(c) Laurentii.be
Genealogie Laurentii
Ad laurum non aurum
Inhoud
Blog
Documenten
Foto's
Gezinnen
Stamboom
Startpagina
Thematisch
Verhalen
Verwante families
In de hernieuwde versie van deze pagina werden de gezinsreconstructie
codes toegevoegd.
|
Voetnoten
1 Zij was een
dochter van jonker Jan van Alsemberghe. Spellingvarianten: Lauwerens, Lauwerin, Laurin, Lauwaerts, Lauwers.
Simon was vermoedelijk baljuw van
Gent.
2 Bronnen o.m. “Généalogies de quelques familles des Pays-Bas”, 1774
en elders vermelde genealogische naslagwerken van o.m. de Franse adel.
3 Robert ging er bij
de naam Lawrence. Dit was de periode waarin de Engelse koning Edward III een
expeditie zond naar het eiland Cadzand (tegen de Franse vazal Lodewijk van
Vlaanderen), dat in november 1337 door de Engelsen werd bezet. Zie ook
voorouderlijke lijn in Engeland.
4 Naar verluid verspaanste de naam er tot Lorenzo. Zie o.m. onderzoek van
de Ratcliffe Society die deze Brugse afstamming bevestigde.
5 Deze tak breidde verder uit o.m. naar Frans-Vlaanderen o.m.
Berg-Saint-Vinox, o.m. de heren van Roosendael, met emigratie naar o.m.
Spanje en Portugal (…).
6 Deze duurde
eigenlijk 115 jaar. Deze werd bevochten in verschillende fazen: 1337-1360
(o.m. door Edward III, wiens vader de
eerste Engelse titelvoerder van ‘Prince of Wales’ was); 1369-1389 (o.m. Karel van het huis van Valois);
1415-1429 (de “oorlog van Lancaster”)
en 1412-1431 (met Jeanne d’Arc).
Merk ook dat Antoon van Cadsant, voorouder van Odin, omstreeks 1070 was aangehuwd met het voormalige Franse
koningshuis Capet.
7 Zie heraldiek
“Lauwers uit West-Vlaanderen” in 1571.
8 De weversgilden probeerden hem na de slag van Crécy in 1346 (gewonnen
door de Engelsen), trouw te laten zweren aan Eduard III van Engeland, en
zelfs een verloving met diens dochter Isabella (Sint-Winnoksbergen, maart
1347) werd opgedrongen. Dat ging niet door op aanraden van de Franse koning,
met steun van paus Clemens en hertog Jan II van Brabant, en Lodewijk was
daarop in april 1347 naar Frankrijk gevlucht en had zich op 1 juli 1347
verloofd met Margaretha, de dochter van Jan van Brabant. Hij huwde haar
vervolgens in Vilvoorde. Hij kwam tot een vergelijk met Eduard III van Engeland
en keerde in 1349 terug naar Vlaanderen. In 1350 weigerde hij zelfs openlijk
eer te betonen aan de nieuwe koning van Frankrijk. Bij het huwelijk in 1369
van zijn dochter Margaretha van Male met de Bourgonische hertog Filips
de Stoute, zouden de kanselarijen Rijsel (Lille), Dowaai en Orchies
terugkeren naar het graafschap Vlaanderen. Deze waren in 1312 bij het verdrag
van Pontoise afgestaan.
9 Zie ook het
subliem geschreven boek van Joren Versmeersch,
“Vlaanderens Waanzinnigste Eeuw 1297-1385”, Borgerhoff
& Lambrerigts, 2023.
© Foto
stadhuis Brugge van P.
Lauwens, 1985 – Loyauteitsschema Laurentii.be, 2019. – Prent “Slag van
Cadzand” van Jean Froissart, 14e eeuw, onder Public Domain (Bron:
Wikimedia).
|
|
Voorouders - Lauwereyns van Diepenhede – van Vosmaer, 1270 Brugge
[BRUg II – 000010]
|
Willemar Lauwereyns van Diepenhede werd geboren omstreeks 1247 in Brugge als
zoon van ridder Odin Lauwereyns van Diepenhede en Joanna van Velthuysen [ZIE BRUg I – 000001]. Hij huwde omstreeks
1270 in Brugge met Catharina van Vosmaer, dochter van ridder Robert van
Vosmaer, geboren in Vlissingen in Zeeland, NL. Willemar Lauwereyns van
Diepenhede overleed omstreeks 12892.
