© Laurentii.be
Genealogie Van Praet
Hoe hoger
geëerd, hoe hoger van weert.
Inhoud
Blog
Documenten
Foto's
Gezinnen
Stamboom
Startpagina
Thematisch
Verhalen
Verwante families
Voetnoten
1 De tekenaar Jan Beerblock
werd geboren in 1739.
2 Voornaamste bron kerkbeschrijving:
inventaris Onroerend Erfgoed.
© Foto’s uit private collectie tot
2012 – Foto binnenkerk onder Creative Commons licentie, Johan Bakker, 2011 –
prent oude Walburgakerk van Beerblock,
+/- 1760 (Public Domain) – Kaartbewerking © Google maps, 2012, onder gebruiksvoorwaarden.
–Foto wapen Tenerife en Torres
wijnhuis, gedeeld onder Creative Commons licentie CC-BT-SA 3.0, Patrik
Lauwens, 2018. – Familiewapen Van Praet, scan boek d'Hooghe,
17e eeuw (Public Domain).
|
|
Blog
- Uitwijking van
de kinderen van Katrien van Praet en Thomas van de Walle
naar de Canarische eilanden (1515)
Katrien van Praet overleed op 13 juli 1515 te
Brugge. Zij was gehuwd met Thomas van de Walle,
een zoon van Seger van de Walle en Joanna Van Iseghem. De familie van de Walle
had eerder in Spanje, later op de Canarische eilanden, gewoond. Thomas en
Katrien woonden in de Zoueterstrate in het
Sint-Janskwartier te Brugge. Thomas was schepen van de stad Brugge in 1517,
hoofdman van het Sint-Janskwartier in 1521 en raadslid in 1528. Hij was ook
handelaar. In 1517 werd vermeld dat hij een vracht laken, stoffen en andere
goederen verzond uit Antwerpen naar Gerard van Ghistele
te Lissabon.
Na het overlijden van Katrien, hertrouwde Thomas
met Maria Moreel. Na zijn overlijden op 20 april 1530, werd hij begraven
naast Katrien van Praet in de Sint-Walburgakerk.
Uit het tweede huwelijk van Thomas met Maria
Moreel, werden nog zeven kinderen geboren. Van de kinderen geboren uit het
eerste huwelijk, vestigden er zich drie op de Canarische eilanden.
Joris 'Jorge' Van
de Walle vestigde zich als planter op het eiland Tenerife. Hij huwde er Catarina
de Torres y Grimon. Een
dochter, Catarina van de Walle
Torres y Grimon, huwde Baltasar de Guisla van het
Vlaamse geslacht Giselin, ook op het eiland Palma gevestigd. In januari 1546 vertrok Jorge naar het eiland Sante
Domingo in West-Indië, waar hij datzelfde jaar overleed.
|
Een mail
van Jozef ‘Jeff’ Van Minsel,
Cónsul de Bélgica op de Canarische eilanden, van 16 februari 2012 bracht
opnieuw het mysterie van een spoorloos
schilderij van Thomas van de Walle en
Katrien van Praet in de Sint-Walburgakerk onder
de aandacht.
Jeff Van Minsel was bezig met
een vertaling en bewerking van een boek over de familie Van de Walle op de Canarische Eilanden. Hij bezocht onlangs de
Walburgakerk maar kon er geen enkel spoor vinden
van het schilderij en het graf dat ik had vermeld in een verhaal uit 1515.
|
|
Een andere zoon, Lodewijk 'Luis' van de Walle, bijgenaamd 'de oude' ('el Viejo'),
was geboren in 1505 te Brugge. Hij streed in het leger van Karel V,
vermoedelijk bij de Ordonnantie Benden. In Spanje werd hij raadslid ('regidor') van de stad Cadix.
Hoe moet omstreeks dezelfde tijd als Jorge op het
eiland Palma zijn aangekomen en huwde er met dona Maria de Cervellon Bellid,
een dochter van Miguel Martin, de conquistador van het eiland.
