoude winter, waarbij bevriezing nog meer levens eiste, steeg de desertie aanzienlijk. De meesten van deze deserteurs werden gevangengenomen of direct geëxecuteerd door Russische boeren.

Het Russische woord sjaromyzjnik (Russisch: шаромыжник; "bedelaar", "bedrieger") komt van het Franse 'cher ami' ("beste vriend"), omdat de soldaten de lokale bevolking om hulp smeekten tijdens de extreem koude winter. De alomtegenwoordige kozakken grepen de achterblijvers en de gewonden en beroofden hen van de buit uit Moskou. Toen de koude feller werd, schiepen de kozakken er een genoegen in om deze ongelukkigen tot op de blote huid uit te kleden en hen naakt achter te laten in de besneeuwde wildernis.

 

De voedsel- en watervoorzieningen werkten niet, de soldaten plunderden het land, en na 14 dagen was Napoleon al 135.000 man kwijt, alleen door ziekte en desertie. Op 14 september trok dit leger Moskou binnen, de laatste overwinning die Napoleon behaalde. Vijf weken later trok dit Franse leger terug richting Frankrijk. Wanneer het leger in Smolensk aankwam, telde het nog 40.000 manschappen. De troepen kregen korte aanvallen van de kozakken te verduren, die het leger opjoegen zonder dat het tot een echte veldslag kwam. Het was tijdens een aanval van Russische kozakken dat Pieter-Jan Diddens de vlucht nam. 

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/9/96/Prianishnikov_1812.jpg

Afbeelding: “Verraad is een kwestie van datum” (Talleyrand). Schilderij van de terugtocht in 1812.

 

Hij verschool zich een dag en nacht tussen de struiken, zocht andere kleren in een boerderij en vatte de terugtocht aan. Terugtrekkende Franse colonnes leidden de weg via Pruisen. Hij zwierf rond van de ene boerderij naar de andere, leed honger, werd geconfronteerd met de achterdocht van de inwoners - die uit zijn taal wel konden afleiden dat hij geen Rus of Fransman was -, leefde vooral van wat hij kon stelen of bedelen. Op de Lüneburger Heide bracht hij een losgeslagen paard tot stand en werkte en verbleef enige tijd bij de boer die hij had geholpen. De angst voor de Franse soldaten die hem als deserteur konden herkennen, deed hem verder trekken naar het westen. Hij sliep in stromijten, deed wat werkjes voor brood, melk of warme kost of moest voedsel stelen. Na zowat een jaar van zwerven bereikte hij zijn geboortestreek, daags voor Kerstmis 1813.

Via Kampenhout-Sas, Boortmeerbeek, Hever, Muizen en Mechelen kwam hij terecht bij een bekende boer die hem tijdelijk onderdak verschafte. De brugwachter van de Withuisbrug op de Leuvense vaart, verwittigde op kerstavond de familie van Pieter-Jan in Leest. Men vreesde dat de municipaliteit van Leest al zou zijn verwittigd van Pieter-Jans desertie, en dat de gendarmes hem zouden arresteren. Op vaandelvlucht stond de doodstraf.

 

 

Afbeelding: foto uit 1910. Het nog bestaande gemeentehuis met balkon werd pas gebouwd in 1882.

 

 

 

1814 - Ondergedoken te Leest

Begin januari  1814 deden in Leest verhalen van de nederlaag van Napoleon te Leipzig de ronde. Er werd beweerd dat de Pruisische generaal von Bülow al met ruiterij en voetvolk België was binnengedrongen.

image005.jpg

Afbeelding: pastorie van Leest, oktober 2007: nauwelijks veranderd sinds 1814 qua uitzicht.

