Afbeelding met tekening

Automatisch gegenereerde beschrijvingimage012.jpg

 

(c) Laurentii.be

 

Genealogie Laurentii

Ad laurum non aurum

Inhoud

Blog

Documenten

Foto's

Gezinnen

Stamboom

Startpagina

Thematisch

Verhalen

Verwante families

 

In de hernieuwde versie van deze pagina werden de gezinsreconstructie codes toegevoegd.

 

Voetnoten

 

1 Spellingvarianten: Lauwerens, Lauwers, Lauwens, Laurin, Laurijn, Lauwerijn, Pedaerts, Peynaerts, Pijnaerts, Peijaert.

2 Feit is dat zowel Josine (of Jacqueline) de Maecht als Marie Bauters als echtgenote werden vermeld. Volgens één bron had Jeromes vader Bavo Lauwereyns een minnares Barbara Roels (1420-1465) die de moeder was van Jerome.

3 Merk alvast ook de vermelding van de Sint-Laureinsparochie in 1314 in het uitgestrekte moer- en veengebied ten oosten van Aardenburg. Jerome Lauwereyns wordt overigens ook beschouwd als de stichter van de stad Philippine.

4  Zie achtergrondverhaal uit 1453. "Lauwerijn van Watervliet" is ook bekend van het liedboek dat hij publiceerde omstreeks 1505.

5 Bronnen o.m. “Généalogies de quelques familles des Pays-Bas”, 1774 en elders vermelde genealogische naslagwerken van o.m. de Franse en Zeeuwse/Zeelandse adel, Repertorium van de Vlaamse adel 13050-1500 van Frederik Buylaert, Academia Press, 2011.

6 L. Gachard (ed.), Collection des voyages des souverains des Pays-Bas, volume 1, Brussel, 1876, p. 469.

7 De poortersboeken van Brugge vermelden dat hij in Brugge geboren is. SAB, poortersboeken,

register 1479-1496, folio 18v: “Jeronimus Lauwerin f. Bavens, gheboren in Brugghe cocht zijn poorterscep

omme poortersneringhe te doene binder voorseide stede” (25 februari 1482). Zie ook achtergrondverhaal uit 1453.

8 Zie het proefschrift van Nico Dumalin "Het testament van Jeronimus Lauwerein" uit 2011.

9 Ook dit was een teken van zijn "adellijke identiteit" cf. studiewerk van Jan Dumolyn, Katrien Moermans in ‘Distinctie en memorie’, Marc Boone (over tijdsgenoot ridder Pieter Lanchals) in ‘Un grand commis de l’Etat’. Het praalgraf was nog zeker tot in 1630 in gebruik als begraafplaats van zijn nazaten. Zie Devliegher, ‘Het graf van Hiëronymus Lauweryn’, pp. 102-103.

10 Het testament werd bewaard in het archief van de Raad van Vlaanderen, en er zijn afschriften teruggevonden in het archief van Waterdijk (gebaseerd op een afschrift van notaris de Mares) en in het archief van de kerkfabriek van Watervliet. In het testament werd ook vermeld dat Jeromes nicht Babe (Barbara?) een jaarlijkse toelage zou krijgen mits zij afzag van de erfenis van Jeromes moeder (...) en werd de vraag gesteld om in zijn naam een pelgrimstocht te ondernemen naar Santiago de Compostella [zie ook de opdracht tot de bouw van de Sint-Jacobskerk te Waterdijk - deze werd evenwel nooit voltooid].

11 RAG, Raad van Vlaanderen, nr. 33 383, item 9. Jacob was de zoon van Isabeau Laroy, gewettigd in 1509. Vandamme, Loyauteit of machtswellust, p. 39.

12 Bewaard als handschrift in de British Library (Add. 35.087).

13 Men vermoedt dat Arnold Brugensis geboren werd in Brugge omstreeks 1500. Hij werd in 1527 opvolger van Heinrich Finck, als kapelmeester van de Weense hofkapel onder keizer Ferdinand I.  Arnold verbleef in Ljublijana (Slovenië), Zagreb (Kroatië), Kocevje (Slovenië) tot hij kapelaan werd aan de Sint-Stefaansdom in Wenen, en later in Linz (Oostenrijk). Hij was een katholiek gewijde geestelijke, en zijn werken werden zowel door katholieken als protestanten gewaardeerd. Zijn meest bekende werk "Mitten wir im Leben sind" is zelfs van de hand van Marthin Luther.