Op 11 maart 1546 werd hij aangesteld als regidor van het Cabildo, werd militaire
gouverneur van het eiland, overste van de milities ('maestro di campo') en slotvoogd van
de vestigingen. Op 2 juli 1572 volgde een aanstelling als 'familiaar'
(gelast met het uitvoeren van de vonnissen) van het Heilig Officie van de
Inquisitie, en hij was lid van de kerfabriek van
het Santo Domingo klooster.
In 1559 bekostigde Luis el Viejo
de waterbevoorrading van Santa Cruz te Palma. Hij
sponsorde het Hospital de los Dolores,
en stichtte een dotatie voor de oprichting van een gemeentelijke graanzolder.
De familie bezat een eigen kapel gewijd aan Thomas van Aquino,
met grafkelder.
Ook Luis was een handelaar. Hij richtte
met zijn zoon Thomas en een andere Vlaming, Jan van Daysele
('Juan de Ayzel') een handelsmaatschappij
op. Hij overleed op 24 december 1587 te Santa Cruz. Katrien van Praets zoon telde heel wat nakomelingen, die vanaf de 16e
eeuw een vooraanstaande plaats verwierven in de Canarische adel.
Een andere dochter van Katrien van Praet
en Thomas van de Walle, Anna van de Walle, huwde te Santa Cruz op Palma
de Brugse poorter en koopman Jan Jacques die er woonde sinds 1525. Anna
keerde met haar echtgenoot terug naar Brugge, waar zij beiden overleden en
hun laatste rustplaats vonden in de Sint-Jacobskerk.
Een andere zoon, Jaak, was te Santa Cruz gehuwd met Agnes van Trille, ook van Brugse afkomst.
Er zijn in deze periode van Spaanse
overheersing wel meerdere sporen van uitwijking van Vlamingen naar de
Canarische eilanden, ook in andere steden. In april 1557 was er in Antwerpen
bijvoorbeeld de melding dat erfgenamen van Jacob van Groenenberch
en Marie Pyne bezittingen verkochten binnen "den
eylanden van Palma in Canariën".
Antwoord aan dhr. Van Minsel op 18 februari (deel 1; deel 2 = conclusies)
Geachte heer Van Minsel,
Ik vermoed dat u naar onderstaand
artikel verwijst in de verzamelde verhalen van de familie Van Praet. Ik heb
zelf, enkele jaren geleden al, navraag gedaan bij de kerkfabriek naar het
schilderij en het graf in de Sint-Walburgakerk te
Brugge, toen ik te weten kwam dat deze niet meer in de huidige kerk
aanwezig zijn. Helaas ben ik nog niet te weten kunnen komen waar het
schilderij zich momenteel bevindt, of welke bestemming het grafmonument
heeft gekregen. Het blijft voor mij momenteel een mysterie, ook al is de
beschrijving m.i. authentiek.
Bij het samenstellen van
de verhalen uit de genealogie langs moeders zijde (Van Praet) heb ik wat
correspondentie gehad met enkele doctorandi geschiedenis. Ik moet toegeven
dat ik nogal slordig ben geweest in het bijhouden van de bron informatie
toen ik met de samenstelling ervan begon en ik kan momenteel niet meteen
achterhalen wie mij welke informatie heeft bezorgd. Ik heb er bij aanvang
van dit project vooral naar gestreefd om de verhalen op te sporen en op een
populairwetenschappelijke manier te delen.
Mijn persoonlijk
genealogie project focust vooral op de families Lauwens en Lauwers, wiens
oorspronkelijke naamschrijfwijze Lauwereyns (met schrijfvarianten Lauwerin, Laurin, Lauwrens, Laurens,…) was. De
geschiedenis van onze familie gaat ongeveer 600 jaar terug in (het
hertogdom) Brabant en nog enkele eeuwen eerder in (het graafschap)
Vlaanderen. Ook deze familie vindt zijn oorsprong in Brugse contreien en er
is een connectie met een Spaanse familie Lorenzo
in de 15e eeuw via Lepe/Cadiz. De binding
werd voor het eerst vastgesteld via gemeenschappelijke DNA kenmerken in
geneografisch onderzoek via een stamouder Juana Lorenzo die uit Brugge afkomstig was (Johanna Lauwe(re)ns) – enerzijds via mitochondriaal
onderzoek in Spanje, en voor onze familie via gemeenschappelijke kenmerken
(Y-chromosomen) via het geneografie project van
de National Geographic Society. Mijn contactpersoon daarvoor is een
nakomeling van deze Juanna die ook op de
Canarische eilanden woont, ene Pablo Hernandez.
