© Laurentii.be Genealogie Laurentii Numquam solus incedes Inhoud Voetnoten 1 Sommige bronnen vermelden Cadzand als geboorteplaats. 2 Dit lijkt ons onmiskenbaar, al doen heel wat Anglofiele genealogen hun best om hypothesen rond een 'Britse' of zelfs een 'Romeinse' oorsprong te lanceren. 3 Aline de
Warenne was geboren omstreeks 1120 in Surrey, Engeland,
en overleed op 12 juni 1178 in Huntington, Engeland. Zij kwam voor als personage in de roman “Lords of the White
Castle” van Elisabeth Chadwick uit 2013 en wordt er
vermeld als nicht van William Longsword. Dit was een familie
met Vlaamse en Engelse wortels. Een verwante, Willem de Warenne, Earl of Surry, overleed tijdens een kruistocht
in 1147. Een voorouder die ook Willem de Warenne
heette en die leefde
tussen 1035 en 1085, was één van de belangrijkste Normandische edelen in Engeland. Hij was
gehuwd met Gundrada (1055-1085), de zus van een Vlaamse
edelman, was voogd van de
abdij van Sint-Bertinus
te Sint-Omaars en was Earl of Chester in Engeland. Zijn zoon Reinoud erfde de Vlaamse bezittingen. Er waren ook banden
met het huis de Lancaster via het huwelijk van dochter Gundred, en met koning Hendrik
van Schotland via het huwelijk met dochter Ada. 4 Afstammelingen van Normandische 'Noormannen'. 5 Zie ook artikel over de Vlaamse emigratie naar Engeland en Schotland vanaf de 11e eeuw. 6 In
Brugge was er vanaf 1302 een gilde
van edelsmeden, en zij
waren tot in Engeland bekend
voor hun ambacht. De edelsmeedkunst was
de eeuwen daarvoor al bekend. Zie
onder meer meldingen in
de stadsrekening van Brugge in 1290-1292; proefschrift van Silke Mulaert
in 2012; bewerking van de stadsrekeningen
van Brugge door Wyffels in 1965; auteur J. Gaillard
in de 19e eeuw; verhaal van de Gentse poorters in 1434. 7 Ook de (Franse) variant Laurence (tegenover de "double v" in de Franse taal of de "double u" in de Engelse taal) kwam voor. In de Franse taal zou eeuwen later ook de spelling "Laurin" opduiken als klanknabootsing van "Lauwerijn" in Vlaanderen. Terwijl later varianten met de "ij" bleven bestaan, ontstonden ook schrijfvarianten als Lauwerens in het Graafschap Vlaanderen en het Hertogdom Brabant, waaruit dan weer Lauwers, Lauwerts en Lauwens ontstonden. 8 In juli 1338, het jaar daarop, deed hij een poging
om Antwerpen aan te vallen.
Zie literatuur over de Honderdjarige oorlog en Edward
III. Robert Lawrence had overigens in Lancaster een naamgenoot, geboren tussen
1290-1294, als zoon van John Lawrence en Margareth Chesford. 9 Tijdens deze kruistocht zou Diederik van de Elzas de relikwie van het Heilig Bloed meebrengen naar Brugge. 10 Jago van Cadsant, werd aan het begin van de 9e eeuw aangesteld door Liederik De Buck, de forestier van het graafschap Vlaanderen. Jago kreeg het recht munten te slaan en liet op Cadzand een versterking bouwen die in 874 werd verwoest. [Bron: “De heren van Cadsant, stamboom en heraldiek”, Rigo Hinderycks, Brugge]. 11 Zie ook resultaten uit DNA-onderzoek langs mannelijke lijn. © Gestilleerde
familiewapens laurentii.be van L. Lauwens, 2015 – © Migratie
kaart, bewerking kaart GeoBasis DE/DKG, Google
maps 2019 onder gebruikslicentie
– Bewerking oud wapen Cadzand in het Groeningemuseum Brugge, onder Public Domain (originele foto accreditatie Heraldry of
the world, 2017, Wikimedia). |
|
Voorouderlijke stamlijn - 1160 Lauwereyns/Lawrence – de Warenne
Robert Lauwereyns / Lawrence, zilversmid uit
Vlaanderen Zilversmid
Robert Lawrence / Lauwereyns was een zoon zijn de Vlaamse ridder Laurens
van Cadsant. Zijn vader verbleef toen in East Sussex en kwam van Cadzand in
het graafschap Vlaanderen. Robert had de
stiel vermoedelijk in Vlaanderen geleerd, waar deze vanaf de 12e eeuw,
onder meer onder de invloed van Cordobaanse zilversmeedkunst in Brugge en
Gent, een hoge vlucht nam. In Engeland ging hij werken voor het huis van
Lancaster4, en trok naar het noorden. Zilversmeden uit
Vlaanderen stonden in hoog aanzien5. Waar
goudsmeden vooral sieraden maakten, maakten zilversmeden eerder
gebruiksvoorwerpen zoals tafelzilver en sieraden als trouwringen. In de 12e eeuw
was de zilversmeedkunst het meest vermaard in het Prinsbisdom Luik, het
Maasland en het Rijnland. Het ging dan vooral om reliekhouders,
processiekruisen en andere kerkelijke siervoorwerpen versierd met reliëfs.