Catharina van
Vosmaer hertrouwde na zijn overlijden met Willemar van Alsemberghe,
en zij hadden een dochter Mathilde van Alsemberghe, geboren omstreeks
1290 en naamgenote van de echtgenote van haar halfbroer Simon. Deze dochter
huwde Simon van Ravensvelde, een broer van de echtgenote van haar
halfbroer Marc. Haar tweede echtgenoot overleed in 1292. Er werd binnen verwante
families gehuwd om het familiaal vermogen te vrijwaren.
Ouderlijk gezin: Lauwereyns- van Velthuysen, 1295, Brugge/Gent [BRUg I – 000001]
Kinderen uit dit gezin:
·
Simon
Lauwereyns van Diepenhede werd geboren omstreeks 1271 in Brugge. Hij was ridder en huwde omstreeks 1300 in
Brugge met Mathilde van Alsemberghe1 [ZIE BRUg III – 000013]
·
Marc Lauwereyns werd geboren omstreeks 1272 in Brugge. Hij voegde aan het
familiewapen een laurierboom toe in sinopel, net zoals Arnold Lauwereyns
dat zou doen. Hij huwde omstreeks 1300 met Marie van Ravensvelde,
dochter van Peter van Ravensvelde, schildknaap, en overleed op 17
november 1339 [ZIE
BRUg III – 000015].
|
Kinderen Simon
Lauwereyns- Mathilde van/de Alsemberghe [III]
·
Katelijne Lauwereyns werd geboren
omstreeks 1288 [ZIE MEC IV – 000015].
·
Robert Lauwereyns van Diepenhede werd geboren omstreeks
1300 in Brugge. Hij emigreerde naar Engeland3 en ging er bij de naam Lawrence, de Engelstalige variant van
Lauwereyns.
Kinderen Marc Lauwereyns-
Marie van/de Ravensvelde [III]
·
Gielis Lauwereyns I werd geboren omstreeks 1331 in
Brugge. Hij huwde Barbara van Pillenrode, dochter van ridder Boudewijn
van Pillenrode, heer van Billemstede. Hij had een tweede relatie in
1370 en overleed in juni 1381. Zijn eerste echtgenote overleed eerder op 4
augustus 1368 [ZIE BRUg IV – 000016b].
Ridder Gielis I
Lauwereyns was raadsheer van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen
(1330-1384) [ZIE BRUg IV – 000016b]. Lodewijk van Male was enig kind en opvolger
van Lodewijk I uit het Huis Dampierre en van Margaretha van Frankrijk.
Hij was als Lodewijk II, graaf van Vlaanderen, van Nevers en Rethel van
1346 tot zijn dood in 1384. Gielis I Lauwereyns diende net als zijn
grootvader Odin het huis van Dampierre, van wie Lodewijk van Male
afstamde. Na de Slag bij Crécy op 26 augustus 1346, waar Lodewijk van Male
als zestienjarige streed voor Filips VI van Frankrijk en waarin hij
ernstige verwondingen opliep, terwijl zijn vader er sneuvelde, verbleef hij
tot november 1346 op het kasteel van de hertog van Brabant in Tervuren8.
Op 1 juli 1347 had in
Tervuren zijn verloving plaats met Margaretha, dochter van Jan III van
Brabant, met wie hij kort daarna in het huwelijk trad in Vilvoorde. Na
het overlijden van Jan III van Brabant in 1355 en onder het
voorwendsel dat zijn schoonvader de Brabantse successie geregeld had zonder
zijn goedkeuring, viel Lodewijk zijn zwager hertog Wenceslaus I van
Luxemburg (echtgenoot van zijn schoonzuster Johanna van Brabant) aan
en versloeg hem in Scheut (17 augustus 1356), in wat de Brabantse Successieoorlog
genoemd wordt. Als gevolg van deze overwinning nam hij de steden Mechelen,
Antwerpen, Leuven en Brussel in. Bij de Vrede van Aat (3 juni 1357)
verwierf hij ook wettelijk de heerlijkheid Mechelen en de stad Antwerpen.