De verhalen Van Praet en
Lauwens/Lauwers worden op de website Laurentii.be gepubliceerd.
Hierin is toch al zo’n
60% van alle beschikbare informatie verwerkt. Een omvangrijk papieren en
elektronisch archief wordt mondjesmaat verder ontsloten en bewerkt
(aanvulling en correctie). Het is voor mij een vrije tijd initiatief naast
een voltijdse baan en andere verplichtingen.
Uiteraard houd ik me
steeds aanbevolen indien u nieuwe informatie zou vinden. Grasduinen in de
(familie-)geschiedenis blijft een boeiende bezigheid. Gezien de bindingen
langs zowel moeders als vaders stamlijn met de Canarische eilanden, heb ik
ook al wel eens overwogen om er een vakantie te plannen, … maar ik heb geen
echte aanleg voor zon- en zeevakanties zoals sommige familieleden die mooie
vakantieverhalen meebrengen van de Canarische eilanden vrees ik…
Ik wens u in ieder geval
succes met uw project en ben uiteraard zeer geïnteresseerd!
|
Wat weten we
over het schilderij en het grafmonument?
Thomas van de
Walle (+20 april 1530) vond zijn laatste rustplaats
naast zijn echtgenote Katrien van Praet (+1515) in de Sint-Walburgakerk
te Brugge die inmiddels verdwenen is en niet mag worden verward met de
huidige Walburgakerk [huidig adres: Sint-Maartensplein,
Brugge]. In de kerk
hing boven de grafsteen een schilderij dat een man en vrouw uitbeeldt,
geknield voor Onze-Lieve-Vrouw. Naast de man worden vijf jongens afgebeeld,
naast de vrouw zes dochters. Het kunstwerk draagt het grafschrift van Thomas
van de Walle en zijn vrouw Catharina van
Praet.
|
Afbeeldingen: de oude Walburga parochiekerk met toren omstreeks het midden
van de 18e eeuw1 die werd afgebroken. - de huidige
toren van de kerk.
|
Op de plaats van de kerk stond vroeger een
kapel die door de Heilige Walburga, onderweg van
Wessex naar Thüringen, zou gesticht zijn in 745. In
de periode 1619-1643 werd de huidige kerk gebouwd door jezuïetenbroeder
Pieter Huyssens. Het jezuïetenklooster werd in 1773
opgeheven en de kerk werd gesloten. De toren, naar model van de Carolus Borromeuskerk te Antwerpen, is echter nooit afgemaakt
wegens geldgebrek. Vlakbij stond de parochiekerk van de Sint-Walburgaparochie,
op de hoek van de Riddersstraat en de Sint-Walburgastraat. Deze raakte echter bouwvallig en in
1777 kende men de voormalige jezuïetenkerk toe aan de parochie en werd de oude parochiekerk afgebroken.
Conclusies
Thomas van de Walle (+20 april 1530) vond
zijn laatste rustplaats naast zijn echtgenote Katrien van Praet (+1515) in
de Sint-Walburgakerk te Brugge die inmiddels
verdwenen is en niet mag worden verward met de huidige Walburgakerk
[huidig adres: Sint-Maartensplein,
Brugge]. De St.-Walburgaparochie was in 1241 ontstaan als afscheiding van die
van St.-Salvators in het Brugse Sint-Jankwartier.
