Historisch
bekende tijdgenoten en familieleden van Juan de Peralta
Gaston Carillo
de Peralta y Bosquete,
onderkoning van Nueva España (Amerika)
Gaston
Carillo de Peralta y Bosquete, de derde markies van Falces
in 1510-1595, was onderkoning van New Spanje (Nueva
España of de Spaanse bezittingen in Noord- en Centraal Amerika, met
hoofdstad Mexico-City) van 16 oktober 1566 tot 10 maart 1568.
Hij volgde Luis de Velasco op, of beter, diens
interim opvolger Francisco Ceinos na het
overlijden van Velasco in juli 1564. Gaston werd
meteen geconfronteerd met een samenzwering tegen het Spaanse koningshuis,
waarbij ook Hermán Cortés was betrokken. De samenzweerders streefden (toen
al) naar onafhankelijkheid van Spanje. Gaston de Peralta kwam op de hoogte
van de samenzwering toen hij nog in Veracruz was.
Bij zijn aankomst in Mexico-stad, veranderde hij de doodstraf, uitgesproken
door een lokale rechter van de Real Audiencia de Mexico, voor Luis en Martin Cortés
en zond hen terug naar Spanje. Bij
zijn aankomst in Mexico-stad was de sfeer er gespannen. Hij liet de
artillerie en soldaten verwijderen rond het paleis van de onderkoning en
streefde naar consensus. Hij werd daarvoor ter verantwoording geroepen in
Spanje – de verklaring voor zijn eerder korte regeerperiode – maar niet
nadat hij een hospitaal had opgericht voor bejaarden, invaliden en geestenszieken. Terug in Spanje kwam zijn rechtzaak voor en werd hij vrijgesproken. Hij nam er de
functie van consul van Navarra op, een titel die ook door Juan de Peralta
werd gevoerd, en hij overleed in 1587 in Valladolid.
In
Nieuw-Spanje volgde Alonso Muñoz hem op als
president van de Audiencia, en meteen startte een
paranoïde regime waarbij de doodstraf werd uitgesproken tegen alle vermoede
tegenstanders. Alonso Muñoz gedroeg zich als een
tiran en werd daarvoor, na diverse klachten van burgers aan de Raad voor de
Indiën, teruggeroepen naar Spanje. Hij werd er
berecht en belandde in de gevangenis.
Kort daarvoor in
1540-1542 had Antonio de Mendoza aan Francisco Vazquez
de Coronoda opgedragen het Amerikaanse Zuidwesten
te verkennen en toe te voegen aan het uitbreidende territorium. Juan Rodriguez Cabrillo kreeg een
soortgelijke opdracht en was doorgebroken tot de Grote Ocenaan
via de westelijke kust van Las Californias (Vieja California of Baja California) in
1542-1543. Dit gebied kreeg de naam Nieuw-Californië (Nueva California) en Cabrillo was
daarmee de eerste Europeaan om voet aan land te zetten in wat nu de huidige
staat Califonië is in de V.S.. Tussen 1542-1543
verruimde ook Ruy Lopez de Villabos het Spaanse
Oost-Indië. Deze territoria behoorden tot Nieuw Spanje toen Gaston Carillo de Peralta
onderkoning werd. In 1565 boekten de Spanjaarden ook succes in wat nu het
huidige Florida is, met de stichting van Sint-Augustine.
In 1564 besloot men de Filippijnen te veroveren.
Afbeeldingen Gaston Carillo de Peralta; het Peralta Adobe is
het oudste adres in San José, Californië, gebouwd in 1797, als oudste
overblijvende woning van El Pueblo de San José de Guadelupe.
Deze voormalige woonplaats van de families Gonzales
en Peralta, is nu een museum. Het landgoed was
een gift van de laatste Spaanse
gouverneur Don Pablo Vicente de Sol aan sergeant Luís Maria Peralta (1791-1851) voor 40 jaar dienst in het Spaanse
leger. Zijn vier zonen vestigden zich op het landgoed.
Diego de Peralta, een
reisgenoot van Magelaan en Juan de Peralta, een
Spaanse kapitein die zich vestigde in de Filippijnen
Bij
Magelaans expeditie in 1518, was één van de
(Baskische) bemanningsleden ene Diego de Peralta, afkomstig van de
gelijknamige plaats. Dat jaar voeren vijf schepen naar de Filippijnen: de
Trinidad, de San Antonio, de Concepción, de
Santiago en de Victoria. 36 van de 365 bemanningsleden waren van
Baskische origine. Slechts drie schepen bereikten de Filippijnen, en
Magellaan werd er gedood.
