© Laurentii.be
Genealogie Laurentii
Numquam solus incedes
Inhoud
Blog
Documenten
Foto's
Gezinnen
Stamboom
Startpagina
Thematisch
Verhalen
Verwante families
© Kaartbewerking Leest omstreeks 1747 van M.
Verbruggen, 1941 (Public Domain). – © Ingekleurde oude foto Leest uit
collectie laurentii.be, 2021.
|
|
Verhalen
– 1747
- Bijgeloof en hekserij: de geest van Christiaan Lauwens (Leest)
M.
Verbruggen tekende in 1941 een verhaal op over hekserij dat zich afspeelde
in 1747. Het ging ongetwijfeld over een door bijgeloof aangedikt verhaal,
maar opvallend zijn er verschillende verwijzingen naar Leestenaars die
werkelijk hebben geleefd ruim tweehonderd jaar eerder.
|
Hoofdrolspelers in het
heksenverhaal zijn Barbara 'Barbel' Vermeylen, die op 7 mei 1721 te Leest was
gehuwd met Christiaan Lauwens , hun oudste zoon Willem , 25 jaar oud want geboren op 29 maart
1722, en hun dochter Anne-Mieke , 12 jaar oud want geboren op 22 november 1734 te
Leest. Christiaan was overleden op 23
november 1736 te Leest. Het gezin woonde blijkens de volkstelling van 1723
aan de Tisseltsebaan te Leest, en ook Christiaans moeder Marie Van Den Bemde,
weduwe van Corneel Lauwens , woonde toen in bij het gezin.
In mei 1747 werd de koe ziek van
de weduwe Barbel Vermijlen. Barbel deed naar verluid beroep op een heks van
Willebroek, bijgenaamd "het Jaske".
De heks kwam tegen 10 uur in de voormiddag op de Tisseltbaan aan, ging in de
stal en zag daar een geest onder de vorm van een wit konijn op de koe zitten.
Vervolgens gingen de vrouwen naar de keuken om te wachten tot klokslag 12
uur, het uur waarop de geest kon worden ondervraagd. Om 12 uur gingen de
vrouwen terug naar de stal, vergezeld van zoon Willem, haar dochtertje Anne
Marie, en een buurvrouw Jenne Cauwenbergh, gehuwd met Peter Bulens van de Jesuïetenhoeve. Een gewijde kaars werd aangestoken, en
wijwater werd aangebracht. De heks vroeg vervolgens de vrijdagse en zaterdagse
litanie luidop te bidden, zonder één woord te missen. De gewijde kaars brak
en men wierp wijwater. Nu zag de heks de geest onder de vorm van een man
zonder benen. Hij vertelde haar dat hij de geest was van Christiaan Lauwens!
Hij droeg haar op te Hanswijk elf gebeden te horen, drie bedevaarten te doen
naar Heindonk, twee naar Kalfort, één naar Peutie, één naar Brussel naar de
Zavelkerk, drie naar de Sint-Romboutskapel, één
naar het kappelletje aan de boom van de Nekkerspoel (Mechelen). Dit alles
kostte drie schellingen.
Twee maanden later, rond de
oogsttijd, werd weduwe Barbel ziek. Opnieuw werd de heks er bij geroepen. De
heks "het Jaske" kwam
rond 11 uur aan. Opnieuw zag zij de geest van de overleden man zitten,
"op het hart van de weduwe". Om 12 uur werd een gewijde kaars
aangestoken, werden de litaniën gebeden, werd
wijwater geworpen. Dit gebeurde in het bijzijn van (de zieke) Willem en
Anne-Marie Lauwens, en van Jaak Bulens, de zoon van Peter Bulens en Jeanne
Cauwenbergh.
De geest vertelde "het
Jaske" dat er te Heindonk drie gelezen missen moesten worden gelezen
opdat zijn ziel rust zou vinden. De heks zei dat het goed was dat men haar
geroepen had, want er was nog tijd. Indien men nog vierentwintig uren had
gewacht, dan was de zieke weduwe zeker gestorven.
Barbel Vermeylen zou het voorval
overleven: volgens het parochieregister overleed zij op 22 januari
1775 te Leest. Mogelijk was Christiaan op een
gewelddadige manier om het leven gekomen, of had hij ten gevolge van een
ongeluk beide benen verloren. Dat is momenteel niet te staven. De vermelde
Peter Bulens, was geboren in 1675, pachter op de hoeve van de Jezuïeten, en
gehuwd met Joanna Van Cauwenberghe. Ook zij was
weduwe, want Peter Bulens overleed op 4 oktober 1741, enkele jaren voor het
verhaal zich afspeelde. De vermeende heks werd ook geïdentificeerd: Johanna
De Ridder, een vrouw die naar verluid gescheiden leefde van haar man Jan
Adriaensen. Zij werd naar verluid gevangen genomen en door het geestelijk hof
van Mechelen veroordeeld tot twee jaar gevangenschap in een vrouwenklooster.
Voor de rechtbank had zij bekend. Na de twee jaar, moest zij 's zondags na de
hoogmis vergiffenis vragen aan het volk voor de ergernis die zij gegeven had.
|
|
Afbeelding: de plaats waar zich het heksenverhaal
afspeelde, omstreeks 1747. In de bocht van de Tisseltbaan ligt de "Jezuietenhoeve".
In
ieder geval hebben de hoofdrolspelers echt geleefd. Dochter Anne Marie Lauwens huwde op 26
juli 1764 te Leest met Jan Steenmans. Zoon Willem Lauwens huwde eerder op 7 februari 1764 te Leest met
Jeanne Campion. Na het overlijden van Jeanne op 24
augustus 1780, hertrouwde hij op 9 januari 1781 te Leest met Marie De Moer.
|