(c) laurentii.be
Genealogie
Laurentii
Numquam
solus incedes
Inhoud
Blog
Documenten
Foto's
Gezinnen
Stamboom
Startpagina
Thematisch
Verhalen
Verwante
families
(c) Bewerking afbeeldingen uit private collectie (originelen onder
Public Domain): medaille "Bene Merenti",
1870 - Foto Aloïs Lauwers, Amsterdam, 1926 - prent Zouave Frans leger, 1915 - Foto Freeman Connor, 1860 -
prent Zouave Cadets, 1860
(National Archives, USA) - Prent H. Rochtus, 1904-1926.
- Prent "Zouave Cadets"
naar cover Perrys Miniatures Pmacw70 28Mm - American Civil War Zouaves Model
Soldiers.
|
|
Verhalen
- 1867 - Zouaven in dienst van de paus : Belgen en
Nederlanders in Italië
De
Pauselijke Staten, die na 1815 opnieuw waren opgericht, konden zich moeilijk
handhaven tegenover het opkomende Italiaans nationalisme. Toen Pius IX de
eerste maal verjaagd werd kon hij zijn wereldlijke macht pas herstellen dank
zij de tussenkomst van de Fransen. Na de wapenstilstand van Villafranco in
1859 kwam Keizer Napoleon III niet tussen toen Piëmont de Pauselijke Staat Romagna aanhechtte. De Paus begreep dat hij er alleen
voor stond. Aan het hoofd van het Vatikaan stelde
hij de Belg Xavier de Merode aan, die de Pauselijke
legers zou reorganiseren. de Merode deed eerder dienst als officier in
een Belgische eliteregiment (latere Grenadiers) en volgde een zekere tijd de
Franse troepen in Algerije (1844-1845).
Bij de
reorganisatie werd de Franse Generaal Lamoricière,
een bekende van de Merode uit Algerije, aangesteld als bevelhebber van de
Pauselijke legers. Er werd ook besloten een keurkorps op te richten bestaande
uit Franse en Belgische vrijwilligers. Over gans de katholieke wereld werd
een oproep gedaan om de Heilige Stoel te helpen verdedigen.
Vanaf
april 1860 waren wervingscomités actief in België en reeds op 20 mei 1860
werd in Rome de eerste zogenaamde Frans-Belgische Tiralleurscompagnie
opgericht. Op 1 juni van datzelfde jaar groeide dit reeds uit tot een
bataljon dat onder leiding stond van de Franse Luitenant-Kolonel de Becdelièvre.
Op 11
september 1860 vielen de Piëmontezen de Pauselijke staten
binnen. De Franse en de Belgische versterkingen ten spijt werd het kleine
Pauselijk leger zeven dagen later verslagen nabij Anconda.
Het
uniform vertoonde dankzij de Franse elementen veel gelijkenis met dat van de
Franse “Zouave” en al spoedig werd dit de bijnaam
van de Frans-Belgische Tiralleursbataljon. Op 1
januari 1861 werd "Pauselijke Zoeaven" de officiële benaming van
het bataljon. Vanaf die datum opende het ook zijn deuren voor vrijwilligers
van andere nationaliteiten.
Van
1861 tot 1866 was het bataljon Zoeaven in de weer met het verjagen van de
troepen van Garibaldi en het onderdrukken van binnenlandse onlusten. Eind
1866 werden de Franse bezettingstroepen uit Rome weggetrokken wat
onmiddellijk het aantal Italiaanse aanvallen deed stijgen. Op 1 januari 1867
werd het bataljon een regiment en werd de leiding toevertrouwd aan de
Zwitserse Kolonel Allet.
De
Zoeaven onderscheidden zich op 13 oktober 1867 tegen Garibaldi te Monte Libretti en twee weken later te Monte Rotanda.
Dit kon echter niet beletten dat de toestand verslechterde en de Fransen
genoodzaakt waren om opnieuw troepen te sturen. De Franse legers en de Zouaven versloegen Garibaldi op 5 november 1867 te Mentona, wat de situatie zou doen stabiliseren tot in
1870.
Op 5
augustus 1870 riep Frankrijk, dat net de oorlog had verklaard aan Pruisen,
zijn troepen terug. Toen na de val van Sedan op 1 september 1870 het Franse
Tweede Keizerrijk ineenstortte, had Italië niets meer te vrezen van het
Franse leger en besloot het om op 9 september massaal de Pauselijke staten
binnen te vallen. De val van Rome op 20 september 1870 kon door de
overrompelde Pauselijke troepen niet meer worden vermeden. Desondanks vochten
de Zoeaven verbeten verder, zoals de compagnie die onder leiding stond van de
Belgische Kapitein de Résimont de Bempt. Deze hield
op 13 september een volledige Italiaanse divisie gedurende vijf uur in
bedwang. Op 21 september 1870 werd het Pauselijk leger ontbonden en werden de
soldaten huiswaarts gestuurd.