Na de
dood van de onderkoning don Luis de Velasco was
het zoals gezegd de Audiencia die regeerde. Eén
van hun eerste bekommernissen was de verovering en kolonisatie van de
Filippijnen, zoals koning Filip II (die zijn naam gaf aan de eilandengroep)
had bevolen. In 1559 had Fray Andrés de Urdaneta het commando van de expeditie geweigerd en don
Miguel López de Legazpi had aanvaard. Vier
schepen voerden uit op 21 november 1564: de San Pablo, de San Pedro, de San
Juan en de San Lucas, onder de leiding van Legazpi
en Urdaneta. Eens aangekomen, zond Legaspi de ervaren zeeman Urdaneta
terug om een betere route te vinden. Urdaneta
voer van San Miguel naar Cebu op 1 juni 1565 Het schip bereikte
uiteindelijk Acapulco op 8 oktober 1565 na een reis van 12000 mijl (20000
km) die hen 130 dagen nam. Veertien bemanningsleden hadden de reis niet
overleefd. Hoewel Alonso de Arellano een snellere
route had gevonden en al in augustus was aangekomen in Barra
de Navidad, Jalisco,
waren Urdanetas notities veel betrouwbaarder en
kreeg zijn route de voorkeur.
Philip
II was King of Spain and Portugal, Naples, Sicily, and, during his wife
Mary Tudor's reign, King of England and Ireland...
Vanuit
Mexico keerde Urdaneta terug naar Europa om
verslag uit te brengen van de expeditie. Hij keerde van daar terug naar
Nieuw-Spanje met het voornemen opnieuw naar de Filippijnen te varen, een
voornemen dat hij niet meer zou uitvoeren. Miskend door de nieuwe koning
Karel I van Spanje, trok Urdaneta zich terug als
Augustijner monnik. Voor de rest van de 16e en 17e
eeuw werd zijn route bevaren tussen Manilla en Acapuclo,
een route die de naam “Urdaneta route” meekreeg.
Kapitein
Juan de Peralta (1583-1646) was geboren in Santander, Spanje, en voer naar
de Filippijnen. Hij werd er de stamouder van een vooraanstaande familie.
Don Juan de Peralta
Suárez schreef het eerste Mexicaanse boek over
paardrijden in 1581
Don
Juan de Peralta Suárez
schreef het eerste Mexicaanse boek over paardrijden. Hij stelde dat de
beste paarden in het land licht
kastanje, zilver grijs en donker sorrels waren,
omdat deze "uitstekend dieren van zeer goede snelheid, zeer geschikt
om te zetten in de oorlog” waren. Ze reden gemakkelijk en waren het snelst.
Pedro de Peralta
in dienst van koning Juan II in de
15e eeuw
Een
illustere voorouder van Juan de Peralta was Pedro
de Peralta, ook genoemd Pierres de Peralta, bijgenaamd “el Joven”, in het Nederlands “de Jonge”. Hij ging de
geschiedenis in als een wreed, bloeddorstig en despotisch man.
Pedro
was een zoon van Pedro Martínez de Peralta y Ruiz de Azagra, ook bekend als mosén
Pierres de Peralta "el Viejo",
in het Nederlands “de Oude”, en diens echtgenote Juana
de Ezpeleta y Garro,
dochter van de baron van Ezpeleta en de zuster
van mosén Beltrán de Ezpeleta, eerste burggraaf van Val de Erro. Pedro de Peralta was in
1442 zijn vader opgevolgd en in 1440 in Tafello
gehuwd met Agnes van Brabant, een buitenechtelijke dochter van Anton van
Boergondië (1384-1415).
Afbeelding: het wapen van Don Pedro de Peralta, waarin we het in het rechts onder kwartier het
Brugse wapen van de Peralta herkennen.
Agnes
van Brabant overleed op 9 juli 1455 en Pedro hertrouwde op 18 juni 1462 met
Isabel de Foix, de dochter van Gaston de Foix-Grailly en tevens nicht van Catharina I van
Navarra (toen weduwe van Jacques de Pons, burggraaf van Turenne).
Pedro de Peralta was de aanvoerder van de Agramonteses, een verbond van edelen die in de
burgeroorlog van Navarra de zijde kozen van Johan II van Aragon. Hij nam
zijn belangrijkste tegenstanders Karel van Viana
en Lodewijk I van Baumont gevangen bij de slag
van Aibar in 1451 tegen de Beaumonteses,
de medestanders van Karel van Viana die aanspraak
maakte op de troon van Navarra.
|
Afbeelding: een
familiewapen van de markiezen de Peralta (zie hoger) waaruit de binding
blijkt met de wapens gevoerd door Pedro de Peralta
– op zijn beurt met elementen die ook bij de aangetrouwde Brugse familie
herkenbaar zijn.
|
|
Nog
in 1461 had hij de plaats Viana verdedigd tegen
de Castiliaanse troepen. Vervolgens trok hij naar Catalonië in 1462 om de
belangen van Aragon en Juan II te verdedigen en de opstandige Catalaanse
troepen te confronteren. Hij nam er Blanca, de sus van Kare
van Viana gevangen. Zij overleed twee jaar later
in de gevangenis van Orthez, waarschijnlijk door
vergiftiging, en Pedro werd ter dood veroordeeld en zijn bezittingen in
beslag genomen. Juan II verleende gratie, en Pedro betrad opnieuw het
strijdtoneel. In 1463 verdedigde hii Estella tegen Castilië, hoewel Navarra de stad moest
overdragen.