14 De familie van Berchem waren volgens sommige bronnen nazaten van de families Berthout.

 

image004.jpg

Kaartbewerking onder Public Domain - Jacob van Deventer, 1560 (Bron: Wikipedia) – Familiewapen Jerome Lauwereyns van Watervliet uit familiearchief Laurin. - (c) Foto grafmonument Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk in Watervliet van Roel Renmans, gepubliceerd met toestemming. - Schilderij van Margaretha van Oostenrijk van Bernard van Orley (Public Domain, omstreeks 1518 - Bron: Wikipedia). - Foto stadspaleis Mechelen van Viktor Hauk, 2007, onder Public Domain.

 

Voorouders  - Lauwereyns - Peyaert, 1486 Brugge / Mechelen [BRUg VIII – 000057]

 

Lauwereyns Hieronimus  (Jerome) huwde omstreeks 1486 te Brugge met Jacoba Peyaert (Jacqueline) 1. Hieronimus Lauwereyns werd geboren omstreeks 1453, vermoedelijk te Aardenburg, NL, als zoon van Boudewijn Lauwereyns Afbeelding met tekst, symbool

Automatisch gegenereerde beschrijving (Bavo) en Marie Bauters2 [ZIE BRUg VII – 000043]. Jacqueline Peijaert werd geboren als dochter van ridder Matheus Pijnaerts. Zij overleed op 4 mei 1504 en kreeg een grafsteen in de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk van Watervliet. Jerome had huizen in Brugge en in Mechelen. Hij was ridder van het Gulden Vlies in 1502, gouverneur van de prinsen Karel (latere keizer Karel V) en Ferdinand (latere koning van Duitsland), kanselier en schatbewaarder van Filips De Goede. De namen van polders in Watervliet herinneren aan hem en hem en zijn kinderen: Sint-Jeronimuspolder, Sint-Laureinspolder, Sint-Barbarapolder, Kleine-Juffrouwpolder.

 

Lauwereyns Hieronimus hertrouwde omstreeks 1506 te Brugge met Maria De Strabant [ZIE BRUg VIII – 000058] en was mogelijk al eens eerder gehuwd met van Yedeghem Catharina. Bovendien had hij in Mechelen een relatie met Isabeau Laroy (Van Roy, De Roy) gehad met wie hij een zoon had die in zijn testament werd erkend. Hij overleed op 1 augustus 1509 in Gent en kreeg een grafmonument in de door hem gestichte Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk te Watervliet. Daarin werden nadien ook echtgenote Marie Strabant en Barbara, een dochter uit het eerste huwelijk, bijgezet.

 

Ouderlijk gezin: Lauwereyns – de Maecht, 1445, Aardenburg, NL

 

Kinderen uit dit gezin:

·         Mathias Lauwereyns  werd geboren omstreeks 1486 te Brugge, heer van Watervliet, Waterland (vanaf 1501), gehuwd met Françoise Ruffault, een dochter van Jan Ruffault, heer van Neufville en Marie Carlin [ZIE BRUg IX - 000061].

o   Marc Lauwereyns , heer van Watervliet, overleed zonder nageslacht in 1588. Hij was geletterd en auteur van “Inter nobiles doctissimus, inter doctos nobilissimus” en vond zijn laatste rustplaats in Calais.

o   Guy Lauwereyns , heer van Klinckerlant en van Watervliet, was in 1588 burgemeester de la Commune du Franc, en was hetzelfde jaar overleden en begraven in Saint-Maurice te Rijsel. Hij was gehuwd met Françoise de Deurnagele, dochter van Jan de Deurnagele, heer van Vroylant. Zijn echtgenote overleed in mei 1610 en werd begraven te Gent.

o   Jan Lauwereyns , celibatair overleden in Cambray.

·         Barbara Lauwereyns  werd geboren omstreeks 1487. Zij was vrouwe van Waterland, en overleed in 1501.

·         Marc Lauwereyns  werd geboren op 17 mei 1488 te Brugge. Hij was in 1512 kanunnik van Sint-Donaat, in 1515 coadjutor van deken Goedgebuer, en deken van Sint-Donaat te Brugge tussen 1519-1540. Hij was bevriend met Erasmus tussen 1517-1527 (die bij hem te gast was in 1517, 1519 en 1520), Thomas Morus, de Poolse prelaat J. Dantiscus, de Bazelse hoogleraar J. Grynaeus (1531). Hij overleed op 4 november 1540 te Brugge Sint-Donaats.

·         Peter Lauwereyns  werd geboren op 7 maart 1489 te Brugge [ZIE BRUg IX - 000063].