Hij eigende zich door de wapenfeiten van 1356 ook de titel van hertog van
Brabant toe, doch hij werd niet erkend in Brabant.
In het gevolg van
Lodewijk van Male deed Gielis I ook Mechelen en mogelijk Antwerpen
aan. In deze generatie kennen we ook zijn nicht (dochter van zijn nonkel
Simon) Katelijne Lauwereyns [III] die
omstreeks 1321 aan de Scheiselberg te Mechelen woonde en er huwde met
ridder Willem de Baenst, in Mechelen ook van der Biest
genoemd, van wie zij als weduwe werd vermeld in 1335. Een huis aan de
Scheiselberg zou door Gielis van Alsemberghe in 1354 worden verkocht
aan het Gasthuis van Heilige Drievuldigheid terwijl de familie Van der
Biest, toen woonachtig in Puurs, er in 1414 nog gronden had (verkoop
van lijfpacht rogge). De Scheiselberg, onder meer vermeld in 1294, 1324, 1344 (Scheysselberg) en in 1346 in Mechelen, was een lichte verhevenheid in het landschap.
Het goed zou gelegen hebben aan de “Nieuwenlanden” (huidige Ham en aanhorige Nekkerspoel en hof van Beffer, nabij het hof van Pitsemburg) buiten de Koepoort/
Kerkhofpoort in Mechelen.
|
Uit het huwelijk van Gielis Lauwereyns (I) en
Barbara van Pillenrode [IV] :
·
Gielis Lauwereyns II werd geboren omstreeks 1364 te
Brugge. Hij was jonker, ridder, en raadsheer van Filip van Valois, de
hertog van Bourgogne, toen graaf van Vlaanderen. Hij reisde mee in het gevolg
van de graaf tot diens overlijden op 27 maart 1404 in Halle in het hertogdom Brabant.
Hij vestigde zich nadien in Brugge tot zijn overlijden op
8 december 1413, waar hij begraven werd in de Collegiale Kerk van de Heilige
Verlosser. Hij was gehuwd met Katrien van Roeselare, dochter van
Jozef, heer van Roeselare. Zij overleed op 12 april 1415 [ZIE BRUg V – 000021].
Gielis II Lauwereyns
was raadsman van Filips II “de Stoute” van Valois (1342-1404), de
hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen, geboren als zoon van de
Franse koning Johan II “de Goede” van het huis van Valois en Bonne
van Luxemburg, prinses van Bohemen. Filips de Stoute was gehuwd met
Margaretha van Male, hertogin van Bourgondië (1350-1405). Eén van
hun kinderen was Jan zonder Vrees, de toekomstige hertog van Bourgondië en
graaf van Vlaanderen (1371-1419).
|
Uit het huwelijk van Gielis Lauwereyns (II) en
Cathérine van Roeselare [V] :
·
Gielis Lauwereyns III , jonker, werd geboren omstreeks 1396 te
Brugge. Hij was burgemeester van Brugge in oktober 1437, benoemd door Filips
de Goede. Hij was opnieuw burgemeester in Brugge in 1442, en werd vermeld als
schepen in 1440, 1445, 1451 en 1453. Hij was gehuwd met Katrien de Vrient
omstreeks 1420, overleed op 12 april 1455 en werd begraven in de
Sint-Jacobskerk te Brugge [ZIE BRUg V – 000029].
