© Laurentii.be
Genealogie Laurentii
Numquam solus incedes
Inhoud
Blog
Documenten
Foto's
Gezinnen
Stamboom
Startpagina
Thematisch
Verhalen
Verwante
families
Voetnoten
1 Oudere benamingen
waren falloerden in 1417, fallanten in 1458, falaën
of fauluynten in 1727, follontjens
in 1779, faillanten in 1821. In de geologie is falun een verwijzing naar een schelpenbank, een andere mogelijke
verklaring, gezien de
Meldertse ondergrond, waaruit
zandsteen werd gewonnen voor onder meer de bouw van de
Sint-Goedelekapel in Moorsel,
schelpen bevatte.
2 Dit is de 1e2 generatie in het voorouderlijk geslacht Van
Praet gedocumenteerd op de stamboompagina
Van Praet.
3 Zij werd in 1440 vermeld in de Schepenboeken
van Aalst als Beatrix, en we weten dat zij in 1462 werd vermeld
als weduwe.
© Artwork laurentii.be, 2022. –Kaart familienaam.be
onder gebruikslicentie. – Foto Sint-Gudulakapel
onder Creative Commons licentie CC BY-SA 3.0, Gestebier,
2014 – © Houtsprokkelaarster, Crepin,
1860 uit private collectie.
|
|
Blog - 1350 – Families Uyttersprot:
falluintjes uit het sprokkelhout
Er zijn meerdere naamvarianten door
de eeuwen heen: Uyt(t)ersprot,
Uijttersprot, Uytte(n)strot,
Uyttersport, Wit(t)esprote,
Witesprost, Uyste(r)pruyst, Uystpruyst, Uyttersprock, Uyttersproot, Uytterstrot, Heutterspreute, Heuster(s)preute, … De meest oorspronkelijke
schrijfvormen zijn Van der Sproct en Uytersproct in het midden van de 14e eeuw in
de omgeving van Aalst.
De
familienaam Uyttersprot is een toponiem, die verwijst naar de plaatsnaam Sprokt in Moorsel, Oost-Vlaanderen, bij Aalst. Een “Spork(t)” is een plaats waar
kreupelhout of sporkenhout groeit. Ook het woord
“sprokkelhout” is een afgeleide (met inversie van de “o” en de “r”).
Moorsel ligt in de Denderstreek, en wordt samen met gemeenten als
Baardegem, Herdersem en Meldert vaak benoemd tot
de Faluintjesgemeenten. Deze voormalig zelfstandige gemeenten zijn
nu deel van de fusie Aalst. Ook die term “Faluintjes”
is etymologisch verwant. Het verwijst naar het middeleeuwse falloerden, wat takkenbossen of houtbussels
betekent1. De takkenbossen waren samengesteld uit wilgen-
en essenhout. De omgeving stond voor deze vegetatie bekend. Ook de
oorsprong van de stadsnaam Aalst wordt in die richting gezocht: de naam zou
een afleiding zijn van het Frankische alosa (els) of alisa
(elzenbos).
Vanaf
de 14e eeuw werd de streek vooral bekend voor de hopteelt. De
paters van Affligem hadden daar naar verluid de hand in en Aalst werd een
centrum van de hophandel in de 16e eeuw.
|
Historische vindplaatsen
14e eeuw
|
In Aalst komt de
naam van der Sproct / Van der Sporct /Uytersproct eerst voor:
·
Jan Van
der Sproct werd geboren omstreeks 1380 en had meerdere kinderen: Joos,
Pieter, Gertrude, Jan junior, Beatrix3, Johan en Ruben.
·
Zijn
vader Van der Sproct werd in de omgeving van Aalst
geboren omstreeks 1350.
De naam Van der Sporc(k)t
/ Van der Sproct kwam rond deze tijd
ook voor in Noord-Brabant, Nederland als een alias. Er lijkt geen onmiddellijke verwantschap met de Vlaamse
families te zijn uit de omgeving van Aalst. Er is
wel een etymologisch verband: ook bij deze familie
gaat het om de verwijzing
naar een plaats waar sprokkelhout te vinden
was. Dat was het Sprokt(woud) bij Griensven
in Den Dungen, dat samen met Maaskantje en Rosmalen een deelgemeente
werd van Sint-Michelgestel nabij
‘s Hertogenbosch.
