(c) laurentii.be Genealogie
Laurentii Numquam
solus incedes Inhoud Voetnoten 1 Bron: geschiedenis van de gereformeerde kerk in Brussel 2 Zie ondermeer
1561 - Lauwers-Lauwerey(n)s en de inquisitie in
Vlaanderen. 3 Op woensdag 21 oktober 1857 werd de kerk in gebruik genomen. (c) Bewerking foto's uit
collectie in Public Domain (1880-1926) - Portret Vincent Van Gogh onder
Public Domain, 1873 (Bron: Wikimedia). |
|
Verhalen
- 1920 – Predikant A. Lauwers van de gereformeerde Kerken (Brussel) In de lijst van de predikanten van de Gereformeerde Kerken in
België tussen 1894 en 1978, werd tussen 22 april 1920 en 1 juni 1941
predikant A. Lauwers vermeld te Brussel. Er werd in het archief van de
classis Dordrecht van de Gereformeerde kerken melding gemaakt van een
conflict in de kerk van Brussel tussen Lauwers en dominee Couvee
tussen 1926-1927 onder de ‘bijzondere onderwerpen’. Het conflict ging naar
verluid over de uitoefening van andere geestelijke taken, in het bijzonder de
uitoefening van tucht en opzicht (…).
|
|
De geschiedenis van de Protestantse Kerk Brussel1 De geschiedenis
van de Brusselse gereformeerde kerk begon vermoedelijk met Hendricus Voes en Johannes van
den Essen, twee augustijnenmonniken die op 1 juli 1523 levend verbrand werden
op de Grote Markt van Brussel. Zij waren de eerste martelaren voor de zaak
der Reformatie. Ondanks de repressie groeide de kerkgemeente in Brussel aan
tussen 1578 en 15812, met niet minder dan dertien
predikanten. Het evangelie werd volgens reformatorische principes gepredikt
in Sint Michiel. De Spaanse inval maakte daaraan een einde. Veel
gereformeerden vluchtten over de grenzen en enkele kleine gemeenten konden zich
te handhaven. Het begin van de 19de eeuw, toen België en Nederland onder
de scepter van Koning Willem I van Oranje waren verenigd was een periode van
herstel. Er werden diensten gehouden in verschillende steden. De Brusselse
gemeente kreeg de voormalige Augustijnenkerk op het de Brouckèreplein
toegewezen. Daar is de latere Koning Willem III gedoopt. De revolutie van
1830 maakt hieraan opnieuw een einde. Het interieur van de kerk werd verwoest
en de predikant Ds. Pauw vluchtte. Een groepje Nederlanders en Duitsers,
handhaafden alsnog een gemeente onder de hoede van een Duitse lutherse
predikant, L.P. Wieland Lütkemüller. In september
1842 werd Hendrik van Maasdijk predikant van de Brusselse gemeente. De
gemeente telde zowel Nederlanders als Vlamingen. In 1854 vond de gemeente
aansluiting bij de Bond van Evangelisch-Protestantse Kerken van België en
werd ze van staatswege erkend. Een eigen kerk werd gebouwd aan de Zoutkaai,
het latere St. Katelijneplein3.
|
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|