© Laurentii.be
Genealogie Laurentii
Numquam solus incedes
Inhoud
Blog
Documenten
Foto's
Gezinnen
Stamboom
Startpagina
Thematisch
Verhalen
Verwante families
Voetnoten
2 Getuigenis van Maurice Thorré.
© Foto uit privé collectie, 2012.
|
|
Verhalen - 1798 – Vijf verschillende heerschappijen in één
leven (Tielt)
Macharius Lauwers, wiens
naam ook wel eens als Lauwaert werd gespeld, maakte
in zijn leven vijf verschillende regeringsvormen mee. Macharius
was geboren op 4 december 1772 te Aarsele,
deelgemeente Tielt, als zoon van Joseph Lauwers en Marie-Rose Callewaert onder het bewind van de Habsburgers, toen de
streek behoorde tot de Oostenrijkse Nederlanden. Toen hij te Tielt huwde met Françoise Verougstraete op 30
april 1798, was dat onder de Franse heerschappij die begon met de Franse
revolutie omstreeks 1793 en die liep tot 1815 onder het Franse Keizerrijk.
In
1800 was Macharius, in uitvoering van de Franse Wet van 17 februari 1800, gemeenteraadslid
benoemd, een functie die hij nog had in 18061. Het gezin woonde op het Goed ter Straeten, een huis
met zgn. “koterijen” waar ook een
motte stond, een kleine verhoging beschermd door een ringwal.
De woonplaats droeg duidelijk
sporen van een geschiedenis die verder terug in de tijd ging. De eerste
bebouwing was de "motte"
waar later een kleine boomgaard kwam. In 1940 werden er bij het planten van fruitbomen, nog enkele,
zéér oude, met hout gebakken stenen gevonden. Langs de noord- en oostzijde
was er in 1940 nog een halfgesloopte wal. Op de zuidzijde was er een laagte
wat duidelijk wees op de vroegere aanwezigheid van een waterpartij. Westelijk
was er een doornhaag en gracht. Hier
moet er ooit een wal zijn geweest2.
Fraeyman, een apotheker uit Wingene, en
onderpastoor E.H. Raes zouden er tussen 1970-1975 soortgelijke stenen vinden
in het “ovenbeur”,
een groot bakhuis met oven voor 60 broden, en deze werden gedateerd uit de 16e-17e
eeuw. Er waren nog sporen van de met hout gestookte steenoven op een zwart
geblakerde grond waar nog resten van stenen werden gevonden. Een bos zorgde
voor de houtvoorraad. Achter in de
woning waren nog sporen van een groot loopwiel, waar in vroeger een hond, en
later een klein ezeltje voor de drijfkracht zorgde. Dit wiel dreef, langs
een dwarsas door de muur, een karn aan. Het karnen
was het werk van de "maerte" of meid die 's morgens om 4u30 reeds uit de
veren was.'s Avonds was ze de laatste om te gaan slapen...
|
|
Na de nederlaag van de Franse legers in Waterloo kwam het land onder
de vereniging met Nederland en in 1830 werd de staat België uitgeroepen. In
deze periode bleven schermutselingen voor het behoud van Zeeland en
Oost-Limburg nog enige tijd het land beroeren. In Oost-Limburg werden kolen
aangetroffen en Zeeland beschermde voor Nederland de Scheldedelta. Tezelfdertijde werd Nederland ook in feite de waakhond
over Antwerpen. In dit mini-oorlogje vocht heel wat tijd- en streekgenoten
van Macharius met het eerste Belgisch leger mee. De
Belgen waren meestal slecht bewapend: aan het front Zeeland was dat
bijvoorbeeld met 1 oude buks per 4 soldaten, terwijl degenen die geen
vuurwapen hadden elkaar bestookten met keien en scheldwoorden! De eind-oplossing kwam er pas in 1838 onder druk van de
Geallieerden. Dit betekende voor België het definitief verlies van Zeeland en
Oost-Limburg en de bewaking van de haven van Antwerpen en de Scheldemonding
door Nederland. Hiermee wilden de Geallieerden de zekerheid hebben dat een
agressief Frankrijk nooit meer deze grote haven bij verrassing kon bezetten
en aldus een bedreiging vormen voor Engeland, Nederland en Duitsland...Tezelfdertijde was dit voor Nederland dè
gedroomde gelegenheid om Rotterdam uit te bouwen tot een wereldhaven en zeer
sterke concurent van Antwerpen…
Een zoon van Macharius, Frederik Lauwers,
kerfde in één van de twee dorsvloeren van de hoeve “Goed Ter Straeten” in een
eiken plank in sierletters de melding “Fredericus
Lauwers 1827”. Frederik was toen 15 jaar. Het kunstwerkje bleef lang bewaard,
ook nadat Camiel Marreel ze overnam op 3 oktober
1922. Camiel Marreel werd op zijn beurt opgevolgd
met kerstmis 1939 door zijn dochter Martha en zijn schoonzoon Camiel Thorré, die op hun beurt op 10 mei 1954 werden afgelost
door hun zoon Maurice Thorré en dienst echtgenote
Marie-Louise Maschelein. Tijdens de bewoning van de
Lauwers, werden op de hoeve twee stallen schapen gehouden die werden bewaakt
door twee honden. Een schaaprsherder zwermde van
daar uit over de wegen en bermen.
Uit de
geschiedenis van de hoeve weten we ook dat er in mei 1940, in weerom woelige
tijden, een familie vluchtelingen logeerden, een garagist uit de Sint-Rochussstraat van Dendermonde met zijn familie. Een
andere familie, Neujens uit Vorst in de Kempen,
waarvan de moeder zwanger was, kreeg op de westkant van het huis enkele dagen
voordien al onderdak. Zij kenden soldaat Frans Roygens,
een buur, wiens ouderlijke hoeve toen ook al met vluchtelingen zat. Na de
wapenstilstand met Duitsland van 28 mei 1940 door koning Leopold, werden van
de binnenwegen rondom het Goed opnieuw druk gebruik gemaakt. Duitse
legerkolonnes en heel wat vluchtelingen – die door de Fransen waren teruggedreven
uit rancune voor de Belgische overgave – veroorzaakten opnieuw ellende. Op
dat moment waren de Duitse troepen al voorbij Parijs opgerukt. Op het moment
van de wapenstilstand waren er in de omgeving van Brugge naar verluid
ongeveer 1 miljoen vluchtelingen, en de toestand was onhoudbaar geworden.
|