Het gezin woonde er in de Zoueterstrate en Thomas was schepen van de stad Brugge
in 1517, hoofdman van het Sint-Janskwartier in 1521 en raadslid in 1528.
Hij was er ook handelaar.
De oorspronkelijke (afgebroken) gotische parochiekerk
waarin van de Walle en van Praet werden begraven
is verdwenen. Deze kerk, die gelegen was op de hoek van Ridders- en Sint-Walburgastraat, was gesticht als grafelijke kapel
gewijd aan de H. Walburga. Ze werd afgebeeld bij
Marcus Gerards in 1562 en werd
afgebroken in 1781 sinds ze in 1777 bouwvallig was, het jaar waarin de nieuwe
(huidige) Walburgakerk door Mgr. Caïmo en keizerin Maria Theresia werd toegekend aan de Sint-Walburgaparochie. In 1781 kreeg de parochie de
toestemming om het materiaal van de oude kerk te verkopen en de opbrengst
te gebruiken om de eveneens vervallen jezuïetenkerk te restaureren. Er was o.m. sprake
om de rococobovenbouw van de toren van de oude kerk, die pas uit 1766
dateerde, op de onvoltooide toren van de nieuwe St.-Walburgakerk te
plaatsen, wat uiteindelijk niet is doorgevoerd.
In de
inboedelbeschrijving van de huidige Walburgakerk
komen bij mijn weten geen meubilair of schilderijen (meer) voor uit de 16e
eeuw. De oudste inboedelstukken lijken te dateren van de periode 1619-1641
bij de bouw de jezuïetenkapel (huidige kerk). De bestemming van het
schilderij en de graftombe uit de oude kerk blijven tot op de dag van vandaag
onzeker. Het is mogelijk dat het schilderij terug in het bezit kwam van de
nakomelingen van Van de Walle-Van
Praet, en het is theoretisch ook mogelijk dat zij in het erfgoed van de
‘oude’ parochiekerk bleven en omstreeks 1781 in de verkoop terecht kwamen
waarvan de opbrengst de restauratie van de ‘nieuwe’ kerk moesten
bekostigen.
|
|
Afbeeldingen:
het stadswapen van Tenerife, hier aan de “Calle San Salvador” in Playa
de los Amaricas, heeft dezelfde kleuren als de
oudst bekende familiewapens Van Praet, en ook als die van het hertogdom
Brabant. Er is geen direct verband, net zo min als het voorkomen van een
boom in de rechterhelft, vergelijkbaar met die in het familiewapen Lauwereyns
en Lauwens/Lauwers. Het toont vooral de pracht van heraldische grafiek. En
toch zijn er sporen van de aanwezigheid van Vlamingen op de Canarische
eilanden, bijvoorbeeld in sommige straatnamen, merknamen en familienamen op
deze eilanden. Daarover ging het boek van Van Minsel. De vermelde familie “Van der Torre” uit Brugge, veranderde zijn naam in Torres, en die naam vinden we ook nog terug in een
gerenommeerd Spaans wijnhuis. Ook “Van Praet” families in de Spaanse
contreien verspaansten hun naam in “de Prado”.
|
|
|
|
Hierna: binnenzicht in de huidige kerk
(2011, collectie onroerend erfgoed). De kerk werd in 1939 beschermd als monument.
Ze wordt tegenwoordig gebruikt als concertzaal voor het Festival van
Vlaanderen. De kerk bevindt zich in Brugge
Sint-Jan.
Situering en geschiedenis St.-Walburgakerk
De huidige kerk ligt ten oosten van het plein,
ten noorden deels afgebakend door de Hoornstraat, deels door de voormalige
kerktuin, ten oosten door de kerkhoftuin en de "Oranjerie
St.-Walburga", de voormalige brouwerij van het jezuïetencomplex cf.
Verversdijk nr. 17, en ten zuiden door de schoolvleugel van het "Lyceum
Hemelsdaele". Georiënteerde jezuïetenkerk van het basilicale
type maar zonder transept. Fraai doch sober voorbeeld van typische
contrareformatorische barokkerk uit de Zuidelijke Nederlanden van de 17e
eeuw.