Brugge en Gent moesten hier niet voor onderdoen6.
Archeologische vondsten vanaf de 10e eeuw bevestigen dat de
zilversmeedkunst toen al in het graafschap Vlaanderen een hoog niveau had
bereikt. De zilveren deniers van de graaf van Vlaanderen hadden een hoger
zilvergehalte dan de Franse. Engeland zou pas op het eind van de 12e eeuw
de zilveren Sterling introduceren. In het Zuiden van Engeland was eerder de
tin bewerking een lokale nijverheid in de 12e eeuw. Omdat het
gebruikte tafelzilver werd herwonnen en opnieuw omgesmolten, is er
archeologisch niet zoveel bewaard gebleven uit deze eeuwen. Na de “ontdekking”
van Amerika in 1492 was er een grotere toevoer van zilver en in het
Bourgondische rijk won de zilversmeedkunst aan belang om het prestige van de
elite te etaleren. |
|
Banden met
Vlaanderen en Engeland Roberts zoon
Robert Lawrence II was naast zilversmid ook militair. Hij vertrok in 1188 op
kruistocht en werd in 1191 tot ridder geslagen door koning Richard
Leeuwenhart van Engeland, na deelname aan de kruistocht van 1188-1192. Zijn
voorouders van Cadsant telden kruisvaarders in dezelfde generatie en in de
generaties ervoor, zoals Guido van Cadsant de Baenst omstreeks
11479, Roland van Cadsant en Antoon van Cadsant omstreeks 1095. Kleinzoon
Odin Lauwerijns uit Brugge zou hetzelfde pad volgen in 1248 en nog in 1396 nam
Jan van Cadsant deel aan een kruistocht met Jan van Nevers ("Jan zonder
Vrees") en liet het leven bij de roemloze slag van Nicopolis tegen
de Turken. De ‘Engelse’
Lauwereyns/Lawrence stamlijn zou starten met de emigratie van Laurens van
Cadsant naar East Sussex in 1120. De generaties ervoor waren aangesteld
als heren van Cadsant vanaf de 9e eeuw10. Voorouders
van Laurens van Cadsant kwamen uit Suffolk, UK in de 10e eeuw.
Voorouder Olivier van Cadsant verbleef in Cadzand, Vlaanderen,
omstreeks 950. Verder terug in de tijd, kwamen voorouders vermoedelijk van
Vikings die zich na 869 en, permanent, vanaf 879 in het oosten van
Engeland vestigden11, onder meer in Suffolk en Norfolk,
waar ook een afwijkend dialect ontstond. Na 917
migreerden heel wat van deze Deense Engelsen, na de dood van een Deense
koning in Tempsford en de annexatie van het hertogdom door Edward de
Oudere van Engeland. Het was niet ongewoon dat hun nakomelingen door
de Franken werden aangesteld om eilanden als Cadzand en Diepenhede aan de
monding van de Schelde te verdedigen. De verwantschappen met 'Noormannen'
blijken in meerdere generaties. Toen Willem de Veroveraar vanuit Normandië
Engeland veroverde in 1066, verwierven de voormalige viking-Normandiërs heel
wat macht.
Lauwereyns en Lawrence hadden hetzelfde devies
(einde 13e eeuw
- “Dapperheid in moeilijke omstandigheden”) behouden blijven. Dit
devies is gelijkaardig met deviezen van Lawrence in Engeland (“Virtute vinces”
of “Dapperheid overwint”). De Robert
Lauwereyns die in 1330 terugkeerde naar Engeland Bij de nakomelingen van Odin Lauwereyns van Diepenhede weten we dat Robert Lauwereyns in 1330, drie generaties later, terugkeerde naar Engeland. Robert ging er bij de naam Lawrence7.
Dit was de periode waarin
de Engelse koning Edward
III een expeditie zond naar het eiland Cadzand tegen de Franse vazal Lodewijk van Vlaanderen.
Het eiland werd in november 1337 door de Engelsen bezet8 en Robert zou in Engeland overlijden
omstreeks 1360. Zijn nakomelingen gingen bij de Engelse naam Lawrence en
vestigden zich in de
omgeving van Suffolk, UK. |
|||||||||
|
|
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
|