Pedro
de Peralta reisde naar Rome en bewerksteligde de benoeming van Nicolas de Echávarri tot bisschop van Pamplona. Tijdens de Cortes
die in november 1468 te Navarra werd gehouden, legde hij een hinderlaag en
bracht bisschop de Echávarri om het leven met een
lans. Pedro wer geëxcommuniceerd, zijn bezit werd
opnieuw in beslag genomen, en opnieuw kreeg hij pardon van Juan II. In 1469
bemiddelde hij in het huwelijk tussen Ferdinand II van Aragon en Isabella I
van Castilië. Datzelfde jaar verzette hij zich tegen de vrede gesloten
tussen Gaston IV van Foix, diens vrouw Eleonora I
van Navarra en Johan van Beaumont door steden als Tuleda,
Sangüesa, Peralta, Falces, Funes en Azagra te bezetten. In 1471 werd vermeld dat hij boete
deed te Rome voor de moord op de bisschop. Het leverde hem de gratie van
paus Sixtus IV op, maar hij moest als
boetedoening 3 jaar vechten tegen de Turken – een boete die later werd
omgezet in een verbintenis te strijden tegen de Moren in Granada.
In
1474 ontzette hij koning Juan II in Perpignan toen die daar belegerd werd.
Pedro de Peralta verliet het politieke
strijdtoneel na de dood van Juan II in 1479. Hij overleed in 1492 te
Navarra. Zijn kinderen waren Pedro, Juana
(in 1467 gehuwd met Troillo Carilla,
een buitenechtelijk kind van Alonso Carillo) en
Ana (dochter met Isabella de Foix).
Pedro de Peralta
(2) gouverneur van New Mexico in 1610
Een
naamgenoot van voormelde voorvader van Juan de Peralta, bereikte de eerste hoofdsstad van de Amerikaanse staat New Mexico in
januari 1610. Hij was aangeduid als gouverneur in opvolging van Oñate in 1607 na diens weinig succesvolle zoektocht
naar het legendarische zilver van Quivira en
expedities langs de Colorado rivier en in het zuiden van de Golf van
Californië. In 1609-1610 stichtte hij de stad Santa Fe (“Heilige hoop”). De
hoofdstad van New Mexico was de stad San Gabriel aan de westoever van de
Rio Grande. Juan de Oñate was de eerst gekende
gouverneur en stichter van New Mexico. Omdat de stad te ver naar het
noorden lag ten opzichte van de pueblo dorpjes bezuiden de Rio Grande, had
de Oñate in 1608 al het voornemen om de hoofdstad
te verhuizen naar Santa Fe, een voornemen dat door Pedro de Peralta werd uitgevoerd.
Afbeelding: een andere naamgenoot, Pedro de Peralta
Barnuevo Rocha y Benavides (1664-1743)
kennen we uit de geschiedenis van Peru, Zuid-Amerika. Hij was
Peruviaanse dichter, dramaturg, geschiedschrijver, wiskundige en professor
aan de universiteit van San Marcos in Lima, Peru. Hij was een nazaat van
Cristobal de Peralta, een lid van Pizzaro’s
expedities naar Peru vanaf 1524.
Kapitein Francisco de
Peralta, gevangene van Engelse boekaniers in 1680
In
het dagboek van Basil Ringrose, een Engelse
piratenkapitein (boekanier) in het Caribische gebied, kreeg Francisco de
Peralta een vooraanstaande plaats. Het boek werd gepubliceerd in 1685 in
Londen, Engeland. Op 23 april 1680 namen de boekaniers een Spaanse kapitein
gevangen nabij het eiland Perico, Francisco de Peralta. De boekaniers waren er op uit om een raid uit
te voeren op een nieuwe nabijgelegen stad in Panama op het schiereiland Ancón. Ringrose omschreef
zijn gevangene aanvankelijk als een “oude
Spanjaard, afkomstig uit Andalusië”, al voegde hij er aan toe dat de
Spanjaarden zich moedig hadden verdedigd.
Tijdens
het gevangenschap groeide tussen beiden kapiteins een warme vriendschap en Ringrose leerde van de Peralta zelfs een mondje Spaans.
Tien jaar eerder was kapitein Francisco de Peralta nog ontsnapt met de Santisima Trininad (Heilige
Drievuldigheid) tijdens een raid van de boekanier Morgan. De Peralta werd
pas in december dat jaar vrijgelaten in Coquimbo.
Francisco Ibáñez de Segovia y Peralta, gouverneur van Chili in
1700
Francisco
Ibáñez de Segovia y Peralta, geboren in 1644 in
Madrid, was Spaans koloniaal en gouverneur van Chili tussen 1700 en 1709.
Hij overleed in 1712 te Lima.
Afbeelding: Francisco Ibáñez de Segovia y
Peralta, van de hand van een 18e eeuwse onbekende schilder, in
het Museo Historico Nacional.
|