Het werd ook duidelijk dat de prefectuur van Mechelen geen bericht van de desertie had ontvangen. Pieter-Jan verbleef een tijd in Hombeek bij de familie Goossens en kreeg verkering met de dochter, Liesbeth. Hij werd daarbij wat overmoedig en vertoonde zich meermaals op publieke plaatsen. Hij werd ondermeer gezien te Mechelen en liep er de Leestse maire Jacques Somers tegen het lijf. Vertonghen, de nieuwe pastoor van Leest, stelde voor om Pieter-Jan te laten onderduiken in de pastorie te Leest. Niettemin deed het gerucht van zijn terugkeer de ronde in het dorp, en ene Willem de Rooster die zelf vijf jaar krijgsdienst bij het Franse leger deed, gaf zelfs openlijk kritiek op "de deserteur" in een herberg.

Enkele dagen nadat Pieter-Jan onderdook te Leest, galoppeerden zes gendarmes over de Zennebrug, de kerk en het gemeentehuis voorbij, recht naar de woning van de familie Diddens aan de Tiendeschuurstraat. Hoeve en erf werden doorzocht en familieleden werden geboeid naar de municipaliteit gebracht. Wanneer kort daarna de plaatselijke boeren gewapend met knuppels en stenen het gemeentehuis omsingelden, moesten de gendarmes wijken en trokken zij zich terug richting Mechelen.

 

1815 - Einde van de Franse bezetting

Toen op 11 april 1814 Napoleon troonsafstand deed, keerde de rust weer en moest Pieter-Jan Diddens niet langer ondergedoken leven. De Pruisische generaal von Bülow en de prins van Oranje verbleven zelfs in de streek in de aanloop naar de slag van Waterloo, die een definitief einde betekende van de Franse overheersing. De hereniging van de Nederlanden werd druk besproken en de Leestse koster Van Varenbergh pleitte zelfs voor een herdenking van de eenenveertig boerenjongens die bij de opstand in 1798 werden gedood en te Mechelen op het Sint-Romboutskerkhof werden begraven7.

Pieter-Jan Diddens huwde in 1817 te Hombeek met Elisabeth Goossens, de jonge vrouw uit Hombeek met wie hij verkering had en die hij zelf omschreef als de voornaamste beweegreden om terug naar huis te keren. Verschillende kinderen werden te Leest geboren. Op 13 november 1817 zag Jan Frans het daglicht. Op 12 april 1820 werd Anna Maria geboren, en op 25 juli 1822 werd Maria Diddens geboren. Het gezin breidde verder uit. Op 19 november 1824 zag een dochter Dorothea een levenslicht te Leest, op 29 november 1826 werd Clara geboren, op 24 september 1828 Pieter-Jan (dezelfde naam als de vader), op 30 januari 1831 An Katrien, op 7 december 1833 Martha, op 26 oktober 1835 Willem, op 22 februari 1838 Frans Louis, en op 14 mei 1844 Maria Martha. Pieter-Jan Diddens overleed in 1863 te Leest, 67 jaar oud.

Ook de familie van Pieter-Jans broer Jan Baptist, breidde nog uit: Henricus Diddens werd geboren op 18 februari 1817, Maria Teresia werd geboren op 7 juli 1819 en Paulina zag het daglicht op 7 november 1822 te Leest.

image009.jpg

Afbeelding: Het verhaal van Pieter Jan Diddens speelt zich af vóór het tijdperk van de fotografie. De volgende generatie zou zich, op latere leeftijd, wel laten fotograferen, en er zijn wel foto's van de tweede helft van de 19e eeuw van oud-soldaten van Napoleon (Pieter-Jan overleed in 1863). Op de foto rechts Frans Louis Diddens, de jongste zoon van Pieter Jan, omstreeks 1915. Hij was de jongste zoon van "de deserteur" en van Liesbeth Goossens uit Hombeek. "Lowieke" werd geboren op 22 februari 1838. Hij huwde in 1863 met Philomène Steenmans, links op de foto, dochter van Pieter Jan Steenmans, afkomstig van Heffen, en van Petronella De Muyer, afkomstig van Leest. Het gezin kreeg tien kinderen. Philomène Steenmans stierf in 1917 en Lowie overleefde haar tot in 1931. Hij werd 93 jaar oud.