(c)
Laurentii.be Genealogie Laurentii Ad laurum non aurum Inhoud Documenten
[*] [*]
Testament van Hieronimys Lauwereyns van 21 juli
1509. Voetnoten 1 Spellingvarianten: Lauwerens, Lauwerin, Laurin, du Feuille, de Maeght, Jacqueline/Jossine/Judoca De Maecht / De Maegt, Boel, Boël. 2 Feit is dat zowel Josine (of Jacqueline) De Maecht als Marie
Bauders als echtgenote werden vermeld. Mogelijk was zij de genoemde minnares van Boudewijn, mogelijk een
dochter van zijn baljuw Jean Baltin. Volgens andere bronnen heette de
minnares Barbara Roels (1420-1465). 3 Merk alvast ook de vermelding van de
Sint-Laureinsparochie in 1314 in het uitgestrekte moer- en veengebied ten
oosten van Aardenburg. Jeroom Lauwereyns wordt overigens ook beschouwd als de
stichter van de stad Philippine. 4 Zie
achtergrondverhaal uit 1453. "Lauwerijn
van Watervliet" is ook bekend van het liedboek dat hij publiceerde
omstreeks 1505. 5 Bronnen o.m. “Généalogies de quelques familles
des Pays-Bas”, 1774 en elders vermelde
genealogische naslagwerken van o.m. de Franse en Zeeuwse/Zeelandse
adel, Repertorium van de Vlaamse adel 13050-1500 van Frederik Buylaert, Academia Press, 2011. 6 L. Gachard (ed.), Collection des voyages
des souverains des Pays-Bas, volume 1,
Brussel, 1876, p. 469. 7 De
poortersboeken van Brugge vermelden dat hij in Brugge geboren is. SAB,
poortersboeken, register
1479-1496, folio 18v: “Jeronimus Lauwerin f. Bavens, gheboren in Brugghe cocht zijn poorterscep omme poortersneringhe te doene binder voorseide stede” (25
februari 1482). 8 Zie het proefschrift van Nico Dumalin
"Het testament van Jeronimus Lauwerein"
uit 2011. 9 Ook dit was een teken van zijn "adellijke identiteit" cf. studiewerk van Jan Dumolyn, Katrien Moermans in ‘Distinctie
en memorie’, Marc Boone (over tijdsgenoot ridder Pieter Lanchals) in ‘Un grand commis de l’Etat’. Het praalgraf was nog zeker tot in 1630 in gebruik als
begraafplaats van zijn nazaten. Zie Devliegher,
‘Het graf van Hiëronymus Lauweryn’, pp. 102-103. 10 Het testament werd bewaard in het archief van de Raad van
Vlaanderen, en er zijn afschriften teruggevonden in het archief van Waterdijk
(gebaseerd op een afschrift van notaris de Mares) en in het archief van de
kerkfabriek van Watervliet. In het testament werd ook vermeld dat Jerooms nicht Babe (Barbara?)
