© Laurentii.be Genealogie Laurentii Numquam solus incedes Inhoud Voetnoten 1 Hij werd geboren op 27 april
1769 in Londerzeel als zoon van Frans Lauwers en Katrien Adriaensens (gehuwd
op 20 juni 1748 in Lippelo). 2 Hij werd geboren in Londerzeel als zoon van Jan Van Crombruggen en
Maria Goossens. 3 In Leuven had de keizer in 1783 bijvoorbeeld een klooster van de
Clarissen opgeheven, om er in 1785 een militaire bakkerij van voor het
Oostenrijkse leger te installeren. In 1786 werd het klooster zelfs
particulier verkocht. Zie verhaal uit 1787. 4 Dit is ook in 2020 nog een café tussen Londerzeel en Londerzeel
Sint-Jozef, aan Klein Holland in Londerzeel. In het najaar 2020 wordt het een
eetcafé met groot terras. Het wordt al enkele generaties uitgebaat door families
Van Keer. 5 Zie ook het verhaal van de Oostenrijkse soldaat Jan Pessendorfer uit 1793. Bronnen: o.m. verhaal bewerkt door Louis De
Bondt en Frans Hallemans. © Afbeeldingen munten uit privé
collective – reconstructive Brabantse driekleur Laurentii.be, 2020 –
afbeelding munt “Domini est regnum” onder Creative Commons licentie CC0 1.0,
Jacques Verlaeken, 2012 (Bron: Wikimedia). |
|
Verhalen - 1790 – Dominic Lauwers
krijgt een messteek in Huis ten Halve (Londerzeel)
De Brabantse omwenteling De aanleiding tot de opstand in Brabant, was een
groeiende onvrede bij de bevolking en de geestelijkheid3 ten opzichte van de Oostenrijkse
overheersers. Onder meer de keizerlijke edicten van 1789 waren druppels die
de emmer deden overlopen, omdat deze een verdere hervorming van de
bestuurlijke en rechterlijke macht aankondigden, terwijl de misnoegdheid al
jaren groeide.
België zou België niet zijn, mocht er niet al
snel onenigheid ontstaan in de rangen van de opstandelingen. Behoudsgezinde
staatsgezinden voerden de plak in de Staten van Brabant waarin steden als
Brussel, Antwerpen en Leuven een doorslaggevende rol speelden. Zij zochten
steun bij Pruisen, dat sinds november 1789 troepen in het prinsbisdom Luik
had. De Vonckisten hadden meer aanhang in Henegouwen en Vlaanderen en stonden
een democratische centrale staat voor. Mogelijk lonkten zij naar een
constitutionele monarchie naar Frans model, mogelijk een regering onder de
Oostenrijkse vorst, alleszins keken zij ook naar de Verenigde Provinciën in
het noorden. Een reactie van Oostenrijk kon niet uitblijven. Het keizerrijk Oostenrijk reageert De Oostenrijkse keizer Jozef II overleed op 20
februari 1790. Leopold II volgde hem op. De Pruisen lieten de opstandelingen
in de steek en Oostenrijk herstelde de macht met het herstel van de wet en
een algemene amnestie. Het Oostenrijkse leger nam Brussel in september
1790. Ook Londerzeel bleef niet onberoerd. Londerzelenaars als Dominic
Lauwers1
sloten zich aan bij het patriotten leger. Graaf Carolus Hendrik Boot, heer
van de heerlijkheid Londerzeel, liet meteen de Brabantse driekleur weghalen
van het dorpsplein om het naar zijn kasteel op Ursene te brengen. Het
Oostenrijkse leger voerde slag bij Turnhout, en de schermutselingen breidden
zich uit over heel Vlaanderen, tot in Henegouwen, Namen en Limburg. In december 1790 zat Dominic Lauwers in de
herberg “Huis ten Halve” 4.
Hij was met andere rebellen zich gaan aansluiten bij het leger van de
patriotten in september en was teruggekeerd naar Londerzeel. Niet iedereen
keerde terug. Hendrik Van Crombruggen2
was in september ziek geworden, mogelijk gewond, en was in het hospitaal van
Marche-en-Famenne overleden. Dominic werd in de herberg aangesproken door een
kozijn van zijn moeder, de 58-jarige Jan Adriaensens. Deze Jan was
keizersgezind “en was dat altijd
geweest, en die reputatie hebbend”. Jan moet smalende opmerkingen hebben
gemaakt over de vrijwilligers die zich voor het leger van de patriotten
hadden gemeld in september. “Waar zijt gij nu met uwen
standaard?”, staat in een getuigenverslag. Jan moet volgens
de overlevering gezegd hebben dat hij geen stuiver voor dat leger had willen
geven en lachte Dominic uit. Een andere patriot verweet Jan “een
vijg” te zijn, en Jan, bijgestaan door zijn broer
Peter en zijn zoon Antoon, repliceerden dat men de zogenaamde patriotten voor
20 jaar zou moeten verbannen, en dat hun geld “Judaspenningen”
waren. De waard van het Huis ten Halve, Philips Van Aken, moet de gemoederen
nog hebben proberen te bedaren, maar er brak een handgemeen uit. Dominic
Lauwers kreeg een messteek in het tumult dat volgde. Chirurgijn Jan Baptist Verheyden werd er bij
geroepen en stelde een snee van 4 vingers lang en 3 vingers breed vast in de
zij van Dominic. Gelukkig was de messteek niet dodelijk en zou Dominic de
aanval overleven. Op april 1791 werd Jan Adriaensens voor dit feit door de Vierschaar
van Londerzeel veroordeeld in de herberg “de Croon”.
Maar Jan liet het daar niet bij en ging op 7 mei 1791 in beroep. Hij kreeg
gratie op 16 juli op advies van de procureur-generaal van Brabant. De meeste staatsgezinden, inclusief hun leider
Van der Noot, waren naar Noord-Brabant gevlucht. Vonckisten die er om
verzochten, kregen amnestie. De keizer Leopold II was meer tactvol bij zijn
hervormingen dat zijn voorganger Jozef II. Niet lang daarna vielen Franse
revolutionairen Londerzeel binnen en de Oostenrijkers werden verdreven5. |
|
|
|||||||
|
|
||||||||||
|
|
||||||||||
|
|