Afbeelding met tekening

Automatisch gegenereerde beschrijvingimage012.jpg

 

(c) Laurentii.be

 

Genealogie Laurentii

Ad laurum non aurum

Inhoud

Blog

Documenten

Foto's

Gezinnen

Stamboom

Startpagina

Thematisch

Verhalen

Verwante families

 

Voetnoten

 

1 Spellingvarianten: Lauwerens, Lauwerin, Laurin, Beatrix, Blondeel, du Bosquel.

2 Bronnen o.m. “Généalogies de quelques familles des Pays-Bas”, 1774 en elders vermelde genealogische naslagwerken van o.m. de Franse adel.

 

image004.jpg

© Foto’s Patrik Lauwens, Brugge, 1985 – Kopergravure 1612 uit privé collectie, onder Public Domain.

 

Voorouders  - Lauwereyns-Blondel, 1380 Brugge

Gielis Lauwereyns image013.gif werd geboren omstreeks 1350 in Brugge als zoon van Laurent Lauwereyns  image013.gif en Joanna de Bosquel. Hij  was ridder en huwde omstreeks 1390 in Brugge met Beatrijs Blondel 1.

 

De familie Blondel had net zoals Lauwereyns wortels in het nabije Aardenburg.

 

 

Ouderlijk gezin: Lauwereyns – de Bosquel, 1350, Brugge

 

Kinderen uit dit gezin:

 

·         Jacques Lauwereyns image013.gif werd geboren omstreeks 1395 in Brugge.

 

Burgeroorlog in Vlaanderen

Een intern conflict in Vlaanderen leidde tot wat we als een toenmalige burgeroorlog kunnen omschrijven. Deze periode had een grote impact op de Vlaamse steden, net in de periode dat Gielis in het huwelijksbootje stapte met Beatrijs Blondeel. De wedijver tussen de steden Gent en Brugge speelde hierin een centrale rol en op het eerste zicht eerder banale conflicten staken het vuur aan de lont.

 

Gent genoot in die tijd een uitzonderlijk grote autonomie. Maar er was onrust in de stad. De wevers en de vollers kwamen verschillende keren in conflict. Bij vechtpartijen op de Vrijdagmarkt vielen daarbij onder meer in 1345 en 1349 honderden doden. Vendetta’s tussen clans resulteerden in een serie van moorden – de slachtoffers werden veelal in de Leie gegooid. Jacob Van Artevelde had het verzet tegen de Franse koning en de Vlaamse graaf Lodewijk van Nevers aangevoerd en een alliantie met de Engelsen vorm gegeven, maar ook hij werd door stadsgenoten vermoord op 24 juli 1345, enkele jaren voor Gielis in Brugge het daglicht zag. Gent bestuurde met Ieper en Brugge Vlaanderen en stuurde de Vlaamse graaf wandelen. De pest sloeg er ongemeen hard toe in 1349. Er kwam pas enige rust in de jaren ’60 van de 14e eeuw nadat de nieuwe Vlaamse graaf Lodewijk van Male in 1359 koos voor een neutraliteitspolitiek ten opzichte van Engeland en Frankrijk. En toch werd er gemord. De Vlaamse zilvermunt bleef ontwaarden. Er was rivaliteit met steden als Dendermonde en Oudenaarde, en niet in het minst met Brugge dat onmiskenbaar werd bevoordeeld ten opzichte van Gent.

 

De Vrije Schippers van Gent beschikten over een monopolie op de koopvaart op de Schelde en de Leie, en dat maakte van Gent niettemin een welvarende, en naar men schreef “hovaardige” stad. Dat monopolie leidde tot klachten in steden als Oudenaarde, Dendermonde en Deinze bij de Vlaamse graaf. Het Lievekanaal verbond Gent met de havens in het Zwin en het maakte van Gent een wereldhaven. Het Gentse laken was wereldvermaard en een monopolie op de productie daarvan werd gehandhaafd door de Witte Kaproenen, een gewapende stadsmilitie. Zij voerden gewelddadige strafexpedities uit in het omliggende platteland om concurrentie uit te schakelen. Men kan zeggen dat Gent daardoor lijnrecht kwam te staan tegenover een brede coalitie van plattelanders en omliggende steden. Voorgangers in het Gentse beleid waren onder meer Jan Hyoens en Pieter van den Bossche van de Vrije Schippers, de rijke poorter Frans Ackermans en poorter Filips Van Artevelde, zoon van Jacob.

