(c) Laurentii.be Genealogie Laurentii Ad laurum non aurum Inhoud
Voetnoten 1 Spellingvarianten: Lauwerens,
Lauwers, Lauwens, Laurin, Laurijn,
Lauwerijn, Pedaerts, Peynaerts,
Pijnaerts, Peijaert. 2 Feit is dat zowel Josine (of Jacqueline) de Maecht als
Marie Bauters als echtgenote werden vermeld. Volgens één bron had Jeromes vader Bavo Lauwereyns een minnares Barbara
Roels (1420-1465) die de moeder was van Jerome. 3 Merk alvast ook de vermelding van de
Sint-Laureinsparochie in 1314 in het uitgestrekte moer- en veengebied ten
oosten van Aardenburg. Jerome Lauwereyns wordt overigens ook beschouwd als de
stichter van de stad Philippine. 4 Zie
achtergrondverhaal uit 1453. "Lauwerijn van Watervliet" is ook bekend van het
liedboek dat hij publiceerde omstreeks 1505. 5 Bronnen o.m. “Généalogies de quelques familles
des Pays-Bas”, 1774 en elders vermelde
genealogische naslagwerken van o.m. de Franse en Zeeuwse/Zeelandse
adel, Repertorium van de Vlaamse adel 13050-1500 van Frederik Buylaert, Academia Press, 2011. 6 L. Gachard (ed.), Collection des voyages des souverains des Pays-Bas, volume 1, Brussel, 1876, p. 469. 7 De poortersboeken van Brugge vermelden dat
hij in Brugge geboren is. SAB, poortersboeken, register
1479-1496, folio 18v: “Jeronimus Lauwerin f.
Bavens, gheboren in Brugghe
cocht zijn poorterscep omme poortersneringhe te doene
binder voorseide stede” (25 februari 1482). Zie ook achtergrondverhaal uit 1453. 8 Zie het proefschrift van Nico Dumalin "Het testament van Jeronimus Lauwerein" uit 2011. 9 Ook dit was een teken van zijn "adellijke identiteit" cf.
studiewerk van Jan Dumolyn, Katrien Moermans in ‘Distinctie en
memorie’, Marc Boone (over tijdsgenoot ridder Pieter Lanchals) in ‘Un grand commis de l’Etat’. Het praalgraf was nog zeker tot in 1630 in
gebruik als begraafplaats van zijn nazaten. Zie Devliegher,
‘Het graf van Hiëronymus Lauweryn’, pp. 102-103. 10 Het testament werd bewaard in het archief
van de Raad van Vlaanderen, en er zijn afschriften teruggevonden in het
archief van Waterdijk (gebaseerd op een afschrift van notaris de Mares) en in
het archief van de kerkfabriek van Watervliet. In het testament werd ook
vermeld dat Jeromes nicht Babe (Barbara?) een jaarlijkse toelage
zou krijgen mits zij afzag van de erfenis van Jeromes moeder (...) en werd de
vraag gesteld om in zijn naam een pelgrimstocht te ondernemen naar Santiago
de Compostella [zie ook de opdracht tot de bouw van de Sint-Jacobskerk te
Waterdijk - deze werd evenwel nooit voltooid]. 11 RAG, Raad van Vlaanderen, nr. 33 383, item 9. Jacob was de zoon
van Isabeau Laroy, gewettigd in 1509. Vandamme, Loyauteit
of machtswellust, p. 39. 12 Bewaard als handschrift in de British
Library (Add. 35.087). 13 Men vermoedt dat Arnold Brugensis geboren werd in Brugge omstreeks
1500. Hij werd in 1527 opvolger van Heinrich Finck,
als kapelmeester van de Weense hofkapel onder keizer Ferdinand I. Arnold verbleef in Ljublijana
(Slovenië), Zagreb (Kroatië), Kocevje (Slovenië)
tot hij kapelaan werd aan de Sint-Stefaansdom in
Wenen, en later in Linz (Oostenrijk). Hij was een katholiek gewijde
geestelijke, en zijn werken werden zowel door katholieken als protestanten
gewaardeerd. Zijn meest bekende werk "Mitten wir im
Leben sind" is zelfs van de hand van Marthin Luther. 14 De familie van Berchem waren volgens sommige bronnen
nazaten van de families Berthout. Kaartbewerking onder Public
Domain - Jacob van Deventer, 1560 (Bron: Wikipedia) – Familiewapen Jerome
Lauwereyns van Watervliet uit familiearchief Laurin.
- (c) Foto grafmonument Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk in Watervliet van
Roel Renmans, gepubliceerd met toestemming. -
Schilderij van Margaretha van Oostenrijk van Bernard van Orley
(Public Domain, omstreeks 1518 - Bron: Wikipedia). - Foto stadspaleis
Mechelen van Viktor Hauk, 2007, onder Public
Domain. |
|
Voorouders
- Lauwereyns - Peyaert, 1486 Brugge / Mechelen [BRUg VIII – 000057]
Jacques moeder Isabella van
Roy had een zus Jacqueline die op 7 november in Mechelen
Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle op 7 november 1588 huwde met Peter Walschaerts
(RAB/Mechelen (OLV) f VR 318739/15). Bovendien was de familie verwant met Vermeeren,
die aantrouwden bij de kinderen van kleinzoon Joris Lauwereyns.