Gielis III Lauwereyns
was raadsman van Filips de Goede (1396-1467). In het gevolg van Filips de
Goede ondernam hij meerdere reizen. Zo was hij onder meer op 9 januari 1438
in Arras om te bemiddelen na de rebellie van de Brugse stedelingen en de
moord op Jean de Villiers, maarschalk van Frankrijk. Filips de Goede
was hertog van Bourgondië, zoon van Jan Zonder Vrees en Margaretha van
Beieren uit het huis van Valois-Bourgondië. Hij verwierf het graafschap
Namen (1429), de hertogdommen Brabant en Limburg (1430), de graafschappen
Holland, Zeeland en Henegouwen (1433) alsook het hertogdom Luxemburg
(1451).
|
Uit de tweede relatie van Gielis Lauwereyns (I)
en Nn. [IV] :
·
Een zoon, André Lauwereyns , werd geboren omstreeks 1371 en emigreerde naar Spanje en
huwde in Lepe nabij Cadiz4.
·
Peter Lauwereyns , werd geboren omstreeks
1372 in Brugge, was ridder, kamerheer en raadsheer van Adolf, hertog van
Cleves. Hij huwde Petronella de Boodt van de notabele Brusselse familie. Hij
overleed op 29 juni 1454. Zijn echtgenote overleed eerder op 15 augustus 14495 [ZIE BRUg VII – 000027].
·
Margriet Lauwereyns , werd geboren omstreeks
1373 en was begijn in 1426.
Peter Lauwereyns was kamerheer van Adolf, hertog van
Cleves/Cleven/Kleef. Ridder Adolf (IV) van Cleven (1373-1443)
was heer van Ravestein, heer van Beselaere, van Winendale. De hertog van Kleef werd in Brugge
vermeld met ridders Lodewijk de Baenst, Jan van der Gruuthuuse (seneschal
van Anjou), Jan de Baenst, heer van Sint-Joris en Jan de
Baenst, heer van Lembeke. Adolf IV huwde Maria van Bourgondië
(-1463), dochter van hertog Jan zonder Vrees, in mei 1415.
|
|
|
De keuze voor Frankrijk of Engeland en de
vrijheidsstrijd in Vlaanderen
Vanaf juni 1297 kwam het graafschap
Vlaanderen voor grote veranderingen te staan na zowat 84 jaar van relatieve
rust. In 1213 had het Franse leger van koning Filips II August een spoor
van vernieling getrokken door Vlaanderen, en sindsdien was een periode van
vrede en groeiende welvaart kenmerkend geweest voor Brugge. Op de
kruistochten na. Brugge was uitgegroeid tot een stad van 60.000 inwoners in
1297 en was buiten de oude omwallingen uitgebreid. Men kon de stad als “vromer
dan de vroomste begijn” beschrijven, uitgaand van de religieuze
kunsten, de negen kerken, de zestien kapellen en de negentien kloosters,
maar de pracht en praal stond in schril contrast met het leven in de
arbeidswijken en de prostitutie die welig tierde in de Sint-Niklaaswijk
achter de Augustijnenrei9. Het was een stad van schrille contrasten, met bevoorrechting van
begoede poorters, vermogende koophandelaars, heuse stadspaleizen, imposante
bouwwerken als de Waterhalle in Doornikse natuursteen, tegenover bittere
armoede en achterstelling van een grote groep van de Brugse inwoners die in
de meest armzalige omstandigheden overleefden. Dit leidde ook tot
spanningen. Nog in 1280 werden huizen van schepenen geplunderd en
afgebrand. De leiders van de opstand werden in het openbaar onthoofd nadat
Gwijde van Dampierre de opstand met bruut geweld had onderdrukt. Tegen de
achtergrond van gebeurtenissen die culmineerden in de slag van Kortrijk in
juli 1302 en wat volgde de jaren nadien, zouden telgen van de Lauwereyns
families hun heil zoeken in het hertogdom Brabant en zelfs uitwijken naar
Engeland en Spanje.
