Afbeelding met tekening

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

© Laurentii.be

 

Genealogie Laurentii

Numquam solus incedes

Inhoud

Blog

Documenten

Foto's

Gezinnen

Stamboom

Startpagina

Thematisch

Verhalen

Verwante families

 

Voetnoten

1 Zie verhaal uit 1546.

 

image009.jpg 

© Bewerking prenten uit private collecties: “De Officieren der Stad Mechelen”, 1800 – Brusselsepoort, 19e eeuw – stadszicht Mechelen, 1560 (Public Domain).

 

 Verhalen 1796 - Jan Frans Lauwens, ordehandhaver te Mechelen

 

Jan Frans Lauwens   werd vermeld als ordehandhaver te Mechelen bij de volkstelling van 1796. Hij was geboren op 13 januari 1761 in Leest als zoon van Hendrik Lauwens   en Lucie Van Aken en ging door het leven bij zijn tweede naam - hij had een oudere broer Jan. Hij was op 16 april 1793 gehuwd met Jeanne Katrien Sleebus. Het koppel woonde na het huwelijk enkele jaren in Puurs waar twee kinderen werden geboren.

 

image006.jpg

Afbeelding: uniform van de 'Officiere der Stad Mechelen' of ordehandhavers, omstreeks 1800.De mantels hadden een scharlaken rode kleur.

 

Bij de volkstelling in Mechelen van 1796 (het "Jaar IV" onder het Franse regime) werd hij vermeld met zijn tweede naam. Jeanne Katrien Sleebus werd foutief geregistreerd als "Slievens Anna Catharina". Jan Frans werd geregistreerd als "40" jaar oud (in werkelijkheid 34), en Jeanne als zijnde 32 jaar. De naam “Sleebus”, in het Mechels dialect uitgesproken als “Slië(b/v)es”, werd genoteerd als  “Slievens”.

 

Vergissingen met leeftijden en schrijfwijzen waren overigens niet ongewoon, gezien de afwijkende jaartelling ingevoerd onder de Fransen.

 

Het gezin woonde op het moment van de volkstelling 'extra muros'  te Mechelen.

 

Bij het huwelijk van Jan Frans Lauwens en Jeanne op 16 april 1793 te Leest waren Antoon Lauwens   en Jan Baptist Vloeberghen getuigen. Jeanne Katrien Sleebus werd geboren te Puurs. Zij overleed op 12 mei 1822 te Mechelen. Jan Frans was ook landbouwer te Mechelen. Hij hertrouwde op 26 april 1826 te Mechelen met Francisca Van Noten. Het gezin woonde in het gehucht Auwegem te Mechelen, maar had ook elders gewoond. Zoon Jan Frans   was geboren op 2 februari 1785 te Puurs. Een dochter Ann Katrien, werd gedoopt op 4 januari 1794 te Mechelen Onze-Lieve-Vrouw (getuigen Buelens Franciscus en Vloeberghs Anna Catharina), waar ook zoon Peter   werd gedoopt op 2 september 1795 (getuigen Peter Lauwens , Sleebus Maria Theresia). Hij overleed op 16 maart 1808, 12 jaar oud.

 

image008.jpgHet gezin woonde te Mechelen tijdens de volkstelling. Andere zonen als Peter Jan, werden er geboren op 8 juli 1797 (getuigen Anne Marie Walschaerts, 21, en Adriaan Verreth, 37, bureauchef) en Jacques Lambert zag er het daglicht op 17 september 1800 te Mechelen. Ook Anne Marie werd er geboren op 10 oktober 1803 en Joseph, op 29 september. Joseph overleed op 15 januari 1861 te Hemiksem. Merk ook dat Antoon Sleebus op 3 mei 1685 te Lippelo huwde met Marie Lauwers .

 

Na de Belgische onafhankelijkheid vinden we Jan Frans terug als landbouwer in het gehucht Auwegem in de Adegemstraat. Hij overleed er op 23 september 1845.

 

Zijn tweede vrouw Francisca werd geboren op 1 juli 1791 te Rijmenam als dochter van Jacques Van Noten (overleden op 1 november 1806 te Rijmenam) en Ann Katrien Van Hoof. Zij was dienstmeid en dagloonster en overleed op 4 april 1861 in de Keizerstraat 5 te Mechelen, melding “weduwe van Lauwens Jean François”. Uit dit huwelijk werden nog drie kinderen geboren: Florent   werd geboren op 23 februari 1827 te Mechelen. Hij overleed er op 6 februari 1828. Peter Jan   werd geboren op 12 februari 1829 te Mechelen, en Jeanne Marie   werd geboren op 6 april 1832 te Mechelen. Zij overleed er op 5 oktober 1889.

 

 

 

 

Kaart onderaan: deze prent uit 1560 geeft een goed idee hoe Mechelen gepercipieerd werd vanaf het platteland. In die tijd waren de stadsomwallingen nog intakt. Die zouden ongeveer 5,5 km rondom de stad hebben gelegen en zouden een gebied “intra muros” of “binnen de stadsmuren” van 120 ha hebben omsloten. In 1800 sprak men nog van 8 ‘poorten’, al hadden die vaak een andere bestemming gekregen, bijvoorbeeld als opslagplaats. We weten dat de Zandpoort al in 1546 zwaar gehavend was na een ontploffing1. De stadsomwalling verloederde de eeuwen nadien en verdween, met de finale afbraak tussen 1780-1813, op de Brusselpoort en kleine delen zoals de “Centjesmuur” aan het begijnhof na. Jan Frans Lauwens (1761-1808) maakte dit mee.

 

 

 

 

 

 

 

image011.jpg