© Laurentii.be Genealogie
Laurentii Numquam
solus incedes Inhoud Voetnoten 1 Zie
gezin uit 1612. 2 Zie o.m.
masterproef van Wendy Dens, Faculteit
Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent, 2009-2010 - Huibert Crijns in
Nederlandse Geschiedenis en Cultuur, 2018. - Herman Roodenburg
"Een verfoeilijke misdaad. Incest in het gewest Holland tijdens de
17e en 18e eeuw", 1993.
(c) Bewerking ets Jan Luiken, 1738 onder Public
Domain, uit private collectie. |
|
Verhalen – 1650 - "Een soldaat heeft de
moeder verkracht terwijl ze kreupel op bed lag" Jeanne Lauwens, een dochter van Jan Lauwens en Liesbeth Van Riet,
gedoopt op 8 juli 1622 in Zemst, lag kreupel te bed toen zij omstreeks mei
1649 op 26-jarige leeftijd door een soldaat werd verkracht. Zij bleef zwanger
achter en zou begin februari 1650 een kind in de wereld zetten1. Het kind was dochter Liesbeth, met de familienaam van de moeder
gedoopt op 6 februari 1650 in Zemst. Doopgetuige was Jeannes 25-jarige,
jongere, zus Liesbeth uit Zemst. Liesbeth zou kort na de geboorte overlijden.
Zij werd begraven op 13 maart 1650 in Zemst. We kunnen ons enkel voorstellen hoe de omstandigheden moeten zijn
geweest. Jeanne was een weerloos slachtoffer, kreupel te bed, en zij was
bovendien ongewenst zwanger achtergebleven. De impact op haar leven is niet
te onderschatten in de kleine leefgemeeschap die
Zemst toen was. 'Officiële' vermeldingen van verkrachting waren eerder zeldzaam,
al wil dat uiteraard niet zeggen dat dit niet voorkwam. Sexuele
delicten werden minder vaak gedocumenteerd tegenover gewelddaden als beroving,
plundering, moord en doodslag2.
In deze eeuwen werd vooral de geweldpleging door 'vreemde' (Franse, Bataafse,...) soldaten
neergeschreven. Het recht In onze gewesten kende men het Oud-Nederlandse recht, waarin net
als in het Oud-Franse recht, de doodstraf voor
verkrachting werd uitgesproken. Vanaf de 17e eeuw werd deze enkel nog
uitgesproken indien het misdrijf werd gepleegd op een minderjarige2. Gezien het om een
soldaat-huurling ging, is het weinig waarschijnlijk dat een strafmaat werd
uitgesproken. Jeanne was ongehuwd - volgens
het oude recht zou de daad indien zij gehuwd was mogelijk als overspel kunnen
worden beschouwd - en zij werd onschuldig geacht. Indien er twijfel zou
zijn of zij toestemming had gegeven, omdat niet kon worden aangetoond dat zij
zich had verzet of had geroepen, zou zij in het oude recht ook schuldig
kunnen worden bevonden. De beschrijving van de gebeurtenis laat in die zin
geen twijfel bestaan: men spreekt van een geweldsdaad (verkrachting) en neemt
de weerloosheid van het slachtoffer aan (kreupel en bedlegerig). In de latere Franse strafwetgeving vanaf 1795 in onze gewesten,
werd deze geweldpleging bestraft met zes jaar opsluiting, tot 12 jaar indien
het slachtoffer jonger dan veertien was of indien er meerdere daders waren.
In de Code Pénal van 1810 werd ook de "aanranding van de eerbaarheid"
toegevoegd, waarbij niet enkel ongewenst geslachtsverkeer, maar ook andere
feiten als een verwerpelijke daad werden bestraft. De latere Belgische
wetgeving zou deze benadering tussen 1831-1867 overnemen. |
|
|
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|