De roep om rechtvaardigheid
en gelijke behandeling vanuit de lagere Vlaamse klassen stond in schril
contrast met het despotisch optreden van de Franse koning Filips de Schone
die belastingen hief, ook op de Kerk, en die het in zijn ogen te
onafhankelijke Vlaanderen wilde doen buigen naar zijn macht. De Franse
koning was geenszins de ‘republikeinse’ vrijheidsdrang van brede lagen van
de bevolking genegen. Hij maakte het zijn vazallen, de graven van
Vlaanderen, bijzonder moeilijk om dit beleid toe te passen en de
belastingen zoals de Maletote van 1292 op te leggen, terwijl de
Dampierres met hun kwistzieke levensstijl en eigen belastingheffing binnen
het graafschap al niet onbesproken waren en aan geloofwaardigheid hadden
ingeboet. De Franse koning speelde een sluw spel om de heerschappij over
Vlaanderen naar zich toe te trekken. De gewone bevolking moest het ontzien.
Op het platteland plunderden
zowel het Franse leger als de Duitse huurlingen van de graaf. In de steden
kwam de onderlinge politieke strijd met afrekeningen tussen de
burgers/ambachten daar bovenop. Wie soelaas zocht bij de Engelsen, was er
aan voor de moeite toen Filips de Schone een aparte vrede sloot met de
Engelse koning Edward I op 19 juni 1299, achter de rug om van de
Dampierres. De Dampierres knielden voor de Franse koning en gingen in
gevangenschap, terwijl Jacques de Châtillon als koninklijk gezant de
touwtjes in handen nam. Hij werd als “onhandige bruut” omschreven,
met weinig inzicht in de vrijgevochten aard van de Vlamingen die minachtend
als onbeschofte, ongemanierde en opstandige laaggeborenen werden bekeken.
Het woord “Untermensch” is pas eeuwen later uitgevonden, maar het
gaf allicht het best aan hoe men de Franse visie op de gewone Franse en
Vlaamse bevolking kon omschrijven.
De politieke omstandigheden
en de verscheurende keuze voor en tegen de graven van Dampierre of het
Franse koninklijke gezag, zou de afstammelingen van Lauwereyns-Van
Velthuysen tot verschillende keuzen leiden. Enerzijds zocht Simon
Lauwereyns zijn bruid in het
hertogdom Brabant, en bleef zijn zoon Robert de koning van Engeland
en de Vlaamse edelen als van Dampierre getrouw. Robert keerde terug naar
Engeland omstreeks de tijd dat de Engelse koning Edward III aanspraken op
de Franse kroon liet gelden, en hij onder meer in 1337 het eiland Cadzand
liet bezetten.
Andere Lauwereyns-en, zoals
Simons broer Marc en Simons nonkel Jan Lauwereyns en diens kleinzoon Arnold
Lauwereyns, leken eerder partij te hebben gekozen voor het Franse
koningshuis. Deze Lauwereyns-en namen een ander familiewapen aan.
|
Afbeelding: stadhuis
Brugge
|
Een zoon van Jan, generatiegenoot van voormelde Robert, moet dan weer
de Engelse aanspraken genegen zijn geweest, waardoor zijn naam gewoonweg niet
werd vermeld in de Franse geschiedschrijving, zeg maar in het overzicht van
de Franse nobelen. We zitten in de nasleep van de Brugse metten en de Slag
van de Guldensporen in 1302, waarbij het belang van de handel met Engeland
vanuit het graafschap Vlaanderen op het spel stond, en, vanaf 1337, de “honderdjarige oorlog” tussen het Engelse
huis Plantagenet/Valois en het Franse huis Anjou voor de Franse troon6. Sterk speelde ook de
sociale ongelijkheid en het vrijheidsstreven in verschillende Vlaamse steden
waar op momenten een prille voorloper van wat wij nu als “democratie” met
wisselend succes vorm kreeg.
We proberen de vermoede loyauteit bij Lauwereyns even schematisch voor
te stellen in het rood (Vlaamse graven) en het blauw (Frankrijk) toen de
keuze zich opdrong. Simon Lauwereyns was vermoedelijk
baljuw van Gent, terwijl de Nn. Lauwereyns vermoedelijk de Brugse baljuw Jan was die voor het eerst bij de
naam “Lauwers” door het leven ging
en ook een nieuw familiewapen introduceerde7. Wat
Simon Lauwereyns betreft, vermoeden we een loyauteit aan het Franse en het
grafelijk huis (als vazallen van Frankrijk).