een jaarlijkse toelage zou krijgen mits zij afzag van de erfenis van Jerooms moeder (...) en werd de vraag gesteld om in zijn
naam een pelgrimstocht te ondernemen naar Santiago de Compostella [zie ook de
opdracht tot de bouw van de Sint-Jacobskerk te Waterdijk - deze werd evenwel
nooit voltooid]. 11 RAG, Raad van
Vlaanderen, nr. 33 383, item 9. Jacob was de zoon van Isabeau
Laroy, gewettigd in 1509. Vandamme,
Loyauteit
of machtswellust, p. 39. 12 Bewaard als
handschrift in de British Library (Add. 35.087). 13 Men vermoedt
dat Arnold Brugensis
geboren werd in Brugge omstreeks 1500. Hij werd in 1527 opvolger van Heinrich
Finck, als kapelmeester van de Weense hofkapel
onder keizer Ferdinand I. Arnold
verbleef in Ljublijana (Slovenië), Zagreb
(Kroatië), Kocevje (Slovenië) tot hij kapelaan werd
aan de Sint-Stefaansdom in Wenen, en later in Linz
(Oostenrijk). Hij was een katholiek gewijde geestelijke, en zijn werken
werden zowel door katholieken als protestanten gewaardeerd. Zijn meest
bekende werk "Mitten
wir im Leben sind" is zelfs van de hand van Marthin Luther. Kaartbewerking
onder Public Domain - Jacob van Deventer, 1560 (Bron: Wikipedia) –
Familiewapen Jeroom Lauwereyns van Watervliet uit familiearchief Laurin. -
(c) Foto grafmonument Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk in Watervliet van Roel
Renmans, gepubliceerd met toestemming. - Schilderij van Margaretha van Oostenrijk
van Bernard van Orley (Public Domain, omstreeks
1518 - Bron: Wikipedia). - Foto stadspaleis Mechelen van Viktor Hauk, 2007, onder Public Domain. |
|
Voorouders - Lauwereyns-de Maecht,
1445 Aardenburg, NL
Boudewijn
Lauwereyns had vermoedelijk een
relatie met Marie Bauders2,
die na zijn overlijden zou trouwen met Vaernewyck. Hij was klerk bij de
algemeen-ontvanger van Vlaanderen, een functie waarin hij in 1477 werd
opgevolgd door zijn zoon Jeroom. Jeroom
Lauwereyns, de heer van Watervliet 4 Boudewijn Lauwereyns had omstreeks 1453
een minnares van wie een halfbroer Jeroom
Lauwereyns afstamt, geboren in Brugge7.
Jerooms Lauwereyns was een bastaard zoon, ontvanger van Oost-Vlaanderen,
nadien ridder, en werd heer van Watervliet, Waterlant,
Waterdyk, Poortvliet, Nieuwvliet en algemeen
schatbewaarder van de aartshertog Philip de Schone en topambtenaar van het Borugondisch-Habsburgse rijk. Door tegenstanders werd hij
afgunstig als een "inhalige en
spilzuchtige parvenu" beschreven, maar hij was vooral ambitieus en
hield er een adellijke levensstijl op na ondanks zijn bescheiden afkomst6. Bij deze levensstijl
("vivre noblement")
hoorde een het gebruik van eigen heraldische tekens, paardrijden, de jacht,
het verwerven van heerlijkheden8.
Die verbondenheid met de grafelijke ambtenarij en de titels die hij kon
voeren, maakten dat hij tot de "nieuwe
adel" van die tijd behoorde. Afbeelding:
het grafmonument van Jeroom Lauwereyns en Marie Strabant in de
Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk te Watervliet. Tussen hen werd dochter
Barbara afgebeeld. Het oorspronkelijke graf werd tijdens de Franse bezetting
van 1794 vernietigd, en dit is een (niet altijd nauwkeurige) met gips
gemouleerde reconstructie op basis van de gevonden gisanten fragmenten. Jeroom
Lauwereyns huwde Jacqueline Pedaert, dochter van ridder Mathieu Pedaert (Peyaert), heer van
Hamme en Clichthove. Na haar overlijden op 4 mei
1504, hertrouwde hij Marie Strabant. Jeroom Lauweryens was in 1477 in
navolging van zijn vader klerk van de algemeen ontvanger van Vlaanderen.