·         Marie Lauwereyns  werd geboren omstreeks 1490 in Brugge. Zij huwde in 1510 in Dismas met ridder Jean de Berghes, ridder van het Gulden Vlies en raadsheer, en ging bij de naam Vrouwe van Waterdijck. BruggeVrouwe van Waterdyck, in 1510 in Dismas gehuwd met ridder Jean de Berghes, ridder van het Gulden Vlies, raadsheer

 

Kinderen Lauwereyns-Strabant 

·         Philibert Lauwereyns , overleden zonder nageslacht

·         Karel Lauwereyns . Hij was naar verluid kinderloos overleden in 1552, al werd een natuurlijke zoon erkend met dezelfde naam. Deze huwde Claudine de Hooghelande, weduwe van Peter Gouput, dochter van Corneel de Hooghelande en Katrien de Ramecourt. Hun zoon was hoofdman van een compagnie Duitsers en had  geen nakomelingen.

·             Philippotte Lauwereyns , overleden in 1542, gehuwd met Roland van Berchem, zoon van Gielis van Berchem14, raadsheer van Mechelen en heer van Laere (overleden in 1534).

 

Er was ook een buitenechtelijk kind met Isabelle Laroy (De Roy, Van Roy), gewettigd in 1509:

·         Jacques Lauwereyns Afbeelding met tekst, symbool

Automatisch gegenereerde beschrijving werd geboren omstreeks 1479, en werd in 1509 erkend in het testament van Hieronimus. In 1512 was hij secretaris van de Grote Raad van Mechelen.

 

Jacques moeder Isabella van Roy had een zus Jacqueline die op 7 november in Mechelen Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle op 7 november 1588 huwde met Peter Walschaerts (RAB/Mechelen (OLV) f VR 318739/15). Bovendien was de familie verwant met Vermeeren, die aantrouwden bij de kinderen van kleinzoon Joris Lauwereyns.

 

Foto: Het stadspaleis van Jerome Lauwereyns te Mechelen. In 1508 ging het over in de handen van Margaretha van Oostenrijk, die er vanaf dan residentie hield. Vandaag de dag is het bekend als het "Paleis van Margaretha van Oostenrijk".

 

 

 

 

 

Jerome Lauwereyns, de heer van Watervliet 4

Boudewijn Lauwereyns Afbeelding met tekst, symbool

Automatisch gegenereerde beschrijving was omstreeks 1453 hertrouwd met Marie Bauters, van wie Jerome Lauwereyns  afstamde, geboren in Brugge7. Jeromes Lauwereyns volgde zijn vader op als klerk bij de algemeen-ontvanger van Vlaanderen in 1477, was ontvanger van Oost-Vlaanderen, nadien ridder, en werd heer van Watervliet, Waterlant, Waterdyk, Poortvliet, Nieuwvliet en algemeen schatbewaarder van de aartshertog Philip de Schone en topambtenaar van het Borugondisch-Habsburgse rijk. Door tegenstanders werd hij afgunstig als een "inhalige en spilzuchtige parvenu" beschreven en er werd beweerd dat hij een bastaard was uit een buitenhuwelijkse relatie van Boudewijn met ene Barbara Roels, maar hij was vooral ambitieus en hield er een adellijke levensstijl op na6. Bij deze levensstijl ("vivre noblement") hoorde het gebruik van eigen heraldische tekens, paardrijden, de jacht, het verwerven van heerlijkheden8. Die verbondenheid met de grafelijke ambtenarij en de titels die hij kon voeren, maakten dat hij tot de adel van die tijd behoorde.

 

Afbeelding: het grafmonument van Jerome Lauwereyns en Marie Strabant in de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk te Watervliet. Tussen hen werd dochter Barbara afgebeeld. Het oorspronkelijke graf werd tijdens de Franse bezetting van 1794 vernietigd, en dit is een (niet altijd nauwkeurige) met gips gemouleerde reconstructie op basis van de gevonden gisanten fragmenten.

 

Jerome Lauwereyns huwde Jacqueline Pedaert, dochter van ridder Mathieu Pedaert (Peyaert), heer van Hamme en Clichthove. Na haar overlijden op 4 mei 1504, hertrouwde hij Marie Strabant. Jerome Lauweryens was in 1477 in navolging van zijn vader klerk van de algemeen ontvanger van Vlaanderen. Roeland le Fevere bewerkstelligde dat hij in 1486 werd benoemd tot ontvanger van de kasselrij van het Brugse Vrije, een functie waarin hij zich niet populair maakte bij de Brugse bevolking.

 

In 1488 kwamen de Vlaamse steden in opstand tegen de landsheer Maximiliaan van Oostenrijk en Jerome werd gearresteerd met le Fevere, Lanchals en Mathieu Pedaert. Die laatste, zijn schoonvader, werd op 5 maart 1488 gearresteerd en uitgeleverd aan Gent en hij werd er met Lanchals terechtgesteld. Jerome werd uit al zijn functies ontzet, maar werd in 1489 opnieuw benoemd tot ontvanger van het Brugse Vrije, tot 1498. In 1497 was hij ook grafelijk ontvanger geworden van Sluis, en in 1498 werd hij algemeen-ontvanger van de beden van Vlaanderen, om in 1499 trezorier-generaal te worden van domeinen en financiën.

