Laurentii - numquam solus incedes

Genealogie Laurentii

Numquam solus incedes

Inhoud

Verhalen

Voetnoten

¹ Deze diende om, onder de rokken, de dijen van de vrouwen te verwarmen.

(c) Foto's heemkundig museum Kontich, uit private collectie, 2006 (originelen onder Public Domain - met dank aan Lucien Lauwers).

Verhalen - 1927 - August Jan Lauwers, "De Rog" (Kontich)

Augustinus Joannes Lauwers huwde in 1873 te Kontich met Marie-Louise Verhaegen. Hij was geboren op 30 maart 1850 in Kontich als zoon van Jan Frans Lauwers en Rosalie Mattheusen, was metser van beroep en had als bijnaam "De Rog".

Hij was als metser bijna altijd te voet naar het werk, en verplaatste zich daarbij met een stok. Zijn bijnaam “De Rog” als zoon van een visverkoper, zou hij te danken hebben aan het feit dat hij, omstreeks 1927 met zijn stok de rokjes van de jonge meiden placht op te heffen. Die wandelstok had een leeuwenkop, en wordt nog steeds bewaard in het heemkundig museum van Kontich.

Afbeeldingen: poseleinen aankleedpoppen en houten “lollepot”¹
in het heemkundig museum van Kontich.

Ook Gust-Jans echtgenote was een volkse figuur, dochter van Laurentius Joannes Verhaegen, koperslager-winkelier afkomstig van Boom, en Paulina Van Rompaey, herbergierster van het café "De Koperen" in de Molenstraat te Kontich.

Tragische sterfgevallen

Marie-Louise Verhaegen werd zelf vermeld als naaister. De oudste dochter Maria Paulina huwde in 1871 in Antwerpen met de schilder Frans Jozef Franck, die in 1927 te Berchem overleed aan "de loodziekte". De oudste zoon Laurentius Augustinus, runde een wasserij in Kontich, tesamen met zijn echtgenote Maria Magdalena Stuyck. De tweede dochter Eulalia Maria Ludovica huwde in 1902 met een brouwersgast, Jan Baptist Van De Putte. Hij overleed in 1924 en Eulalia, zelf herbergierster te Kontich, hertrouwde in 1927 met een scheeptimmerman, Désiré Timmermans. Eulalia verloor haar tweede echtgenoot op 12 april 1941. Zij kwam zelf om het leven op 28 februari 1942 in tragische omstandigheden. Er werd vermeld dat zij zich "had verdaan thuis in de waterput".

Een volgende zoon Gust-Karel Lauwers huwde in 1916 met Marie-Louise Busschots. Hij was diamantbewerker. Een volgende zoon Hendrik Corneel overleed op jonge leeftijd, waarop een volgende zoon dezelfde naam meekreeg. Deze Hendrik Corneel Lauwers huwde in 1910 te Hove met Maria Janssens. Hij was hovenier en maakte de eerste wereldoorlog mee als soldaat.

Een volgende dochter, Joanna Maria, huwde in 1909 te Kontich met een spoorwegwerkman, Jan Frans Storms. Na diens overlijden hertrouwde zij met Louis Laureys. Joanna Maria was diamantbewerkster en kwam op 30 juli 1964 in tragische omstandigheden om het leven, vermoord door een onbekende. Haar tweede man was al in 1957 overleden.

Een volgende dochter was Cornelia Lauwers, die in 1912 in Antwerpen huwde met Jules Van De Vorst, een "artsenijbereider" (apotheker). Na diens overlijden in 1927, bleef zij tot 1931 ongehuwd en hertrouwde toen met een NMBS-bediende afkomstig uit Ronse, Firmin De Sutter. Zij was dienstmeid en huisvrouw, en overleed in 1955. Haar tweede echtgenoot kwam om het leven in 1971, "dodelijk overreden".

Een volgende dochter, Emerence Lauwers, huwde in 1920 te Kontich met Ward Gordts, een diamantslijper die "door een sleepriem een halve arm was verloren". Een volgende zoon was Jacob Jozef Lauwers die in 1925 te Kontich huwde met Anna Louisa Mijlemans. De jongste zoon Frans Adolf Jozef, was diamantversteller. Hij huwde in 1920 te Kontich met Elisabeth Peeters.