(c) Laurentii.be Genealogie Laurentii Numquam solus incedes Inhoud Voetnoten 1 Migratie en integratie
in het laatmiddeleeuwse Antwerpen. Een studie aan de hand van de
poorterslijsten 1390-1443 (Verhandeling aangeboden tot het behalen van de
graad van licentiaat in de geschiedenis)
, bewerking door A. Vandenhoeck, Antwerpen, 2002. 2 Bewerking van Yvan Derycke,
Stadsarchief Antwerpen, 2004 3 J. De Meester in Vlaamse Stam, Tijdschrift voor familiegeschiedenis,
“Hulp uit onverwachte hoek: de inschrijvingsregisters van de Antwerpse
droogscheerders-leerlingen als genealogische bron” tussen 2008 en 2011. (c) Foto Waterpoort Antwerpen, Patrik
Lauwens, 2015 - Schilderij
"Filips de Goede" door Rogier Van der Weyden,
1450. Public domain zie Wikipedia. |
|
Verhalen
- 1395-1441 – Naamgenoten bij de poorters van
Antwerpen
In de lijst van de nieuwe poorters te Antwerpen tussen 1390-1443 vinden we verschillende vermeldingen van Lauwers1. Rombout Lauwers was metser en werd opgenomen in de lijst op 10 augustus 1425. Zijn afkomst werd niet vermeld. Jan Lauwers was afkomstig van Kasterlee en werd opgenomen als nieuwe poorter op 2 januari 1433. Gheert Lauwers was afkomstig van Beerse bij Turnhout en werd opgenomen in de lijst op 13 januari 1441. Afbeelding: de Waterpoort van Antwerpen
was één van de voormalige stadspoorten aan de Schelde, gebouwd in 1624 als
een "ereboog" voor koning Filips IV. Oorspronkelijk gebouwd aan de
Vlasmarkt, werd de poort in 1880-1885 en vervolgens in 1933-1936 verplaatst,
wat haar de bijnaam "de wandelende poort" opleverde. Er waren eerdere vermeldingen in 1420, van Mathijs Lauwersone op 28 juni 1420, afkomstig van Oudenbosch in de huidige Nederlandse provincie Noord-Brabant en Peter Lauwenzone, een schipper eveneens afkomstig uit Oudenbosch, ingeschreven op 6 september 1420. Ene Jan ‘van Lauwen’, een bontwerker afkomstig uit Walem bij Mechelen, werd opgenomen in de lijst op 2 juli 1422. We kunnen niet met zekerheid zeggen of het om verwanten gaat, en kunnen enkel vaststellen dat er uiteenlopende schrijfwijzen voor de familienamen werden gebruikt. Jan ‘van Louwen’ trad nog eerder op als borg voor nieuwe poorters, op 25 november 1391. Wanneer iemand poorter werd in het middeleeuwse Antwerpen, was het mogelijk dat een andere poorter, die al in Antwerpen woonde, zich voor hem borg stelde. Andere dan deze Jan, zijn er geen sporen van oudere poorters met een min of meer gelijkaardige naam die als borg optraden van de nieuwen.
Andere inschrijvingen waren Gherijt (Gerrit) ‘Laurens zone’ ingeschreven op 28 november 1421, uit Oudenbosch, Claus ‘Laureyns sone’ ingeschreven op 28 april 1396, Claus en Jan ‘Laureyssone’ uit Roosendaal, ingeschreven op 7 maart 1432 en op 19 februari 1440. Andries Laureyns werd ingeschreven op 3 september 1395 en Gheert Laureyns op 19 mei 1419. Beiden kwamen uit Overhage bij Breda. Goden Laureyns, een metser, werd ingeschreven op 18 december 1422, en Claus Laureissone uit Hildernisse werd ingeschreven op 18 juli 1432. Uit Rijkevorsel kwamen de nieuwe poorters Andries Laureys, ingeschreven op 4 april 1421, en Peter Laureys, ingeschreven op 3 mei 1415. Jan Laureyssoen werd er ingeschreven op 17 juni 1440 zonder melding van afkomst. |
|
In de akten van de schepenregisters van de stad Antwerpen vinden we tussen 1446 en 14542 meldingen van Jan Lauwers, Claus Lauwers, Rombout Lauwers, van Katline (Katelijne) Lauwers en Lysbette (Liesbeth), weduwe Lauwers. Dit maakt dat we kunnen stellen dat in de 15e eeuw in ieder geval familienaamgenoten als poorter in Antwerpen stonden ingeschreven. Antwerpen behoorde in deze periode tot het hertogdom Boergondië. Vanaf 1384 was dit onder de heerschappij van Filips de Stoute, die graaf van Vlaanderen was, met inbegrip van het markizaat van Antwerpen en de stad Mechelen. Na zijn overlijden op 27 april 1404, leidde zijn echtgenote Margaretha van Male het hertogdom tot aan haar dood op 21 maart 1405. Hun oudste zoon Jan zonder Vrees nam toen deze taak over. Hij werd vermoord in 1419. Filips de Goede erfde in 1419 Bourgondië, Vlaanderen, Artois, Mechelen en Antwerpen van zijn vader Jan zonder Vrees. Filips de Goede verleende de steden privileges in ruil voor belastingen en accijnzen. Hij huwde met Margaretha van Male, de enige dochter en erfgename van Lodewijk II van Male, graaf van Vlaanderen, en Margaretha van Brabant. Zijn dochter, Margaretha van Bourgondië, werd uitgehuwelijkt aan Willem VI, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen.
Deze leerknapen met gelijkaardig klinkende namen, stonden evenwel niet ingeschreven in de poortersboeken. Zie ook de resultaten van de Volkstelling
in Antwerpen in 1584. |
|||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|