Tussen
1860 en 1870 hadden zich ongeveer 10.000 vrijwilligers (waaronder 3181
Nederlanders, 2964 Fransen en 1634 Belgen) gemeld. Bij de Belgen, vooral
Vlamingen, worden de verliezen geschat op ongeveer 120 man, een twintigtal
tijdens de gevechten en de rest door ziekte of ongeval. Onder de Vlamingen en
Nederlanders treffen we enkele rekruten met de naam Lauwers aan.
Constant Lauwers overleed op 6 of 8 juni 1867 in het
hospitaal te Tivoli, IT. Constant Lauwers werd geboren op 27 maart 1843 te Rumbeke als zoon van Louis Lauwers en Thérèse Seys en trok als zouaaf naar
Italië, naar verluid met zijn vriend Dejonckheere.
Constant zou er op 26-jarige leeftijd overlijden "aan koortsen" die
begonnen op 3 juni 1867, amper drie maanden na zijn engagement. Zijn vader
was toen vermoedelijk al overleden - zijn moeder Thérèse Seys
overleed het jaar nadien op 10 september 1868 te Rumbeke
en werd vermeld als "weduwe Louis Lauwers". Constant was
fabrieksarbeider. Zijn legernummer was PZ-3888, en de verbintenis die hij
tekende had volgnummer 1829.
|
|
Afbeelding: in
Nederland kennen we de Pauselijke Zouaaf Aloïs Jaak Bernard
Lauwers die in uniform werd gefotografeerd op zijn 80e verjaardag in
1926 te Amsterdam. Hij was houder van het kruis "Fidei
et Virtuti" en de medaille "Bene Merenti" (afbeelding).
Aloïs Lauwers werd geboren op 25 december 1846 te
Amsterdam, waar hij overleed op 9 december 1935.
|
De
Nederlandse vrijwilligers gingen eerst naar het aanmeldpunt te Amsterdam, en
vervolgens naar het verzamelpunt Oudenbosch, NL. De pastoor van Oudenbosch,
pastoor Hellemons, bijgenaamd "de zouavenpastoor", bood een groot aantal van hen
onderdak in Pensionaat Saint Louis om daar voor hun uitzending naar Rome een
eerste oefening te ondergaan. Daarna vertrokken ze per trein naar Marseille.
Veel
van de naar Nederland terugkerende zouaven raakten
hun staatsburgerschap kwijt, omdat ze in vreemde krijgsdienst waren getreden
zonder hiervoor toestemming aan de koning te vragen.
Als
blijvende herinnering aan de zouaven bouwden de Oudenbosschenaren onder de leiding van pastoor Hellemons
de Basiliek van de H.H. Agatha en Barbara, een nabootsing van de grote
Sint-Pietersbasiliek te Rome, met een standbeeld van de zouaven
op het voorplein. De herinnering aan de zouaven
wordt door enkele Oudenbosschenaren levend
gehouden, doordat zij in een zouavenuniform
kerkelijke vieringen opluisteren.
|
|
|
De afgebeelde kadetten in 1860, links
Freeman Conner, rechts Edward Knox,
werden luitenants in de eenheid “New
York Fire Zouaves” en werden later officier
in het 44e New York, ook wel “The
People’s Ellsworth
Regiment” genoemd.
|
Afbeeldingen: het
pauselijke Zouavenuniform rechts had niet
toevallig heel wat elementen van de uniformen van de soldaten van de
Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) onder. De afgebeelde soldaten uit de
Amerikaanse burgeroorlog werden “Zouave cadets” genoemd.
Afbeelding onder: een Franse Zouaaf.
Louis Napoleon vormde drie regimenten in februari 1852. Ze speelden een
belangrijke rol in Noord-Afrika, en de oorlog op de Krime
(1854-1855), ondermeer te Balaklava
(“Charge of the Light Brigade”) en te Sebastopol
bij de aanval op het Russische fort. De Franse zouaven
speelden verder een rol in Mexico en de Frans-Pruisische oorlog
(1870-1871), waarbij ook pauselijke zouaven
deelnamen en heel wat Canadese en Amerikaanse katholieken. Tijdens de
eerste wereldoorlog wijzigde hun uniform in grauwe camouflagekleuren na
enkele bloedige nederlagen. De kleurrijke uniformen bleken weinig efficiënt
in moderne oorlogsvoering want boden een makkelijk doelwit.
|
|
Afbeelding:
Thuin - De Heilige Rochus
door (Belgische) pauselijke zouaven in de mars
gedragen.
|
|
|
|
|