|
|
Jerome
Lauwereyns, de heer van Watervliet 4 Boudewijn
Lauwereyns was omstreeks 1453 hertrouwd met Marie
Bauters, van wie Jerome Lauwereyns
afstamde, geboren in Brugge7. Jeromes Lauwereyns
volgde zijn vader op als klerk bij de
algemeen-ontvanger van Vlaanderen in 1477, was ontvanger van Oost-Vlaanderen,
nadien ridder, en
werd heer van Watervliet, Waterlant, Waterdyk, Poortvliet, Nieuwvliet en algemeen
schatbewaarder van de aartshertog Philip de Schone en topambtenaar van het Borugondisch-Habsburgse rijk. Door tegenstanders werd hij
afgunstig als een "inhalige en
spilzuchtige parvenu" beschreven en er werd beweerd dat hij een
bastaard was uit een buitenhuwelijkse relatie van Boudewijn met ene Barbara
Roels, maar hij was vooral ambitieus en hield er een adellijke levensstijl op
na6. Bij deze
levensstijl ("vivre noblement")
hoorde het gebruik van eigen heraldische tekens, paardrijden, de jacht, het
verwerven van heerlijkheden8.
Die verbondenheid met de grafelijke ambtenarij en de titels die hij kon
voeren, maakten dat hij tot de adel van die tijd behoorde. Afbeelding: het grafmonument van Jerome
Lauwereyns en Marie Strabant in de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk te
Watervliet. Tussen hen werd dochter Barbara afgebeeld. Het oorspronkelijke
graf werd tijdens de Franse bezetting van 1794 vernietigd, en dit is een
(niet altijd nauwkeurige) met gips gemouleerde reconstructie op basis van de
gevonden gisanten fragmenten. Jerome
Lauwereyns huwde Jacqueline Pedaert, dochter van ridder Mathieu Pedaert (Peyaert),
heer van Hamme en Clichthove. Na haar overlijden op 4 mei 1504,
hertrouwde hij Marie Strabant. Jerome Lauweryens was in 1477 in navolging van
zijn vader klerk van de algemeen ontvanger van Vlaanderen. Roeland le
Fevere bewerkstelligde dat hij in 1486 werd benoemd tot ontvanger van de
kasselrij van het Brugse Vrije, een functie waarin hij zich niet populair
maakte bij de Brugse bevolking. In 1488
kwamen de Vlaamse steden in opstand tegen de landsheer Maximiliaan van
Oostenrijk en Jerome werd gearresteerd met le Fevere, Lanchals en
Mathieu Pedaert. Die laatste, zijn schoonvader, werd op 5 maart 1488
gearresteerd en uitgeleverd aan Gent en hij werd er met Lanchals
terechtgesteld. Jerome werd uit al zijn functies ontzet, maar werd in 1489
opnieuw benoemd tot ontvanger van het Brugse Vrije, tot 1498. In 1497 was hij
ook grafelijk ontvanger geworden van Sluis, en in 1498 werd hij
algemeen-ontvanger van de beden van Vlaanderen, om in 1499 trezorier-generaal
te worden van domeinen en financiën. In 1501
werd hij door Filips de Schone verheven in de adelstand en kreeg hij van de
aartshertog het recht om op de Sint-Christoffelpolder de heerlijkheid
Watervliet te stichten. Samen met de verwante familie de Baenst was
hij vanaf 1498 in de inpoldering gaan investeren. In 1505 pachtte hij ook de
heerlijkheid Poortvliet in Zeeuws-Vlaanderen. Zijn dochter Barbara kreeg het
achterleen Waterland in haar bezit bij haar huwelijk, waardoor zij vrouwe
van Waterland werd en zijn dochter Marie verwierf zo Waterdijk waardoor
zij vrouwe van Waterdijcke werd. Hij liet de
Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk in Watervliet bouwen, en tussen 1504 en 1509
werden de fundamenten gelegd voor de Sint-Jacobskerk in Waterdijk. Na een
ernstige ziekte, dicteerde hij de avond van 21 juli 1509 zijn testament aan
Peter van Gouda en hij overleed twee weken later in Den Haag. Hij werd
begraven te Watervliet in een praalgraf9.
In dit graf werd ook Marie Strabant en zijn dochter Barbara, uit het eerste
huwelijk, begraven. Het testament werd geschreven op perkament in het huis
van Vincent Cornelis in Voorhout in Zuid-Holland en de getuigen kwamen uit
Utrecht: Jacob Ruysch, deken van Den Haag, Vincent Cornelis, Corneel
Barthold, Willem Joannes en Gillis Maillet10 De executeurs van het testament waren zoon Jacques
Lauwereyns, Jan van Belle, de echtgenoot van Agnès Boele, dochter van halfzus
Marie Lauwereyns , en Filips van den Berghe die
gehuwd was met Jeromes schoonzus
Katrien Peyaert, en die zetelde in de schepenbank van Brugge.
Margaretha
van Oostenrijk stelde voor bij het overlijden van Jerome in 1509, voor zijn
trouwe diensten, om voogd te worden van de weeskinderen van Jerome. Dit
voogdijschap werd gedelegeerd naar Jan Pieters (voorzitter van de Grote Raad van
Mechelen)
en Jan van Belle (in
1490 klerk van Jerome en in 1504 gehuwd met Agnès van Boële,
kleindochter van Jerome). Het
liedboek van Lauwerijn van Watervliet Omstreeks
1505 werd het "Liedboek" gepubliceerd van Jerome Lauwereyns van Watervliet.
Het was een bundel van 63 Franstalige chansons,
motetten en wereldlijke Nederlandstalige polyfone liederen, tussen 1495 en
1507 samengesteld12.
Het leek vooral de bedoeling om de liederen uit zijn geboortestreek te
bewaren voor het nageslacht.
|
||||||||||
|
|
|||||||||||||
|
|
|||||||||||||
|
|