Roeland le Fevere
bewerkstelligde dat hij in 1486 werd benoemd tot ontvanger van de kasselrij
van het Brugse Vrije, een functie waarin hij zich niet populair maakte bij de
Brugse bevolking: in 1488 kwamen de Vlaamse steden in opstand tegen de
landsheer Maximiliaan van Oostenrijk en Jeroom werd gearresteerd met le Fevere, Lanchals
en Mathieu Pedaert. Die laatste, zijn schoonvader, werd op 5 maart 1488
gearresteerd en uitgeleverd aan Gent en hij werd er met Lanchals
terechtgesteld. Jeroom werd uit al zijn functies ontzet, maar werd in 1489
opnieuw benoemd tot ontvanger van het Brugse Vrije, tot 1498. In 1497 was hij
ook grafelijk ontvanger geworden van Sluis, en in 1498 werd hij
algemeen-ontvanger van de beden van Vlaanderen, om in 1499 tresorier-generaal te worden van domeinen en financiën. In 1501
werd hij door Filips de Schone verheven in de adelstand en kreeg hij van de
aartshertog het recht om op de Sint-Christoffelpolder de heerlijkheid
Watervliet te stichten. Samen met de verwante familie de Baenst was hij vanaf
1498 in de inpoldering gaan investeren. In 1505 pachtte hij ook de
heerlijkheid Poortvliet in Zeeuws-Vlaanderen. Zijn dochter Barbara kreeg het
achterleen Waterland in haar bezit bij haar huwelijk, en zijn dochter Marie
verwierf zo Waterdijk. Hij liet de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk in
Watervliet bouwen, en tussen 1504 en 1509 werden de fundamenten gelegd voor
de Sint-Jacobskerk in Waterdijk. Na een
ernstige ziekte, dicteerde hij de avond van 21 juli 1509 zijn testament aan
Peter van Gouda en hij overleed twee weken later in Den Haag. Hij werd
begraven te Watervliet in een praalgraf9.
In dit graf werd ook Marie Strabant en zijn dochter Barbara, uit het eerste
huwelijk, begraven. Het testament werd geschreven op perkament in het huis
van Vincent Cornelis in Voorhout in Zuid-Holland en de getuigen kwamen uit
Utrecht: Jacob Ruysch, deken van Den Haag, Vincent
Cornelis, Corneel Barthold, Willem Joannes en Gillis Maillet10. De executeurs van het
testament waren zoon Jacques Lauwereyns, Jan van Belle en Filips van den
Berghe (gehuwd met schoonzus Katrien Peyaert,
zetelde in de schepenbank van Brugge).
Margaretha van Oostenrijk stelde bij
het overlijden van Jeroom in 1509, voor zijn trouwe diensten, voor om voogd
te worden van de weeskinderen van Jeroom. Dit voogdijschap werd gedelegeerd
naar Jan Pieters (voorzitter van de Grote Raad van Mechelen) en Jan van Belle
(in 1490 klerk van Jeroom en in 1504 gehuwd met Agnès
van Boele, kleindochter van Jeroom). Het liedboek van Lauwerijn
van Watervliet Omstreeks
1505 werd het "Liedboek" gepubliceerd van Jeroom Lauwereyns van
Watervliet. Het was een bundel van 63 Franstalige chansons, motetten en wereldlijke Nederlandstalige polyfone
liederen, tussen 1495 en 1507 samengesteld12. Het leek vooral de bedoeling om de liederen uit
zijn geboortestreek te bewaren voor het nageslacht.
|
|
Aardenburg in
het Zeeuwse Vlaanderen Aardenburg is de oudste stad van de huidige provincie Zeeland in Nederland. Eind 20e eeuw fusioneerde de gemeente met Sluis, samen met Eede, Sint-Kruis, Heille en Draaibrug tot de gemeente Sluis-Aardenburg3. De stad ligt in het voormalige Graafschap Vlaanderen, in het westelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen. In de 10e eeuw was de omgeving nog een leenschap, beheerd door de monniken van de Gentse Sint-Baafsabdij, en tot dan had de streek te lijden onder de aanvalllen van Vikingen. In die eeuw, omstreeks 925, werd de Sint-Bavokerk gebouwd en ging de stad een periode van economische welvaart tegemoet als één van 17 Vlaamse steden van de zogenaamde Londense Hanze.
Kaart: Aardenburg omstreeks 1560 Al van 260-274 was er sprake van een fortificatie als kustbewaking van de grenzen van het Romeinse Rijk. Aardenburg had toen een verbinding via de Ee(de) met de zee en zou eerder “Rodanum” hebben geheten. In 1187 verwierf Aardenburg stadsrechten, en ook in de 13e eeuw was er sprake van versterkingen in opdracht van Gwijde van Dampierre. In 1383 was de stad grotendeels verwoest door de Gentenaren.
|
|||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|