image003.JPG

© Laurentii.be

 

Genealogie Van Praet

Hoe hoger geëerd,

hoe hoger van weerd.

Inhoud

Blog

Documenten

Foto's

Gezinnen

Stamboom

Startpagina

Thematisch

Verhalen

Verwante families

 

Voetnoten

 

1 In 1329 werd Simon de Mariabello ontvanger van de graaf van Vlaanderen. Jan de Mirabello uit Asti, was al in 1323 ontvanger van de hertog van Brabant benoemd.  Deze en andere Italianen waren verantwoordelijk voor de vroege introductie in de Nederlanden van de moderne dubbele boekhouding, kort na de ontwikkeling ervan in Genua in 1340.

2 Oedelem werd in 1976 gefusioneerd met Beernem en Sint-Joris-Ten-Distel tot de fusiegemeente Beernem.  

3 Deze gronden werden door de abdij van ter Doest aangekocht van de gravin van Vlaanderen in 1243.

 

image005.jpg

(c) Bewerking oude kaarten hof van Oedelem uit private collectie (originelen onder Public Domain).

 

Verhalen  - 1341 - De heer van Praet, getuige bij de oprichting van een klooster op de Wal te Gent

"Le seigneur de Praet" trad op als getuige, samen met Machelin de Saint-Bavon, Thomas de Varnewijs, monseigneur Gossuin dou Mour, Willem le Boeme, Bauduin Mayekin  en Symon ser Thumas, bij de oprichting van een klooster op een plaats de Wal ("que on appielle le Wal en flamenc") te Gent.

 

Er werd goedkeuring verleend aan Simon de Mirabello1, ook genaamd van Halen, ridder en heer van Perwez, en aan zijn echtgenote Isabella, een natuurlijke zuster van de graaf. De amortisatie van de goederen en de renten werden aan de nieuwe stichting als dotatie geschonken.

 

 

 

Verhalen  - 1373 - Verkoop van het leengoed van Praet te Oedelem aan Lodewijk van Male

 

In het relaas over de dood van Karel de Goede in 1127 werd Gervaas van Praet als een van zijn voornaamste medestanders genoemd. Hij werd tot burggraaf van Brugge genoemd. Zijn naam ontleende hij aan de heerlijkheid van Praet te Oedelem2. De heren van Praet ontvingen de kerkelijke tienden te Oedelem. Zij ontpopten zich tot een van de grote machtige riddergeslachten in de middeleeuwen. Leden uit het geslacht van Praet waren o.m. de heer van Watervliet, Balgerhoeke en Moerkerke. 

 

Tijdens de tweede helft van de 13de eeuw verkeerden zij in geldnood en verkochten zij de tienden aan het kapittel van Onze-Lieve-Vrouw te Brugge. 

 

Rond het midden van de 14de eeuw verkeerde ook Boudewijn van Praet, die naar verluid grote sier maakte aan het grafelijk hof, in financiële moeilijkheden. Lodewijk van Male kocht van hem het leengoed van Praet te Oedelem op 25 december 1373 en schonk het aan zijn bastaardzoon, Lodewijk van Vlaanderen, bijgenaamd "de Fries". Van toen af begon een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de heerlijkheid Praet, onder het bewind van het geslacht van Vlaenderen, dat ook Knesselare en Aalter (Land van de Woestijne) bezat. Vanaf deze periode vinden we de nakomelingen (Van) Praet ook terug in de grensstreek van Vlaanderen en Brabant, en in het hertogdom Brabant.

 

Boudewijn van Praet was vóór 1326 gehuwd met vrouwe Aleid van Putten en Strijen. Hij wordt beschouwd als de laatste heer van Praet te Oedelem.

 

In het middeleeuwse Oedelem waren de vruchtbaarste gronden in gebruik genomen. Er was een bloeiende kleiwinning met een steenbakkerij en de productie van dakpannen. Er waren vele ambachten en neringen zoals kuipers, strodekkers, smeden, en molenaars. Grote delen van het middeleeuwse Oedelem, dat deels tot de heerlijkheid Praet behoorde, bestonden uit heidegrond, enkel geschikt voor begrazing of het steken van turf, zoals het Beverhoutsveld. Andere delen in het noordoosten werden moeizaam ontgonnen. Ze bestonden uit bos, heide en een vijver, zoals het domein van Burkel3.

 

 

HofVanPraet.jpg

Afbeeldingen: het voormalige Hof van Praet te Oedelem

image006.jpg