Het was een periode met wisselende loyauteit in het graafschap
Vlaanderen. Vanaf 1294 was Filips IV van het Franse huis Capet in oorlog met
Eduard I van het Engelse huis Plantagenet, over gebied in het hertogdom
Aquitanië. De Vlaamse steden, met de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre,
hadden toen de zijde van Engeland gekozen en dat leidde tot invallen van de
Fransen in het graafschap Vlaanderen. Gwijde van Dampierre kwam in
gevangenschap terecht tot 1297. Toen de graaf van Vlaanderen daarop zijn
status als vazal van de koning van Frankrijk opzegde, vielen de Fransen
opnieuw Vlaanderen binnen. De Vlaamse steden vielen in Franse handen, en de
Engelse koning Eduard I trok zijn hulptroepen terug nadat hij afzonderlijk
vrede sloot met de Fransen. Gwijde van Dampierre en zijn zonen
Robrecht en Willem werden opnieuw gevangen genomen in 1300 en een Franse
landvoogd, Jacques de Châtillon, was aangesteld.
Waar het stadsbestuur in Brugge aanvankelijk de ‘opjutter’ Pieter De
Coninck nog gevangen liet zetten in 1301, kwam er in 1302 een opstand van
aanhangers van de graaf van Vlaanderen, onder impuls van de Liebaerds (later
ook “Clauwaerts”) van Gent die ook in Brugge de
Franse Leliaards uit de stad zetten. Jacques de Châtillon hergroepeerde zijn
leger in Kortrijk om beide steden te heroveren. Het Gentse stadsbestuur bond
in, maar in Brugge volgde in mei dat jaar de Brugse metten, gevolgd door een
overwinning van de graafgezinde Vlamingen op het Franse leger in Kortrijk in
juli dat jaar. Vlaanderen herwon zijn zelfstandigheid van vroeger, maar werd
bij de Slag bij Pevelenberg in 1304 tot zware toegevingen gedwongen, en het
Franse gezag werd hersteld. Lodewijk van Male I uit het huis van
Dampierre zou huwen met Margaretha van het huis van Valois, en zijn zoon
Lodewijk van Male (1330-1384) bleef trouw aan de Franse koningen van
het huis Valois8.
Afbeelding: 14e
eeuwse voorstelling van de Slag van Cadzand, 1337
|
In 1337 kwamen duizenden
Vlamingen om bij de Slag van Cadzand, waarin Edward III het opnam tegen
Lodewijk van Male, vazal van het Franse huis Valois. Het eiland
Cadzand werd vervolgens door de Engelsen bezet.
De Gentenaren steunden in
1340 met Jacob Van Artevelde de Engelse troonaanspraken van Eduard III, die
ook de Franse vloot versloeg bij Sluis. In 1341-1364, in een strijd voor de
erfopvolging in het hertogdom Bretagne, koos de Engelse koning de zijde van
Jan van Montfort (gehuwd met Johanna van Vlaanderen) die zegevierde in de
slag bij Auray in 1363 tegen het huis van Valois.
|
Nog in 1346 was de slag bij Crécy uitgevochten, waarbij de Vlaamse
graaf Lodewijk van Male aan de zijde van de Franse koning had
gevochten, en een Engelse overwinning leidde tot het beleg en de verovering
van Calais. Engelse invallen vanaf 1359 in Frankrijk zouden dan weer minder
succesvol blijken en in 1360-1370 zouden de Engelsen hun aanspraken op de
Franse troon stopzetten en heel wat van hun ‘Franse’ bezittingen verliezen.
De Engelsen hadden in die periode te maken met boerenopstanden en de
vrijheidsstrijd van Schotland. Vanaf het moment dat de Plantagenets in 1399
de macht verloren aan het huis van Lancaster, zou het conflict opnieuw
oplaaien.
|