Ca. 1240: stichting van
de St.-Walburgaparochie als afscheiding van die van St.-Salvators. De oorspronkelijke
parochiekerk ligt op de hoek van Ridders- en Sint-Walburgastraat,
gesticht als grafelijke kapel gewijd aan de H. Walburga.
De gotische kerk wordt afgebeeld bij Marcus Gerards (1562).
1596: de jezuïeten,
sedert 1575 gevestigd in huis "De Lecke" en aanpalende panden op de hoek van de
Wapenmakers- en de Sint-Walburgastraat, zochten na
de godsdiensttroebelen onderdak op het Sint-Maartensplein en bouwden er ter
hoogte van het koetsgebouw van nr. 5, een kapel. Wegens plaatsgebrek werd
algauw de bouw aangevat van een kerk met college, klooster, kapel en tuin,
gelegen tussen Sint-Maartensplein, Hoorn-,
Kandelaar- en Boomgaardstraat, en Verversdijk cf. Verversdijk.
1619-1641: bouw van de
kerk n.o.v. de Brugse jezuïet-architect
P. Huyssens (1577-1637), na diens dood verdergezet door medebroeder J. Boulé.
Als werknemers zijn o.m. J. Pype voor de
funderingen, G. de Lippe, R. Houtrick
en J. Coppet voor de ruwbouw gekend. Financiële
steun komt van het Brugse Vrije, de stad, de abt van St.-Pieters te Gent, het
bisdom en vele families. De oorspronkelijke plannen van Huyssens
- o.m. wat de toren, gewelf en de vensters van de middenbeuk betreffen - zijn
echter wegens geldgebrek en naijver tussen de
jezuïeten van Brugge en Antwerpen niet volledig uitgevoerd.
1642: inwijding van
het bedehuis door Mgr. Nicolas de Haudrion,
opgedragen aan de H. Franciscus Xaverius cf. beeld
boven portaal, wiens relieken in 1630 naar Brugge waren gebracht.
1773: de
jezuïetensociëteit wordt bij keizerlijk decreet ontbonden en de kerk
gesloten.
1777: o.w.v. de bouwvalligheid van de voormalige parochiekerk,
kennen Mgr. Caïmo en keizerin Maria Theresia de
voormalige jezuïetenkerk toe aan de St.-Walburgaparochie; die eveneens de
toestemming krijgt de oude parochiekerk af te breken (1781), het materiaal te
verkopen en de opbrengst te gebruiken om de vervallen jezuïetenkerk te
restaureren. Er is o.m. sprake om de rococobovenbouw van de toren van de
oude kerk, die pas uit 1766 dateerde, op de onvoltooide toren van de nieuwe
St.-Walburgakerk te plaatsen, wat uiteindelijk niet is doorgevoerd.
Vermoedelijk zijn in de loop van de 18e eeuw ook de
kerkmeesterkamers ten zuiden van de kerk aangebouwd.
1778: in de hoop
dat de kerk uitgeroepen wordt tot kapittelkerk, geven de kerkmeesters van de
St.-Walburgaparochie aan beeldhouwer-architect H. Pulinx de opdracht plannen te tekenen om een
koorgestoelte te plaatsen in het kleine koor en om het noordelijk trappenhuis
als doopkapel in te richten.
1779: inhuldiging
van de voormalige jezuïetenkerk als parochiekerk en overdracht van de
relieken van H. Walburga.
1796: de kerk wordt
door de Fransen in beslag genomen en gebruikt als Tempel van de Wet.
1804: de kerk
krijgt haar eigenlijke functie terug doch onder de naam
"St.-Donaaskerk" na de overdracht van diens relieken uit de
afgebroken, gelijknamige kerk op de Burg.
1841-1851:
gevelrestauratie.
1854: officïele toekenning van de huidige naam.
1918: zware
beschadigingen vnl. aan N.-beuk na bominslag.