·
Er is een melding
van Godschalk van Middelroy
alias van de Sporct geboren omstreeks 1320 in de omgeving van ‘s
Hertogenbosch.
·
Er is een melding
van Robert Lambrechts Hutmans alias van der
Sporct, geboren omstreeks 1340 in de omgeving van ’s Hertogenbosch in
Nederland.
·
Er is een melding
van Agnes van der Sporckt, geboren omstreeks 1360 in De Dungen, Noord-Brabant, Nederland. Zij
huwde met Lambert Keelbreker in ’s Hertogenbosch
en overleed in het nabij gelegen
dorp Den Dungen. Zij was een
dochter van Hendrik Uyter Hasselt
en Catharina van der Sprockt uit ’s
Hertogenbosch, Nederland.
·
Als vader
van de moeder wordt Roelof van der Sprockt
vermeld, geboren omstreeks 1310.
De alias komt
tot in de 17e eeuw nog sporadisch voor in
Noord-Brabant en Nederlands Limburg, maar blijft niet als familienaam bestaan, onder meer bij een
Ida Lambrechts van der Sprockt geboren
omstreeks 1415 en bij Willem Hubrechts
van der Sprockt in 1463. Ook de een naam als Sprot komt al
van in de 12e en 13e eeuw voor
in Engeland, Frankrijk en Spanje
zonder verband met de Vlaamse families.
|
15e
eeuw
|
De oudste vermeldingen van de familienaam Uyttersprot vinden we in Oost-Vlaanderen.
De naam werd er ook als Uytersprot gespeld.
·
Van Béatrice Van der Sproct3,
dochter van de hoger vermelde
Jan, weten we dat zij omstreeks 1415 werd
geboren en overleed te Aalst. Zij was gehuwd met Arend Coucke, geboren omstreeks 1410 te Nieuwerkerken als
zoon van Gielis Coucke.
·
Willem Uyttersprot was geboren omstreeks 1450 in Baardegem. Zijn zoon Jan
Uyttersprot huwde omstreeks 1505 met Lijsbeth Van Praet, een dochter van Jan Van Praet en Elisabeth Van Damme2,
terwijl een jongere zoon Joris Uyttersprot huwde omstreeks 1515 met
Katelijne Van Waeijenberge.
·
Corneel Van der Sproct
werd geboren omstreeks 1450 in de omgeving van Aalst. Hij had een zoon Jan die er huwde
met Josijne Van Rode, en een
dochter Lysebette die er huwde met Joos Phelins.
·
De meer oorspronkelijke schrijfvarianten Van der Sproct en Uytersproct komen ook voor bij voormelde personen.
|
16e eeuw
|
·
In 1511 huwde Margriete Uyttersprot met Jan
Mertens. Zij werd geboren in Merchtem als dochter
van Jan Uyttersprot en Elisabeth Van Praet en overleed in
1543 te Mazenzele. Haar
broer Joos vestigde zich
in Moorsel.
·
Béatrice
Uyttersprot werd geboren in 1512 in Baardegem. Zij huwde Willem Plas en
overleed in 1572 te Mazenzele.
Zij was een dochter van Joris Uyttersprot en Katelijne Van Waijenberge en had een broer Willem die zonder nakomelingen overleed.
·
De
schrijfwijze Uyttersport duikt
op in Oost-Vlaanderen (Moorsel)
·
De
schrijfvariant UytterSproct duikt
op in Baardegem, Oost-Vlaanderen, en in Opwijk, Vlaams-Brabant.