 

In 1501 werd hij door Filips de Schone verheven in de adelstand en kreeg hij van de aartshertog het recht om op de Sint-Christoffelpolder de heerlijkheid Watervliet te stichten. Samen met de verwante familie de Baenst was hij vanaf 1498 in de inpoldering gaan investeren. In 1505 pachtte hij ook de heerlijkheid Poortvliet in Zeeuws-Vlaanderen. Zijn dochter Barbara kreeg het achterleen Waterland in haar bezit bij haar huwelijk, waardoor zij vrouwe van Waterland werd en zijn dochter Marie verwierf zo Waterdijk waardoor zij vrouwe van Waterdijcke werd. Hij liet de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk in Watervliet bouwen, en tussen 1504 en 1509 werden de fundamenten gelegd voor de Sint-Jacobskerk in Waterdijk.

 

Na een ernstige ziekte, dicteerde hij de avond van 21 juli 1509 zijn testament aan Peter van Gouda en hij overleed twee weken later in Den Haag. Hij werd begraven te Watervliet in een praalgraf9. In dit graf werd ook Marie Strabant en zijn dochter Barbara, uit het eerste huwelijk, begraven. Het testament werd geschreven op perkament in het huis van Vincent Cornelis in Voorhout in Zuid-Holland en de getuigen kwamen uit Utrecht: Jacob Ruysch, deken van Den Haag, Vincent Cornelis, Corneel Barthold, Willem Joannes en Gillis Maillet10 De executeurs van het testament waren zoon Jacques Lauwereyns, Jan van Belle, de echtgenoot van Agnès Boele, dochter van halfzus Marie Lauwereyns Afbeelding met tekst, symbool

Automatisch gegenereerde beschrijving, en Filips van den Berghe die gehuwd was  met Jeromes schoonzus Katrien Peyaert, en die zetelde in de schepenbank van Brugge.

 

 

De band met Margaretha van Oostenrijk

 

Jerome Lauwereyns diende drie vorsten: Maximiliaan I van Habsburg, Filips de Schone, en Margaretha van Oostenrijk. In 1508 werd zijn stadspaleis in Mechelen verkocht aan Margaretha van Oostenrijk, de landvoogdes van de Habsburgse Nederlanden (1480-1530), dochter van Maximiliaan I van Oostenrijk en Maria van Boergondië, en zus van Filips de Schone.

 

Er was de melding van een geschil met een bastaardzoon van Jerome en Isabelle Laroy, Jacques [erkend in het testament als Lauwereyns11]. Deze gebouwen zouden opgaan in het hertogelijk paleis in Mechelen.

 

 

 

Margaretha van Oostenrijk stelde voor bij het overlijden van Jerome in 1509, voor zijn trouwe diensten, om voogd te worden van de weeskinderen van Jerome. Dit voogdijschap werd gedelegeerd naar Jan Pieters (voorzitter van de Grote Raad van Mechelen) en Jan van Belle (in 1490 klerk van Jerome en in 1504 gehuwd met Agnès van Boële, kleindochter van Jerome).

 

 

 Het liedboek van Lauwerijn van Watervliet

Omstreeks 1505 werd het "Liedboek" gepubliceerd van Jerome Lauwereyns van Watervliet. Het was een bundel van 63 Franstalige chansons, motetten en wereldlijke Nederlandstalige polyfone liederen, tussen 1495 en 1507 samengesteld12. Het leek vooral de bedoeling om de liederen uit zijn geboortestreek te bewaren voor het nageslacht.

 

Ic weet een molenarinne
Van herten alzoo fijn
In alle dese landen
En mach gheen scoender zijn.
Rijck God wou zij mij malen:
Goet cooren zal ic huer halen
Wil zij mijn molenarijnne zijn.

Ich weis mir ein mülnerin,
Ein wunderschönes weib.
In allen diesem landen
Ein hübsche mülnerin.
Wolt Got, ich solt ir malen,
Mein körnlein zu ir tragen,
So mal ich dirs wen ich mag.

Een driestemmige tekst uit het "Liedboek van Lauwerijn van Watervliet" en de Duitse vierstemmige versie gebruikt door Arnold von Bruck13 (vermoedelijk "van Brugge", 1500-1554), een polyfonist van de Vlaams-Oostenrijkse school die werkte in dienst van het Habsburgse Hof in Wenen.