1961-1963: restauratie
van de daken, steunberen, kroonlijsten en raamomlijstingen n.o.v. ingenieur-architect J.
Verbeke (Brugge).
1967-1973: restauratie
van voor-, zijgevels, toren en crypte waarbij
verweerde materialen worden vervangen.
1978-1980:
interieurrestauratie o.m. herschilderen.
Beschrijving van de huidige kerk 2
Huidige plattegrond ontvouwt: een driebeukig
schip van zeven traveeën en ingebouwd koor met één travee en apsis; zijbeuken
met rechte sluiting; crypte; in kooras, toren op
vierkante plattegrond; in het verlengde van de zijbeuken, links vierkante
sacristie en twee kerkmeesterskamers, rechts gang
en kapel. Ter hoogte van de eerste traveeën van de zijbeuken, bijgebouwen op
vierkante plattegrond met links doopkapel en rechts trap naar doksaal.
Materialen. Baksteenbouw
met gebruik van zandsteen voor het voorgevelparement Massangis al
restauratiemateriaal. Voor het interieur: Balegemse
witsteen (eerste bouwlijn) en zandsteen (hogere lagen); muren in baksteen met
zandstenen parement. Geheel onder leien zadel- en lessenaarsdaken.
Kerk toegankelijk via 5 trappen, geflankeerd door twee
afgeronde schamppalen. De westelijke gevel vertoont duidelijke invloeden van
de Il Gesù-kerk in Rome - cf. Huyssens' verblijf in Rome van 1626 tot 1628 - o.m. door
een tweeledige opbouw doch met vertikale
verhoudingen en plastische uitwerking. Hoge onderbouw met ritmerende
gekoppelde hoekpilasters en pilasters met driekwartzuilen
aan weerszij van de middentraveeën, alle met geprofileerde basementen en
verfijnde Corinthische kapitelen; aflijnend gekornist entablement met datum
van wijding "1643". Hoger opgetrokken middentraveeën met analoge
opstand onder een sterk geprofileerd en gekornist hoofgestel bekroond door een gebroken driehoekig fronton
tussen postamenten met siervazen en bronzen kruisbeeld uit de 19e
eeuw. Flankerende vleugelstukken met sierlijke voluten met
kandelaberbekroning. Portiektraveeën met composietkapitelen en fronton,
doorbroken door nis met beeld van de H. Franciscus Xaverius
(kopie van de jaren 1970); op archivolt van
rondboogingang, opschrift "Den H.
Franciscus Xaverius besonderen
patroon tegen de peste / aengenomen
door het magistraet der stad Brugge ten jaere 1666" en op bekronende architraaf, een
versierde fries met cartouche voorzien van opschrift "D.O.M. / et / S.Francisco
Xaverio / sacrum".
Ter hoogte van de zijbeuken, op plint links, 17e eeuwse steenhouwersmerken o.m. te identificeren met familie Nopère (Arquennes); rondboognis ingeschreven in een geprofileerde omlijsting
met schelpvormige sluitsteen onder druiplijst; rechth.
venster in geprofileerde omlijsting met neuten en bekronend halfrond fronton
op gegroefde consoles.
Flankerende bakstenen aanbouwen met houten poort op 5
treden in geprofileerde omlijsting met oren, sluitsteen en bekronend halfrond
fronton op gegroefde consoles. Natuurstenen hoekblokken. Rechth.
vensters in natuurstenen omlijstingen met oren, neuten en druiplijst.
Zijgevel links met oculus; achtergevel met vensters
cf. voorgevel; ijzeren harnassen voor glas-in-lood.
Zijgevels - zichtbaar
van Hoornstraat - zijn ter hoogte van zijbeuken geleed door steunberen met
natuurstenen hoekblokken. Segmentboogvensters in natuurstenen omlijstingen
met druiplijst; aflijnende natuurstenen kroonlijst op modillons.
Ter hoogte van de middenbeuk, geritmeerd door luchtbogen met arduinen rollaag
en op natuurstenen pilaster; natuurstenen kordonlijst met steigergaten en
dito kroonlijst. Op zuidelijke gevel, een metselteken van verglaasde baksteen
in vorm van zespuntige ster.