 

In juli 1379 rukten de Witte Kaproenen uit om de werken aan een kanaal stil te leggen dat Brugge met de Leie zou verbinden in Deinze. De bloedige aanslag luidde een oorlog in. Steden als Aardenburg, Oudenaarde, Dendermonde, Deinze werden aangevallen door Gent in 1380 en 1381 en Gent zelf was tot drie keer toe vruchteloos belegerd door Brugge, Ieper en de graaf van Vlaanderen. Tijdens de hongerwinter van 1382 kwam de stad in moeilijke papieren, verstoken van graan, wol en andere koopwaar. In februari 1382 kwam Filips Van Artevelde als opperhoofdman aan het roer. Hij voerde strooptochten uit doorheen oostelijk Vlaanderen, in het Meetjesland, het Land van Waas tot de Dendervallei.

 

De Gentse aanval op Brugge in 1382

 

Een aanval van de Gentenaren op Brugge volgde in mei 1382 tijdens de Heilige Bloedprocessie. De graaf en de militaire bevelhebber ridder Heulaert van Poucke moesten zich met de schepenen van de stad verschansen. De wevers en de vollers van Brugge weigerden deel te nemen aan de verdediging. De net nog feestvierende en vaak dronken Brugse stadsmilitie deed een verdeelde aanval via Assebroek. Er vielen honderden doden en de Gentse orgelkanonnen, een geducht wapen, met de kruisbogen zaaiden dood en verderf in de Brugse gelederen. Er volgde een uitval van het Vlaamse ridderleger die ook in een bloedbad eindigde. Ridder van Poucke liet het leven met tientallen ridders. Het Gentse leger trok de stad in, bejubeld door de Brugse wevers en vollers die zich afzijdig hadden gehouden. Er volgde een klopjacht op graafsgezinden in de Brugse binnenstad. Hun huizen werden geplunderd en tweehonderd gijzelaars werden gevankelijk afgevoerd. De Gentse poort werd afgebroken en met het bouwafval werd de slotgracht gedempt. Pieter van den Bossche werd de Gentse militaire gouverneur van Brugge. Graaf Lodewijk van Male was kunnen ontkomen en zocht zijn toevlucht in Rijsel en vervolgens Atrecht bij zijn schoonzoon hertog Filips de Stoute van Bourgondië.

 

Wat in Brugge gebeurde, bleef niet zonder gevolgen. Op 27 november 1382 werden de Gentse troepen verslagen door het leger van de Franse koning Karel VI tijdens de slag van Westrozebeke. Filips Van Artevelde liet er het leven. Het Franse leger zou vervolgens ook de stad Kortrijk in de as leggen. De Gentenaren zouden in juli 1384 niettemin de havenstad Damme innemen, maar de Franse koning Karel VI maakte er in augustus al een eind aan.

 

Urbanisten en Clementisten

 

Sinds 1378 waren er twee pausen aan de macht: Urbanus VI in Rome en de Franse tegenpaus Clemens VII in Avignon. Op 27 mei 1383 landde in Calais een kruisvaardersleger onder leiding van de Engelsman Henry le Despenser om de Clementisten, aanhangers van de Franse paus, aan te vallen. De hele Vlaamse kust van Grevelingen tot Blankenberge gaf zich over. Op 6 september 1383 werd zowat de hele bevolking van Nieuwpoort uitgemoord door de zogenaamde “kruisvaarders”. Men zag de stad branden vanop de wallen van Brugge. Gent werd een bolwerk van de Urbanisten.

 

Vanuit Doornik zouden Margareta van Male, de gravin van Vlaanderen, vanaf 1384 met haar echtgenoot Filips de Stoute, de hertog van Bourgondië, een nieuw tijdperk inluiden. Het gravenpaar wist ook de Gentenaren tot hun kamp te bewegen en stapte af van de erkenning van de Franse paus als een noodzakelijke voorwaarde tot vrede. De Vrede van Doornik in december 1385 werd een belangrijk keerpunt dat een nieuw tijdperk inluidde.

 

In 1430 zou vervolgens naast het graafschap Vlaanderen ook het hertogdom Brabant onder Boergondische heerschappij vallen. Een verwante en naamgenoot van Gielis Lauwereyns, zou het in 1441-1442 zelfs tot burgemeester van de stad Brugge schoppen.

 

image003.jpg image004.jpg

Foto’s: stadhuis Brugge

 

Kaart onder:voorstelling van Vlaanderen op een kopergravure van 1612 van Karius en Blaeu