·
Ook de originele schrijfvarianten Van der Sproct
en Uytersproct komen voor in Oost-Vlaanderen en Vlaams Brabant bij voormelde personen.
|
17e
eeuw
|
Naast Uyttersprot komt
ook de schrijfvariant Uyttersport voor in Oost-Vlaanderen, In Moorsel,
Steenhuize-Wijnhuize, Lebbeke, Wieze, Gavere, Denderbelle (waar de naam een enkele keer ook als “de Sport” werd geschreven), en de originele
schrijfvariant Uytersproct komt
nog nauwelijks voor.
|
|
|
Hedendaagse
spreiding van de familienaam
Uyttersprot
|
De familienaam
komt in 2008 1036 keer voor
in België, met een sterke
concentratie in de omgeving van Aalst (600+) waar
we ook de oorsprong situeren.
De schrijfwijze Uytersprot komt slechts 18 keer voor in
hoofdzakelijk het noorden van Oost-Vlaanderen.
Oudere (originele)
schrijfvarianten als Uyttersproct en Van der Sproct komen niet meer voor.
|
In 2007 kwam de naam Uyttersprot niet
voor in Nederland. Dat geldt ook voor varianten als Uytersproc(k)t,
Van der Sproc(k)t en Uyt(te)rsport.
|
Aalst en Moorsel
Er was overigens ook een plaats Spurt in Hamme, in
dezelfde provincie. In Moorsel is er een Sint-Gudulakapel, opgetrokken in
Meldertse zandsteen1, die herinnert
aan de Moorselse legende van Sint Goedele.
Goedele
(650-714) was naar verluid een dochter van de Merovingische graaf Witger van
Lotharingen en Amalberga van Maubeuge (een zus van Merovingische hofmeier
Pepijn van Landen). Zij was volgens de legende al op jonge leeftijd heel
godsvruchtig en ging elke ochtend naar de Sint-Salvatorkerk (voorloper van de
Sint-Martinuskerk) nabij Moorsel en de kaars in haar lantaarn ging spontaan
weer branden telkens de duivel ze uitblies. Goedele werd religieuze in het
klooster van Moorsel en werd begraven in een plaats die Ham heette.
Hammenaars houden het bij de plaats verwijzing naar hun gemeente Hamme, maar
Moorselaars zijn eerder overtuigd dat het om het Hof te Hamme gaat in
Herdersem.
Na de
heiligverklaring van Goedele, verhuisden haar stoffelijke resten van de kerk
van Moorsel naar de Sint-Gorikskerk (Sint-Goedele) in Brussel. Er werd zelfs
een rechtsgeding aangespannen bij hertog Karel van Neder-Lotharingen door
Moorsel vanwege de onrechtmatige toe-eigening van kerkgoederen, maar het
mocht niet baten. In die periode behoorde Aalst nog tot de zogenaamde
Brabantgouw, tot het in de 11e eeuw werd veroverd door de (Franse)
graven van Vlaanderen, terwijl de hertogen van Brabant-Lotharingen nog twee
eeuwen hun opperleenrecht over Aalst probeerden te doen gelden.
Door de eeuwen heen wijzigde de schrijfwijze van Moorsel:
Mortsele (900) – Mortesela
(1000-1030) – Morsele (1036) – Morcele
(1040) – Mortsela (1600) – Moorssel
(1700). Etymologisch komt de samenvoeging
uit “mor”, drassige grond,
en “sele – zele”, verblijf. Moorsel zou men dus “verblijfplaats bij het moeras” kunnen noemen. Archeologische opgravingen
wijzen op het bestaan van
een Gallo-Romaanse nederzetting.
In Moorsel lag het Sprokt aan de rand van een vroeger moeras
aan het begin van de Eksterberg
en het kasteel van Moorsel.
In de vroege middeleeuwen
waren er twee heerlijkheden: Moorsel-propre
en Moorsel-kapittel (een verwijzing naar het kapittel van Dendermonde,
waarbij de abdij van
Affligem de grootste grondbezitter
was). De heerlijkheid Nieuwerkerken
was één van ‘s graven propre dorpen, tussen de 14e en de 17e eeuw eigendom
van de familie van Liedekerke.
Afbeelding: houtsprokkelaarster, schilderij van L.J.D. Crepin (Tervuren)
|