Vierkante toren: massieve
bakstenen romp aan Z.-zijde doorbroken door drie beluikte segmentboogopeningen
in bepleisterde omlijsting. Klokkenverdiep van Doornikse steen is per zijde voorzien van galmgat in
geprofileerde omlijsting met paneelwerk, halfrond fronton en ordonnerende
pilasters. Leien tentdak met torenkap en pumeel.
Interieur. Schip met
tweeledige opstand: met cassetten versierde rondboogarcade op zuilen met
composietkapiteel en achthoekige basis; in de zwikken, consoles die de met
cartouches en grotesken verrijkte gordelbogen opvangen. Boven de versneden
architraaf, licht getoogde vensters in
geprofileerde omlijstingen met oren. Kruisribgewelf. Overgang naar apsis door
bredere gordelboog; apsis omgeven door vier pilasters met kapitelen voorzien
van zwaar geprofileerde voluten en acanthusbladen. Straalgewelf met rijke
stucversiering. In de zijbeuken, kruisribgewelven met gewelfsleutels waarin
zevenpuntige ster, aan zijgevelzijde opgevangen door pilasters; gewelven in
zijkoren met uitgewerkte stucversiering en erin verwerkte Mariamonogram
(noordelijk) en Christusmonogram (zuidelijk).
Meubilair.
Schilderijen. In zijbeuken en boven doksaal, 14 schilderijen van de "15 Mysteriën
van de Rozenkrans" uit de omgeving van J. Garemijn,
ca. 1750. "Verheerlijking van H. Sacrament" van J. Garemijn, ca. 1740; "Kroning van O.L.Vrouw"
van E. Quellinus de Jonge, XVII B; "Bewening van Christus" van J. Odevaere, 1812; "Verrijzenis" van J. Suvée (XVIII B); "Visioen van St.-Ignatius" van P. Cassiers;
een drieluik met "O.L.Vrouw van de Droge Boom" van P. Claeissens, 1620; anoniem doek met "H. Domenicus die
Kind geneest".
Altaren. Monumentaal,
marmeren hoogaltaar van J. Cocx, gewijd in 1643 met
beeld van H. Walburga, door Houvenaegel,
1842; boven de portalen, bustes van H. Franciscus Xaverius
en H. Franciscus Borgia, en beelden van H. Louis
van Gonzaga en H. Stanislas
Kostka. Epitaaf van Michaël Grimaldi. N.-zijaltaar
van P. Verbruggen van 1657 met twee barokportalen, beelden van H. Catherina,
H. Ursula, H. Jozef met Kind, een Madonna-van-de-tuin
(16e eeuw) en een beeldengroep van H. Anna en Maria (17e
eeuw). Zuidelijk zijaltaar gebeiteld door P. Verbruggen in 1669 met eikenhouten
deuren, en beelden van H. Petrus, H. Paulus, H. Rochus.
Meubilair. Witmarmeren
communiebank, door H. Verbruggen, 1695. Biechtstoelen in classicerende stijl,
1802. Eikenhouten koorbanken en communiebank uit de 18e eeuw.
Barokpreekstoel van A. Quellinus de Jonge, 1670,
naar iconografie van pater Hesius. Doksaal en
ingangsportaal n.o.v. P. de Cocks,
1763, doch vermoedelijk pas uitgevoerd in 1834.
Orgel begonnen in
1735 door C. Cacheux en voltooid door J.B. Frémat in 1739; versierd met beelden van gracieuze
vrouwen en Jezus op de Wereldbol.
Crypte, toegankelijk
via poortje met opschrift "IHS / Locus sepulcralis / patrum soc. jesu / et ecclesiae
sancti / Francisci Xaverii / benefactorum"
in kerkhoftuin, op rechthoekig grondplan, overkluisd d.m.v. kruisgewelven op
arduinen zuil; grafplaten o.m. van parochianen.
|